Algemeen
Deze plant staat op de Rode Lijst in Nederland als kwetsbaar. Hij is dan ook vrij zeldzaam en ik had hem ook nooit gezien. Achteraf niet zo gek want ik woon in het westen van het land. En als je het Floron verspreidingskaartje bekijkt is te zien dat de plant voornamelijk is waargenomen in het Oosten van Nederland. De verspreiding is in dit geval aan de rechterkant van een denkbeeldige lijn van het Noorden naar het Zuiden. Bleekgele dovenetel bloeit in Juni tot en met de herfst.
Er komen 7 soorten Galeopsis voor in Nederland:
- Bleekgele hennepnetel (Galeopsis segetum) - vrij zeldzaam
- Brede/Smalle raai (Galeopsis ladanum/angustifolia) - zeer zeldzaam
- Dauwnetel (Galeopsis speciosa) - vrij zeldzaam
- Gespleten hennepnetel (Galeopsis bifida) - algemeen
- Gewone hennepnetel (Galeopsis tetrahit) - algemeen
- Zachte hennepnetel (Galeopsis pubescens) - zeer zeldzaam
Verklaring Nederlandse naam
Het eerste woord Bleekgeel ligt natuurlijk voor de hand. De bloemen zijn niet fel/helder geel maar bijna wit, bleek dus. Maar soms, gek genoeg, wit en geel.
Ten eerste lijkt de plant op een dovenetel en ten tweede dankt deze plant de naam aan het feit dat het blad lijkt op één enkel blaadje van het samengestelde blad van een Hennepplant (Cannabis sativa), vooral als hij net op komt. De plant prikt niet maar hij is wel een Netelsoort.
Er zijn twee verklaringen voor het woord Netel:
- Het woord Netel zou ontstaan zijn uit het Oudhoogduits en Oudgermaans dat afgeleidt is van het Oudnoorse "nada" wat speer betekent.
- Het woord Netel" is afkomstig uit het Angelsaksisch en afgeleid van het woord noedl of naald.
Meer
Zie ook de wetenschappelijke verklaring
Namen in andere talen
- Frysk: Bleke himpnettel
- English: Downy Hemp-nettle
- Français: Galéopsis douteux
- Deutsch: Saat-Hohlzahn
- Espanõl: ?
- Italiano: Galeopsis segetale
- Svenska: Guldån
- Norsk: Bleikdå
- Dansk: Gul Hanekro
Verklaring Buitenlandse namen
De Engelse naam is Downy Hemp-nettle. Dit betekent "hennepnetel bedekt met douw (druppels)".
Voor de verspreiding van Bleekgele hennepnetel in Engeland zie deze kaart.
De Franse naam is Galéopsis douteux. Dit btekent "twijfelachtige Galeopsis". Dus niet zo gekleurd als bijv. de Gewone hennepnetel (Galeopsis tetrahit) maar "twijfelachtig" wit. Galeopsis is het tweede gedeelte van de wetenschappelijke naam.
De Duitse naam is Saat-Hohlzahn. Het woord Saat betekend natuurlijk "zaad", waarom is mij nog niet bekend. Kenmerkend voor alle Hennepnetel soorten zijn de twee holle tandvormige uitsteeksels onder de bloemkroonlip.
Voor de verspreiding van Bleekgele hennepnetel in Duitsland zie deze kaart.
De Spaanse naam is mij nog onbekend. De Bleekgele hennepnetel komt dan ook nauwelijks voor in Spanje
De Italiaanse naam is Galeopsis segetale. Dit is de Italiaanse naam voor de wetenschappelijke naam.
Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
De Zweedse naam is Guldån. Het woord Gul betekent "geel". Bij het kijken van vele foto's viel mij op dat de Bleekgele hennepnetel niet alleen bleekgeel is maar ook geel, geel met wit en soms roze met wit. Voor het woord Dån heb ik nog geen verklaring.
Voor de verspreiding van Bleekgele hennepnetel in Zweden zie deze kaart.
De Noorse naam is Bleikdå Bleik betekent natuurlijk "bleek". Het woord Då is mij (net zoals het Zweedse Dån) nog onbekend.
De Deense naam is Gul Hanekro. Gul betekent "geel". Hanekro betekent letterlijk "hanestrot/maagspier". Dit komt van een oude Deense uitdrukking "kro sig" wat zoiets betekent als "het vullen van de hanestrot". Simpel gezegd, het voederen van de haan/kippen. Kennelijk was Hennepnetel prima vogelvoer.
Ecologie & Verspreiding
Ecologie
Bodem
Zonnige, soms half beschaduwde, open plaatsen op droge tot matig vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, kalkarme, meestal leemarme zandgrond. Ook op met heideplaggen bemeste grond en op stenige plaatsen.
Groeiplaats
Akkers (graanakkers, met name rogge, akkeranden en houtwallen langs akkers), open plekken in bermen, omgewerkte grond, ruderale plaatsen, rolsteenhellingen en langs spoorwegen (spoorwegterreinen). Het aantal groeiplaatsen is de laatste 50 jaar sterk achteruitgegaan. De plant groeide het meest onder wintergranen, maar door de teelt van mais en door onkruidbestrijding en overbemesting is de soort op de meeste plaatsen verdwenen uit de akkers.
Verspreiding
Nederland
Zeldzaam in het midden en oosten van het land. Elders verdwenen.
Vlaanderen
Vrij zeldzaam in de Kempen en zeldzaam in de Maasvallei. Elders zeer zeldzaam of ontbrekend. Sterk afgenomen.
Wallonië
Vrij algemeen in de Ardennen. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
Wereld
Van Zuidwest-Frankrijk tot in Midden-Engeland en Denemarken.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreiding
FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten