Algemeen

Als je Bosrank voor het eerst ziet denk je al snel "zal wel een ontsnapte tuinplant zijn"., Inclusief mijzelf. En soms is dit ook zo maar Bosrank behoort echt tot onze inheemse flora. De plant ziet er inderdaad een beetje exotisch uit en de vruchten helemaal. Dus de volgende keer als je deze plant ziet toch maar even noteren. De plant behoort tot de Ranonkelfamilie (Ranunculaceae) maar valt onder een eigen geslacht, de Clematis. Buiten enkele cultivars is Bosrank de enige Clematis-soort die in Nederland in het wild voor komt.

Nog even iets over de verspreiding. De Engelse Wiki-pagina schrijft het volgende; Vanwege zijn verspreidende voortplantingssysteem, vitaliteit en klimgedrag is Clematis vitalba op veel plaatsen een invasieve plant. De soort is in staat tot snelle groei, waarbij hij meerdere malen sneller klimt dan klimop , en elke plant kan meer dan 100.000 zaden produceren. De plant kan zich ook verspreiden door fragmentatie van stengel en wortel.In Nieuw-Zeeland is de plant aangemerkt als "ongewenst organisme" en opgenomen in het National Pest Plant Accord . De plant mag niet worden verkocht, vermeerderd of gedistribueerd. De plant vormt een potentiële bedreiging voor inheemse planten, omdat hij krachtig groeit en een bladerdak vormt dat alle andere planten verstikt. Bovendien heeft hij in Nieuw-Zeeland geen natuurlijke bestrijdingsmiddelen.

Op verschillende site staat dat de plantendelen giftig zijn vanwege de protoanemonine . Het plantensap irriteert de huid en veroorzaakt blaren. In de middeleeuwen verminkten bedelaars hun huid met het plantensap om medelijden op te wekken door hun uiterlijk en donaties van burgers aan te moedigen. Dit gebeurden met meerdere planten, o.a. Blaartrekkende boterbloem (Ranunculus sceleratus).

Bosrank bloeit in Juni tot en met Augustus.

Verklaring Wetenschappelijke naam

Een wetenschappelijke naam word niet zomaar gegeven. Iedereen (wetenschappers, floristen, liefhebbers etc.) moet tenslotte weten dat het over dezelfde plant gaat. Botanische nomenclatuur is de formele naamgeving van planten. Deze wordt geregeld door de International Code of Nomenclature for algae, fungi, and plants (ICN of ICNafp), een wetboek dat de wetenschappelijke namen van algen, schimmels en planten regelt.

Deze heet zo sinds het Internationaal Botanisch Congres in Melbourne in 2011, dat tot de naamswijziging besloot. Tot die tijd heette dit wetboek de International Code of Botanical Nomenclature (ICBN). In 1905 heeft het Internationaal Botanisch Congres van Wenen besloten om de publicatie van de eerste druk van Species plantarum te kiezen als het beginpunt van de moderne nomenclatuur voor planten. Dat betekent dat alle namen van vóór dit werk van Linnaeus niet meetellen, ook als die namen de vorm van een tweedelige naam hebben. Overige informatie staat op deze Wiki-pagina.

De officiële wetenschappelijke naam is Clematis vitalba L.

Clematis komt van het Griekse Klematis dat "tak" betekent en Vitalba. Dit bestaat uit twee woorden. Het Latijnse Vitis dat "wijnstok" betekent en het Latijnse Alba dat "wit" betekent. Totaal dus Witte wijnstok dat best wel goed klopt. De plant is wat houterig zoals een wijnstok, dus niet zoals bijv. een Wikke-soort (Vicia), en de mooie vruchten zijn min of meer wit.

Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter  beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit L. Dit staat voor Carl Linnaeus. In 1753 beschreef hij Clematis vitalba in de publicatie Species Plantarum.

     

Meer

Zie ook de Nederlandse verklaring

Namen in andere talen

  • Frysk: Boskklematis
  • English: Traveller's joy, Old man's beard
  • Français: Clématite des haies
  • Deutsch: Gewöhnliche Waldrebe
  • Espanõl: ?
  • Italiano: ?
  • Svenska: Skogsklematis
  • Norsk: Tysk klematis
  • Dansk: Almindelig Skovranke

Verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam is Traveller's joy en Old man's beard. De vele vruchten die in elke bloeiwijze worden gevormd , hebben lange, zijdeachtige aanhangsels die, samen gezien, het karakteristieke uiterlijk van een oudemannenbaard geven (old man's beard). Diezelfde vruchtpluisjes zijn een klein vreugdemomentje voor passerende reizigers (Traveleler'sjoy) in grijze dagen.

Voor de verspreiding van Bosrank in Engeland zie deze kaart.

De Franse naam is Clématite des haies. Dit betekent 'Clematis van de heg".

De Duitse naam is Gewöhnliche Waldrebe. Dit betekent "gewone Bosrank/Clematis", dus gelijk aan de volledige Nederlandse naam.

Voor de verspreiding van Bosrank in Duitsland zie deze kaart.

De Spaanse naam is mij onbekend.

De Italiaanse naam is mij onbekend. Er zijn zoveel variabelen dat ik niet weet welke naam de meest gebruikte is.

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Zweedse en Deense naam zijn min of meer gelijk, Skogsklematis/Almindelig Skovranke. Dit betekent Bosclematis/Gewone bosrank.

Voor de verspreiding van Bosrank in Zweden zie deze kaart.

De Noorse naam is Tysk klematis. Dit betekent "Duitse Clamatis". De Duitse clematis is geïntroduceerd en gekweekt als sierplant en werd voor het eerst in Noorwegen als losse plant aangetroffen in 1918. De soort is zowel permanent als invasief. De soort groeit op braakliggende terreinen, in parken en tuinen, maar ook in bossen. Maar waarom de plant nu specifiek Duitse Clematis heet is mij onbekend.

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op matig droge tot vochtige, matig voedselarme tot voedselrijke, kalkhoudende, basische grond (mergel, löss, rivierzand, zavel, lichte klei en op stenige plaatsen).

Groeiplaats
Bossen (lichte plekken in loofbossen), bosranden, heggen, houtwallen, struwelen, kreupelhout, zeeduinen (duindoorn- en ligusterstruweel), langs spoorwegen (spoorbermen), waterkanten (op kribben), rivierdijken, hogere delen in uiterwaarden en plantsoenen in steden.

Verspreiding

Nederland
Vrij algemeen in Zuid-Limburg en in het oostelijk rivierengebied. Zeldzaam langs de binnenduinrand en in stedelijke gebieden. Elders zeer zeldzaam.

Vlaanderen
Vrij algemeen. Het meest in de Leemstreek, de Maasvallei en in de duinen. De soort breidt zich uit.

Wallonië
Algemeen in het Maasgebied, Lotharingen en de Leemstreek. Zeldzaam in de Ardennen. Elders zeer zeldzaam.

Wereld
Zuidwest-Azië en Zuid- en Midden-Europa. Oostelijk tot aan de Kaspische Zee en noordelijk tot in Nederland en Midden-Engeland. Ingeburgerd op aantal plaatsen in Noord-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding Bosrank

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten

Verspreiding Bosrank

Foto's