Algemeen
Alhoewel deze plant inheems is (hij komt hier van nature voor) komt hij in Nederland niet vaak voor. Bijna iedereen kent de Gele dovenetel dan ook als Stinzenplant of als cultivar. En dit zijn er nogal wat. O.a.
- Bonte gele dovenetel: Lamiastrum galeobdolon subsp. argentatum
- Lamiastrum galeobdolon 'Herman's Pride'
- Lamiastrum galeobdolon 'Variegatus'
- Lamiastrum galeobdolon subsp. flavidum is een ondersoort die in Europa voorkomt in de Alpen en de Apennijnen
- Lamiastrum galeobdolon 'Silberteppich'
- Lamiastrum galeobdolon subsp. luteum is een ondersoort
- Lamiastrum galeobdolon subsp. montanum Deze ondersoort komt voor in Zuid-Europa.
En zoals het een echte Stinzenplant betaamt bloeit hij in April tot en met Juni.
Alleen de Bonte gele dovenetel (Lamiastrum galeobdolon subsp. argentatum) komt in Nederland veelvuldig voor als verwilderde tuinplant.
Op de website van Flora van Nederland is een Videodeterminatie van deze plant te zien.
Verklaring Nederlandse naam
Geel omdat er ook nog een paarse en een witte bestaan.
De bladeren van deze plant lijken op die van de brandnetel maar zijn "doof", hetgeen wil zeggen, niet bezet met brandharen.
Er zijn twee verklaringen voor het woord Netel:
- Het woord Netel zou ontstaan zijn uit het Oudhoogduits en Oudgermaans dat afgeleidt is van het Oudnoorse "nada" wat speer betekent.
- Het woord Netel" is afkomstig uit het Angelsaksisch en afgeleid van het woord noedl of naald.
Meer
Zie ook de wetenschappelijke verklaring.
Namen in andere talen
- Frysk: Giele dôvenettel
- English: Yellow Archangel
- Français: Lamier jaune, Lamier doré
- Deutsch: Goldnessel
- Espanõl: Ortiga amarilla
- Italiano: Ortica mora
- Svenska: Gulplister
- Norsk: Gulltvitann
- Dansk: Guldnælde
Verklaring buitenlandse namen
De Engelse naam is Yellow Archangel: Dit betekent "gele aartsengel". Door het uiterlijk van deze bloem lijkt hij iets meer op een engel dan andere lipbloemigen. Doordat de onderlip van de gele bloemen is opgedeeld in drie spitse slippen. De zijslippenvallen hierdoor goed op (als engelenvleugels). Bij de andere dovenetels vind je slechts kleine zijslippen die in een tand eindigen.
Voor de verspreiding van Gele dovenetel in Engeland zie deze kaart.
De Franse naam is Lamier jaune. Dit betekent "lamium geel". Het is een combinatie van het eerste gedeelte van de wetenschappelijke naam (lamier) en het eerste gedeelte van de Nederlandse naam (jaune).
De Duitse naam is Goldnessel. Dit betekent "goudnetel", een mooie naam voor een Gele dovenetel.
Voor de verspreiding van Gele dovenetel in Duitsland zie deze kaart.
De Spaanse naam is Ortiga amarilla. Dit betekent "gele ortiga". Het woord Geel is hier belangrijk want de naam Ortiga word in Spanje ook gebruikt voor o.a een Dovenetel en een Brandnetel.
In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
De Italiaanse naam is Ortica mora. Ortica is de Italiaanse benaming voor het tweede gedeelte van de een Brandnetel. Dit woord uitgelegd bij de verklaring van de Nederlandse naam. Mora betekent "braam". Waarschijnlijk heeft dit te maken met de gelijkenis van de stengelbladeren.
Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
De Zweedse naam is Gulplister. Gul betekent "geel" en Plister is de algemene Zweedse naam voor "netel". Eigenlijk is het de Zweedse naam voor de Zenegroen (Ajuga) familie.
Voor de verspreiding van Gele dovenetel in Zweden zie deze kaart.
De Noorse naam is Gulltvitann. Dit betekent "gouden tweetand". Gouden is al uitgelegd. Tweetand is vanwege twee lobben op de onderlip van de kroon. Maar aangezien de onderste lob in drieën is verdeeld, zoals het verhaal bij de Engelse naam, zou dit dus ook "gouden drietand" kunnen zijn.
De Deense naam is Guldnælde. Dit betekent "gouden netel, net zoals de Duitse naam.
Ecologie & Verspreiding
Ecologie
Bodem
Half beschaduwde tot beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke, zwak zure tot vaak kalkhoudende grond met een goede strooiselvertering (zand en leem).
Groeiplaats
Bossen (loofbossen en parkbossen), struwelen, hakhout, houtwallen en waterkanten (afkalvende bosbeekoevers).
Verspreiding
Nederland
Vrij algemeen in Zuid-Limburg, Twente en de Achterhoek, vrij zeldzaam in Noord-Brabant en in het Midden-Nederlandse rivierengebied.
Vlaanderen
Algemeen, maar zeldzaam tot zeer zeldzaam in het westen van het land en in de Kempen.
Wallonië
Algemeen, maar zeldzaam in de Hoge Ardennen.
Wereld
Midden-Europa, van Noord-Spanje, Zuid-Italië en de Balkan tot in Noord-Engeland, Zuid-Zweden, Midden-Rusland en in de Kaukasus.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreiding Gele dovenetel
FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten