Algemeen
Engelwortel is één van de grotere Schermbloemige (Apiaceae of Umbelliferae: beide wetenschappelijke namen zijn toegestaan) maar dit is zeker geen duidelijk determinatie kenmerk. Er is bijvoorbeeld ook een Grote engelwortel (Angelica archangelica) die er heel veel op lijkt. Dus om deze en vele andere Schermbloemige uit te sluiten is een goede flora nodig. Gewone engelwortel bloeit in Juli tot en met de herfst.
Op de website van Flora van Nederland is een Videodeterminatie van deze plant te zien.
Er komen minstens 20 soorten Schermbloemige in het wild voor in Nederland. Er vallen natuurlijk veel meer planten onder deze familie. Sommige soorten zijn Schermbloemige maar zien er heel anders uit. Sommige zijn echt zeldzaam. Op deze lijst staan alleen de vergelijkbare "witte" schermbloemige:
- Akkerdoornzaad (Torilis arvensis) - zeer zeldzaam
- Dodemansvingers (Oenanthe crocata) - zeer zeldzaam
- Fluitenkruid (Anthriscus sylvestris) - algemeen
- Gevlekte scheerling (Conium maculatum) - vrij zeldzaam
- Gewone berenklauw (Heracleum sphondylium) - algemeen
- Gewone engelwortel (Angelica sylvestris) - algemeen
- Heelkruid (Sanicula europaea) - zeldzaam
- Heggendoornzaad (Torilis japonica) - algemeen
- Hondspeterselie (Aethusa cynapium) - algemeen
- Karwij - zeldzaam
- Kleine bevernel (Pimpinella saxifraga) - vrij zeldzaam
- Kleine watereppe (Berula erecta) - algemeen
- Melkeppe (Peucedanum palustre) - algemeen
- Pastinaak (Pastinaca sativa) - algemeen
- Pijptorkruid (Oenanthe fistulosa) - algemeen
- Reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum) - algemeen
- Waterscheerling (Cicuta virosa) - vrij zeldzaam
- Watertorkruid (Oenanthe aquatica) - algemeen
- Peen (Daucus carota) - algemeen
- Zevenblad (Aegopodium podagraria) - algemeen
Verklaring Nederlandse naam
Veel plantensoorten beginnen met de naam Gewoon/Gewone. Hiermee word vaak bedoelde 'de meest voorkomende'. Het betekent niet dat deze soort niet zeldzaam is. Dit is afhankelijk van de soort. Ook vaak word met het woord Gewoon/Gewone onderscheid gemaakt tussen soorten uit het zelfde geslacht. Bijv. harige/glanzende/grote etc.
Een verhaal uit de 17de eeuw is dat tijdens een pestepidemie kreeg een vroom man een visioen. Hij zag een engel (Rafaël), die hem de plant bracht en hem zei dat dit het geneesmiddel was tegen deze vreselijke ziekte. Sinds dien heet deze plant Engelwortel.
Echter al in 1554 beschreef Rembert Dodoens deze plant als Angelica (Engelwortel) dus dit verhaal klopt niet echt. Hij beschreef Engelwortel als geneeskrachtig. Hij schrijft "deze wortel opent, ontdoet, maekt dun, verteerd, doet sweeten, wedersteat alderhande vergift, ende gheneest alle pestige ende besmettelijcke siekten, alsmede in tijts ghebruyckt".
Meer
Zie ook de wetenschappelijke verklaring.
Namen in andere talen
- Frysk: Ingelwoartel
- English: Wild angelica
- Français: Angélique des bois
- Deutsch: Wald-Engelwurz
- Espanõl: ?
- Italiano: Angelica selvatica
- Svenska: Strätta, skogspipa
- Norsk: Sløke
- Dansk: Angelik
Verklaring buitenlandse namen
De Engelse naam is Wild angelica: Dit betekent "wilde angelica". Angelica is de eerste wetenschappelijke naam. Wild want er bestaat ook een Tuin-engelwortel (Angelica archangelica ssp. Archangelica ) die tot de 20e eeuw werd gebruikt als geneesmiddel, kruid en als groenten. Tegenwoordig heet die plant Grote engelwortel (Angelica archangelica).
Voor de verspreiding van Gewone duivenkervel in Engeland zie deze kaart.
De Franse naam is Angélique des bois. Angélique is de Franse benaming voor Angelica, de eerste wetenschappelijk naam. Des bois betekent "van het bos". Dus Angelica van het bos, netzoals de vierde Engelse naam.
De Duitse naam is Wald-Engelwurz. Dit betekent ook weer "bos-engelwortel".
De Spaanse naam is mij onbekend. Er zijn zoveel varianten dat ik de meest gebruikte naam niet ken.
In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
De Italiaanse naam is Angelica selvatica. Dit is de Italiaanse benaming voor de volledige wetenschappelijke naam.
Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
De Zweedse naam is Strätta. Dit is dialect en betekent splash of spray. Waarschijnlijk heeft dit te maken met dat de kinderen in het spel. Ze gebruikten de holle stengels om te spuiten met water.
Voor de verspreiding van Gewone engelwortel in Zweden zie deze kaart.
De Noorse naam is Sløke. Dit betekent "slurpen/slok". De stengel werd (tot in de 20e eeuw) vers gegeten en de bladeren konden worden gesneden en gekookt tot een pap voor opslag dienen. Het kon later met melk worden gekookt om een goed gerecht van te maken. Ook werd uit de stengel (net als bij Fluitenkruid (Anthriscus sylvestris) door kinderen en volwassenen (bijv. Sami) een fluitje gesneden.
De Deense naam is Angelik. Dit is de Deense benaming voor de eerste wetenschappelijke naam, Angelica.
Ecologie & Verspreiding
Ecologie
Bodem
Zonnige tot licht beschaduwde, iets open plaatsen op vochtige tot natte, matig voedselarme tot voedselrijke, vaak zwak zure, niet brakke grond (zand, leem, zavel, veen, löss, mergel en rivierklei).
Groeiplaats
Grasland (verruigd, nat grasland en hooiland), bermen, bossen (beekbegeleidende loofbossen en grienden), bosranden, kapvlakten, waterkanten, moerassen (rietland), ruigten (natte ruigten, o.a. op oeverwallen) en langs spoorwegen.
Verspreiding
Nederland
Algemeen.
Vlaanderen
Zeer algemeen, maar vrij zeldzaam in de Polders en in de Duinen.
Wallonië
Zeer algemeen.
Wereld
Vrijwel heel Europa en West- en Midden-Azië.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreiding Gewone engelwortel
FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten