Algemeen
En ik maar afvragen waarom ik zo'n gewoon algemeen, maar zeer mooi, plantje nog niet heb waargenomen. Het antwoord staat bij bij de paragraaf Verspreiding op de Floron verspreidingsatlas, Algemeen, maar zeldzaam in klei- en laagveengebieden, en daar woon ik dus. De gewone spurrie komt in het wild voor, maar werd vroeger ook veel verbouwd op arme zandgrond voor veevoer. Rond 1900 werd er in Nederland 3600 ha als stoppelgewas (een soort laat landbouwgewas) verbouwd, vaak na rogge. Voor groenbemesting is er ook reuzenspurrie (Spergula maxima of Spergula arvensis subsp. arvensis var. maxima). Spurrie wordt ook gebruikt bij het zaaien van gras. Wanneer er op een winderige plaats gezaaid moet worden, of wanneer de grond gaat stuiven kan het graszaad vermengd worden met spurriezaad, 100 g per are. Omdat spurrie heel snel kiemt, houdt het verstuiven tegen en geeft langzaam groeiende grassen beschutting. Na enige keren maaien is de spurrie verdwenen. Zilte schijnspurrie heeft een speciale eigenschap. Gerande schijnspurrie klapt zijn kroonbladen dicht zodra de bloem onder water wordt gehouden, hierdoor vormt zich een luchtbel en is het inwendige van de bloem beschermd tegen overstromingen. Gewone spurrie bloeit in Juni tot en met September.
Op de website van Flora van Nederland is een Videodeterminatie van deze plant te zien.
Er komen minstens 5 Spurriesoorten in het wild voor in Nederland:
- Gerande schijnspurrie (Spergularia media) - Algemeen
- Gewone spurrie (Spergula arvensis) - Algemeen
- Heide spurrie (Spergula morisonii) - Algemeen
- Rode schijnspurrie (Spergularia rubra) - Algemeen
- Zilte schijnspurrie (Spergularia marina) - Algemeen
Verklaring Nederlandse naam
Veel plantensoorten beginnen met de naam Gewoon/Gewone. Hiermee word vaak bedoelde 'de meest voorkomende'. Het betekent niet dat deze soort niet zeldzaam is. Dit is afhankelijk van de soort. Ook vaak word met het woord Gewoon/Gewone onderscheid gemaakt tussen soorten uit het zelfde geslacht. Bijv. harige/glanzende/grote etc.
Spurrie is afgeleid van het Latijnse spargere dat "verspreiden" betekent. Deze plant staat bekend om zijn kiemkracht. Soms word gebruik gemaakt van deze eigenschap. Zoals bij het inzaaien van gras. Wanneer er op een winderige plaats gezaaid moet worden, of wanneer de grond gaat stuiven kan het graszaad vermengd worden met Spurriezaad. Omdat spurrie dus heel snel kiemt, houdt het verstuiven tegen en geeft langzaam groeiende grassen beschutting. Na enige keren maaien is de Spurrie verdwenen.
Meer
Zie ook de wetenschappelijke verklaring
Namen in andere talen
- Frysk: Sparje
- English: Corn spurrey
- Français: Spargoute des champs
- Deutsch: Acker-Spergel
- Espanõl: Esparcilla
- Italiano: Renaiola comune
- Svenska: Åkerspärgel
- Norsk: Linbendel
- Dansk: Almindelig spergel
Verklaring Buitenlandse namen
De Engelse naam is Corn spurrey. Dit betekent "korenspurrie". Kennelijk was de eerste waarneming van deze plant in het korenveld.
Voor de verspreiding van Gewone spurrie in Engeland zie deze kaart.
De Franse naam is Spargoute des champs. Dit betekent "spurrie van het land", net als de Engelse naam.
De Duitse naam is Acker-Spergel Dit betekent ook wee "akker spurrie".
Voor de verspreiding van Gewone spurrie in Duitsland zie deze kaart.
De Spaanse naam is Esparcilla. Dit word op internet vertaald als Cornspurry, dus net als de Engelse naam.
De Italiaanse naam is Renaiola comune. Het woord Renaiola is mij nog onbekend. Commune betekent "gewoon/algemeen". Dit dient ter onderscheid van andere soorten.
De Zweedse en Deense naam is nagenoeg gelijk, Åkerspärgel/Almindelig spergel. Dit Åkker betekent natuurlijk "akker". Almindelig betekend "algemeen/gewoon". Dit woord dient ter onderscheid van andere soorten. Spergel is afgeleid van het Latijnse Spergula dat verwijst naar het geslacht Spurrie.
Voor de verspreiding van Gewone spurrie in Zweden zie deze kaart.
De Noorse naam is Linbendel. Lin betekent "linnen/vlas" en Bendel betekend "buigende/hangende. Dus totaal betekent dit "hangende vlas". Een mooie beschrijving voor een plant met lange (Vlasachtige) stengels die alle kanten op groeien.
Ecologie & Verspreiding
Ecologie
Bodem
Zonnige, open plaatsen (pionier) op droge tot vochthoudende, matig voedselrijke, kalkarme, zure grond (zand en hoogveen).
Groeiplaats
Akkers, kapvlakten, ruderale plaatsen, plantsoenen, halfverhardingen, bermen (open plekken en langs zandwegen en fietspaden), zeeduinen en braakliggende grond.
Verspreiding
Nederland
Algemeen, maar zeldzaam in klei- en laagveengebieden.
Vlaanderen
Algemeen, maar minder algemeen in de Polders en de Leemstreek.
Wallonië
Vrij algemeen.
Wereld
Oorspronkelijk uit West-Europa. Nu in alle werelddelen, in gebieden met een gematigd klimaat.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreiding
FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten