Algemeen
Deze plant is goed zichtbaar in staat tot zelfbestuiving. Er zijn mannelijke bloeiwijzes te zien (de bloemhoofdjes) en daar onder vrouwelijke bloeiwijzes. De vrouwelijke hoofdjes rijpen eerder dan de mannelijke hoofdjes. De planten kunnen zichzelf dus bestuiven. Het stuifmeel uit de vroegst bloeiende vrouwelijke bloeiwijzen dat naar beneden valt en kan dan de laat bloeiende mannelijke bloeiwijzen bestuiven. Die bolvormige "egelskoppen" zijn dus de uitgebloeide vrouwelijke bloeiwijzen met de vruchtjes. Grote egelskop bloeit in Juni tot met September.
Op de website van Flora van Nederland is een Videodeterminatie van deze plant te zien.
Er komen minstens 4 soorten Egelskop (Sparganium) in het wild voor in Nederland:
- Drijvende egelskop (Sparganium angustifolium) - zeldzaam
- Grote egelskop (Sparganium erectum) - algemeen
- Kleine egelskop (Sparganium emersum) - algemeen
- Kleinste egelskop (Sparganium natans) - zeldzaam
Verklaring Nederlandse naam
Grote want er bestaat ook nog een Kleine egelskop (Sparganium emersum) en de veel zeldzamere Kleinste egelskop (Sparganium natans).
De naam Egelskop slaat op de vruchten van de plant die stekelig zijn en op een egel lijken.
Meer
Zie ook de wetenschappelijke verklaring.
Namen in andere talen
- Frysk: Grutte dûkel
- English: Branched bur-reed
- Français: Rubanier à feuilles étroites
- Deutsch: Ästige Igelkolben
- Espanõl: Platanaria
- Italiano: Coltellaccio maggiore
- Svenska: Stor igelknopp
- Norsk: Kjempe-piggknopp
- Dansk: Grenet Pindsvineknop
Verklaring Buitenlandse namen
De Engelse naam is Branched bur-reed. Letterlijk betekent dit "vertakte puntachtige-rietstengel". Dit komt nogal vreemd over dus hier is een uitleg nodig. Hét verschil met de Grote egelskop (Sparganium erectum), die erg veel op Kleine egelskop lijkt, is dat deze unbrachned=onvertakt is. Aan deze "riet" achtige stengel zitten een soort "stekel/puntachtige" bloemen/vruchtjes (het Bur-reed woord). Het woord Reed" kan ook slaan op de smalle bladeren van de plant. Geen enkele Egelskop-soort is familie van Riet.
Voor de verspreiding van Grote brandnetel in Engeland zie deze kaart.
De Franse naam is Rubanier à feuilles étroites. Dit betekent "Rubanier met smalle bladeren". Een Rubanier was een vlechter die gebruik maakte van o.a. de bladeren van Egelskop om er manden e.d. van te vlechten.
De Duitse naam is Ästige Igelkolben. Dit betekent "vertakte egelskop". Dit ter onderscheid van de Kleine egelskop (Sparganium emersum) die juist niet vertakt is. Deze heet dus ook Einfacher igelkolben. Dit betekent letterlijk "eenvoudige egelskop". Dus niet in de zin van Makkelijk maar Enkel, niet vertakt, dus.
Voor de verspreiding van Grote egelskop in Duitsland zie deze kaart.
De Spaanse naam is Platanaria. De betekenis hiervan is mij onbekend.
In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
De Italiaanse naam is Coltellaccio maggiore. Coltellaccio betekent "lang mes". Dit is een verwijzing naar de lange smalle stengelbladeren. Maggiore betekent "grotere". Dit keer mag dit letterlijk worden genomen. Het is een van de grootste in het wild voorkomende Egelskoppen in Italië.
Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
De Zweedse naam is Stor igelknopp. Dit betekent "grote egelskop", net als de Nederlandse naam.
Voor de verspreiding van Grote egelskop in Zweden zie deze kaart.
De Noorse naam is Kjempe-piggknopp. Kjempe betekent "reuze". Pigg komt van piggsvin en betekent "egel" en Knopp betekent "kop".
De Deense naam is Grenet Pindsvineknop. Grenet betekent "vertakt". Pindsvin betekent "egel" en Knop natuurlijk weer "kop".
Ecologie & Verspreiding
Ecologie
Bodem
Zonnige tot half beschaduwde plaatsen in ondiep, matig tot zeer voedselrijk, zwak zuur tot kalkhoudend, zoet of heel zwak brak water met een slibrijke, zandige tot kleiige of venige bodem. Ook op tijdelijk droogvallende plaatsen.
Groeiplaats
Water en waterkanten (o.a. sloten, vaarten, poelen), moerassen (rietland, drijftillen), heide (heidevennen en voedselrijker wordende hoogveenputten), grasland (moerassig hooiland), zoetwatergetijdengebied (luwe kommen achter de oeverwallen) en bossen (grienden en moerasbossen, met name oude beekarmen).
Verspreiding
Nederland
Algemeen, maar vrij algemeen op de hoge zandgronden van Noordoost en Midden-Nederland, in Zuid-Limburg, het zeekleigebied van Groningen en het Deltagebied.
Vlaanderen
Algemeen. Het meest in de Zand- en Zandleemstreek en het minst in de Duinen, de Polders en de Leemstreek.
Wallonië
Vrij algemeen.
Wereld
Gematigde en koelere streken van Azië en Europa. Ook in Marokko, Australië en westelijk Noord-Amerika.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreiding Grote egelskop
FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten