Klein streepzaad

Algemeen

Naast de Paardenbloem (Taraxacum officinale) is dit één van de meest voorkomende composieten. Klein streepzaad heeft alleen lintbloemen en kent oneindig veel verschijningsvormen. Van een klein struikje met een bloem tot een struik van een meter hoog en vele bloemen. En dan lijkt hij weer op een andere soort Streepzaad. Ook zijn de verschillen tussen diverse soorten erg klein dus is deze  plant moeilijk op naam te brengen. Een goede flora is hierbij zeker nodig. Klein streepzaad bloeit vanaf Juni tot en met November.

Op de website van Flora van Nederland is een Videodeterminatie van deze plant te zien.

Er komen minstens 5 soorten Streepzaad (Crepis) in het wild voor in Nederland:

  • Groot streepzaad (Crepis biennis) - algemeen
  • Klein streepzaad (Crepis capillaris) - algemeen
  • Moeras streepzaad (Crepis paludosa) - zeldzaam
  • Smal streepzaad (Crepis tectorum) - zeldzaam
  • Paardenbloemstreepzaad (Crepis vesicaria subsp. taraxacifolia) - zeldzaam

Verklaring Nederlandse naam

Klein want er is ook een Groot streepzaad (Weidestreepzaad)

De naam streepzaad is afgeleid van de vele ribben op het zaad dat eigenlijk een nootvruchtje is.

Meer

Zie ook de wetenschappelijke verklaring.

Namen in andere talen

  • Frysk: Griene kêdeblom
  • English: Smooth Hawksbeard
  • Français: Crepis à tige capillaire
  • Deutsch: Kleinköpfige Pippau
  • Espanõl: ?
  • Italiano: Crepis capillare
  • Svenska: Grönfibbla
  • Norsk: Brakkhaukeskjegg
  • Dansk: Grøn Høgeskæg

verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam is Smooth Hawksbeard. Dit betekent "gladde haviksbaard". Alle Streepzaadsoorten heten in Engeland Hawksbeard. Dit heeft te maken met de borstelige behaarde pappusharen aan de zijkant van de bloem. Deze tonen, met enige fantasie, gelijkenis met de zwarte "baardharen" bij een havik. Het gladde slaat op de onbehaarde stengel. Die van Groot streepzaad (Crepis biennis) wel behaard.

Voor de verspreiding van Klein streepzaad in Engeland zie deze kaart.

De Franse naam is Crepis à tige capillaire. Dit betekent letterlijk "crepis met stengel naar haren". Dit heeft uitleg nodig. Crepis is het eerste gedeelte van de wetenschappelijke naam. Tige betekent "stengel" en Capillaire is het tweede gedeelte van de wetenschappelijke naam.

De Duitse naam is Kleinköpfige Pippau. Dit betekent "kleinhoofdige Pipau. De bloemhoofden van deze plant zijn vaak kleiner dan die van Groot streepzaad. Pipau komt van het Poolse of Slavische Polish Pępawa dat eigenlijk bedoeld is voor een soort Paardenbloem.

De Spaanse naam is mij onbekend. Het aantal varianten is zo groot dat ik de meest gebruikte naam niet ken.

In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Italiaans naam is Crepis capillare. Dit is de Italiaanse naam voor de wetenschappelijke naam.

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Zweedse naam is Grönfibbla. Dit betekent "groen fibbla". Fibbla is een oud Zweeds woord voor composieten van o.a Crepis. Vroeger heette Klein streepzaad ook wel Groen streepzaad. Wat de uiteindelijke betekenis is van het woord Fibbla is mij onbekend.

Voor de verspreiding van Klein streepzaad in Zweden zie deze kaart.

De Noorse en Deense naam is nagenoeg gelijk, Brakkhaukeskjegg/Grøn Høgeskæg. Dit betekent "braakliggende/groene haviksbaard". Dit is (bijna) het zelfde als de Engelse naam

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Zonnige, open tot gesloten, grazige plaatsen op droge tot vochtige, matig voedselarme tot zeer voedselrijke, zwak zure tot basische, vaak omgewerkte grond (meestal op lichte grond en op stenige plaatsen, maar niet op veen).

Groeiplaats
Bermen, langs zandwegen, grasland (droog weiland), dijken, braakliggende grond, plantsoenen, tussen straatstenen, ruderale plaatsen, ruigten (voedselrijke ruigten), oude muren, bij hekwerken, beweide rivierduinen, akkers (akkerranden), zeeduinen (laag blijvend duingrasland) en langs spoorwegen (spoorwegterreinen).

Verspreiding

Nederland
Zeer algemeen, maar in het noordoosten iets minder algemeen.

Vlaanderen
Zeer algemeen. Het meest in de duinen.

Wallonië
Algemeen, maar zeldzamer in de Hoge Ardennen.

Wereld
Zuid-, West- en Midden-Europa. Ingevoerd in Noord- en Zuid-Amerika en Australië.

Verspreiding Klein streepzaad

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten

Foto's