Melganzenvoet

Algemeen

Deze plant is een echte pionier. Overal waar gerommeld word in de grond duikt o.a. deze plant als eerste op. Mede hierdoor word Melganzevoet gezien als een lastig onkruid. Vroeger dacht men daar wel anders over. Melganzenvoet is al heel lang bekend. In de maag van 'de man van Tollund (een Deense opgraving in 1950)' die circa 350 v.Chr leefde had onder meer zaden van deze plant in zijn maag. En in het leger van Napoleon Bonaparte voegde men gemalen zaden van Melganzenvoet toe aan het brood van de soldaten. Het blad van deze plant word vooral in de Himalaya nog steeds gegeten als groente. De plant is rijk zijn aan eiwitten , vitamine A , calcium , fosfor en kalium . Soms word het ook gegeven als voer voor pluimvee. Er zijn heel veel kruisingen en ondersoorten van deze plant maar Melganzevoet is wel de bekendste. Melganzevoet bloeit in Juli tot en met September.

Voorheen behoorde deze plant tot het geslacht Chenopodium. Maar sinds 2012 zijn sommige soorten ingedeeld in een eigen geslacht. Dit word bij de wetenschappelijke naam uitgelegd. Melganzenvoet en 2 andere soorten (zie lijstje) zijn de enige planten die het in wild voorkomen in het geslacht Chenopodium.

Er komen minstens 11 soorten die Ganzenvoet heten, maar dus lang niet altijd tot het geslacht Chenopodium behoren, in het wild voor in Nederland:

  • Beursjes ganzenvoet (Oxybasis chenopodioides ) - Zeer zeldzaam
  • Esdoornganzenvoet (Chenopodiastrum hybridum) - Zeldzaam
  • Korrelganzenvoet (Lipandrapolysperma) - Algemeen
  • Liggende ganzenvoet (Dysphaniapumilio) - Vrij zeldzaam
  • Melganzenvoet (Chenopodium album) - Vrij algemeen
  • Muurganzenvoet (Chenopodiastrummurale) - Zeldzaam
  • Rode ganzenvoet (Oxybasis rubra) - Algemeen
  • Stinkende Ganzenvoet (Chenopodium vulvaria) - Zeer zeldzaam
  • Stippelganzenvoet (Chenopodium ficifolium) - Algemeen
  • Welriekende ganzenvoet (Dysphania ambrosioides) - Vrij zeldzaam
  • Zeegroene ganzenvoet (Oxybasis glauca) - Algemeen

Verklaring Nederlandse naam

Het woord Mel slaat op de witte kristalachtige stof die zich voornamelijk op de onderkant van de stengelbladeren bevindt. Hierdoor krijgt alles een meelachtige indruk. De bloemknoppen werden vroeger tot o.a. meel vermalen. Ik heb het pas één keer op een (franse) Wiki-site gelezen maar die witte laag is als volgt te verklaren. Het zilverwitte poeder dat de binnenkant van de bladeren bedekt, geeft een karakteristiek gevoel van vochtigheid bij aanraking, dat specifiek is voor deze plant. Dit meel/dauwachtige aspect is te wijten aan de aanwezigheid van kleine witachtig gemodificeerde en gezwollen bolvormige haartjes die ongesteeld zijn (dwz gemakkelijk loskomen); het zijn watervoerende klieren in de vorm van microbeads, waterleveranciers in droogtesituaties.

De onderste stengelbladeren hebben de vorm van een ganzenpootje. Ik zei specifiek de onderste stengelbladeren want de bovenste bladeren zijn spiesvormig.

Meer

Zie ook de wetenschappelijke verklaring

Namen in andere talen

  • Frysk: Blaumealje
  • English: Fat-hen
  • Français: Chénopode blanc
  • Deutsch: Weißer Gänsefuß
  • Espanõl: ?
  • Italiano: Chenopodio bianco
  • Svenska: Svinmålla
  • Norsk: Meldestokk
  • Dansk: Hvidmelet gåsefod

Verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam is Fat-hel. Dit betekent natuurlijke "vette hen/kip". Alhoewel Melganzevoet als consumentenvoedsel zeer gewaardeerd word (o.a in India word het gegeten als Bathua) word/werd het elders in de wereld verbouwd als diervoeder om de kippen vet te mesten.

De Franse naam is Chénopode blanc. Chénopode is de Franse benaming voor het eerste gedeelte van de wetenschappelijke naam. Blanc betekent "wit". Dit slaat dit weer op de witte kristalachtige stof die zich voornamelijk op de onderkant van de stengelbladeren bevindt. Hierdoor krijgt alles een meelachtige indruk. De functie van deze laag is mij onbekend.

De Duitse naam is Weißer Gänsefuß. Dit betekent "witte ganzenvoet". Het Witte word bij de Franse naam uitgelegd. Het woord Ganzenvoet word uitgelegd bij de Nederlandse naam.

De Spaanse naam is mij onbekend. Het aantal varianten is zo groot dat ik de meest gebruikte naam niet ken.

In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Italiaanse naam is Chenopodio bianco. Dit betekent "witte chopodium" net als de Franse naam.

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Zweedse naam is Svinmålla. Dit betekent Swin betekent "varken". Het woord Målla is waarschijnlijk afgeleid van Möla dat "molen" betekent. De plek waar natuurlijk meel te vinden is, verwijzend naar de witte "meel" laag op de plant.

De Noorse naam is Meldestokk. Dit betekent "meelstok".

De Deense naam is Hvidmelet gåsefod. Dit betekent 'wit-bemeelde ganzenvoet".

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Zonnige, open plaatsen (pioniervegetaties) op vrij droge tot vochtige, zeer voedselrijke, met name stikstofrijke, vaak vrij kalkarme, omgewerkte grond (zand, leem, zavel, klei en stenige plaatsen).

Groeiplaats
Akkers (vooral hakvruchtakkers), braakliggende grond, omgewerkte grond, boerenerven, mesthopen, bermen (omgewerkte plekken), ruigten, puin, waterkanten (open plekken aan oevers), kapvlakten, ruderale plaatsen, plantsoenen, rozenperken, bouwterreinen, opgespoten grond en gronddepots.

Verspreiding

Nederland
Zeer algemeen.

Vlaanderen
Zeer algemeen.

Wallonië
Algemeen.

Wereld
In alle werelddelen, maar zeer zeldzaam in de landen bij de evenaar.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding Melgazenvoet

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten

Foto's