Moerasspirea

Algemeen

Wat erg opvalt en zijn de gedraaide vruchten van de Moerasspirea waar deze plant zijn naam aan heeft te danken. Het vreemde is dat ik nergens een mooie foto tegen kom van deze toch wel opvallende zaden.  Een zeer zeldzame ondersoort is Knolspirea (Filipendula vulgaris). Alleen in een betere flora is deze ondersoort te vinden en te determineren. Samen met deze soort zijn dit de enige Spirea (Filipendula) soorten die in het wild voor komen in Nederland.  De Moerasspirea bloeit vanaf Juni tot en met Augustus.

Op de website van Flora van Nederland is een Videodeterminatie van deze plant te zien.

Verklaring Nederlandse naam

Veel planten hebben bij een deel van de Nederlandse naam de woorden Water/Moeras/Rivier gekregen. Al deze soorten kunnen dan juist daar voorkomen. Eigenlijk word hiermee gezegd dat de betreffende plant een (zeer) natte bodemsamenstelling nodig heeft. De naam dient ook vaak ter onderscheid van andere soorten.

Het woord Spirea komt van Speira (Grieks)en betekent "bocht/draai/kromming". Het heeft betrekking op de schroefvormig om elkaar gedraaide vruchten (zie foto).

Meer

Zie ook de wetenschappelijke verklaring.

Namen in andere talen

  • Frysk:  Wyld geiteburd
  • English: Meadowsweet
  • Français: Reine des prés
  • Deutsch: Mädesüß
  • Espanõl: ?
  • Italiano: Filipendola olmaria
  • Svenska: Älggräs
  • Norsk: Mjødurt
  • Dansk: Almindelig Mjødurt

verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam is Meadowsweet. Dit betekent "weide zoet". Hiermee wordt niet de smaak maar de geur van de plant bedoeld. Een bijzonderheid gegeven van Moerasspirea is dat de geur van de bladeren is heel anders dan die van de bloemen. Het is een zwaar zoete geur die niet door iedereen als prettig ervaren wordt, alhoewel de plant vroeger veel werd gebruikt als geurverspreider of maskeerder. Moerasspirea zie je meer aan de slootkant dan midden in de weide.

Voor de verspreiding van Moerasspirea in Engeland zie deze kaart.

De Franse naam is Reine des prés. Dit betekent "koningin van de weide. Het is een opvallende verschijning deze opvallende wit/gele planten in de weide.

De Duitse naam is Mädesüß. Er zijn meerdere verklaringen voor dit woord:

  • De gewonnen zoet- en smaakstoffen uit de plant werden gebruikt om honingwijn, Met/mede, op smaak te brengen
  • Mäde is ook een oude term voor grasland waarop de moerasspirea groeit als de grond voldoende vochtig. Het Süs is natuurlijk weer de zoete geur van de bladeren en bloemen.

De Spaanse naam is mij onbekend. Het aantal varianten is zo groot dat ik de meest gebruikte naam niet ken.

In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Italiaanse naam is Filipendola olmaria. Dit is de Italiaanse benaming voor de volledige wetenschappelijke naam.

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Zweedse naam is Älggräs. Dit betekent "elandgras". Ten eerste is Moerassprirea helemaal geen gras maar familie van de Rozen (Rosaceae) en ten tweede heeft de Eland niets te maken met deze plant. Ik heb geen eenduidig antwoord maar heb het idee dat de plant deze naam "zomaar" heeft gekregen. Waarom is mij tot nu toe nog onbekend.

Voor de verspreiding van Moerasspirea in Zweden zie deze kaart.

De Noorse en Deense naam zijn min of meer gelijk, Mjødurt/Almindelig Mjødurt. Dit betekent "mede kruid/algemeen medekruid". Het woord Mede wordt bij de eerste verklaring van de Duitse naam uitgelegd. Ört/eurt/urt is de Scandinavische term voor "kruid". De knolspirea (Filipendula vulgaris) heet in het Deens Knoldet mjødurt, vandaar de toe voeging Knoldet. Dit is ter onderscheid.

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op vochtige tot natte, matig voedselrijke tot voedselrijke, weinig of niet-bemeste, zwak zure tot kalkhoudende, humeuze grond (leem, zand, löss, rivier- en beekklei, zavel en laagveen, maar niet op zeeklei).

Groeiplaats
Waterkanten, moerassen, grasland (hooiland, boezemlandjes en nat, licht bemst grasland), bermen, ruigten, langs spoorwegen (spoorweggreppels), zeeduinen, afgravingen, dijken, bossen (lichte plekken in natte loofbossen), kapvlakten en uiterwaarden.

Verspreiding

Nederland
Algemeen, maar zeldzaam in Zeeland, in het noordelijk zeekleigebied, op de Waddeneilanden, op de Veluwe en in Flevoland.

Vlaanderen
Algemeen, maar zeldzaam in de duinen en vrijwel niet in de Polders.

Wallonië
Algemeen.

Wereld
In Europa, maar niet in een groot deel van het Middellandse-Zeegebied. Ook in Klein-Azië en een groot deel van Siberië. Ingeburgerd in het oosten van Noord-Amerika.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding Moerasspirea

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten