Puntwederik

Algemeen

Puntwederik kennen we allemaal. Het is gewoon de overbekende tuinplant. Maar aan het floron verspreidingskaartje te zien wordt de plant veelvuldig in het wild waargenomen. Van nature komt de Puntwederik voor in Oost- en Zuidoost-Europa. Het is visueel totaal een andere plant als de in het wild voorkomende Wederiksoorten. Dus verwarring is vrijwel onmogelijk. Puntwederik bloeit in Juli, Juni en Augustus.

Er komen minstens 5 soorten Wederik (Lysimachia) in het wild voor in Nederland:

Verklaring Nederlandse naam

Het woord Punt is een verwijzing naar de zwarte klierpunten onderaan de stengelbladeren (zie foto). 

De klierharen hebben de volgende functies:

  • Het voorkomen van insectenschade van bijvoorbeeld bladluizen door afscheiding van een kleverige vloeistof, zoals bijv. Kleverige ogentroost (Parentucellia viscosa).
  • Het vangen van insecten door afgifte van een kleverige vloeistof waardoor deze gevangen worden om als voedsel te dienen zoals bijv. Ronde zonnedauw (Drosera rotundifolia).
  • Het verspreiden van de vruchten en zaden door uitscheiding van een kleverige vloeistof, waardoor ze aan dieren blijven plakken, zoals bijv. Kruipend stalkruid/Kattendoorn (Ononis spinosa subsp. procurrens/Spinosa).

Het woord Wederik is afgeleid van het Duitse woord "weiderich", dat wilgachtig betekent. O.a. Grote wederik Grote wederik (Lysimachia vulgaris) als vele Basterdwederiken zoals bijv. Beklierde basterdwederik (Epilobium ciliatum) hebben wilgachtige bladeren.

Meer

Zie ook de wetenschappelijke verklaring

Namen in andere talen

  • Frysk: Túnwylgeblom
  • English: Dotted Loosetrife
  • Français: Lysimaque ponctuée
  • Deutsch: Drüsiger Gilbweiderich
  • Espanõl: ?
  • Italiano: Lisimachia punteggiata
  • Svenska: Praktlysing
  • Norsk: Fagerfredlaus
  • Dansk: Prikbladet fredløs

Verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam is Dotted Loosetrife. Dotted betekent :"bezet met punten". In werkelijkheid zijn dit zwarte klierpunten onder aan de stengelbladeren. Loose-strife is een literaire vertaling uit het Grieks. In oude tijden werd er geloofd dat de plant zo krachtig was dat als je de plant plaatste op het juk van een woedende/lastige os deze zijn krachten weer beheerste. Dit Griekse woord is Lusimachos, waar ook de wetenschappelijke naam vanaf stamt. Een andere plant heeft ook deze naam in zich. De Grote kattenstaart (Lythrum salicaria) heet Purple loosetrife.

De Franse naam is Lysimaque ponctuée. Dit is de Franse benaming van de wetenschappelijke naam

De Duitse naam is Drüsiger Gilbweiderich. Dit betekent "beklierde gele wederik". Natuurlijk vanwege de klierharen onderaan het stengelblad. Persoonlijk denk ik dat het woorden Gele en Wederik de nadruk legt op de Grote wederik (Lysimachia vulgaris).

De Spaanse naam is mij onbekend. Ik zie ook geen waarnemingen in Spanje.

De Italiaanse naam is Lisimachia punteggiata. Dit is de Italiaanse benaming voor de wetenschappelijke naam.

De Zweedse naam is Praktlysing. Dit betekent "pracht schijnen". Kennelijk vinden ze in Zweden dat dit een mooie Wederik-soort is. Maar deze naam is natuurlijk ook als onderscheid van de andere soorten. Het woord Schijnen is de benoeming van de Zweedse botanist Samuel Liljeblad (20 december 1761-1 april 1815). De plant valt op/schijnt door de felle gele kleur in zijn omgeving.

De Noorse naam is Fagerfredlaus. Fager betekent "zeer mooi". De naam Fredlaus wordt meestal vertaald met "outlaw/vogelvrije". Dit is een beetje typische vertaling. Maar het zou een verkeerde interpretatie zijn van de plant met de Griekse naam lysimakheios (naar koning Lysimachus , Hellenistische koning 361-281 voor Christus). Het woord is afgeleid van het Griekse Lysimakhos wat "het oplost of afmaken een gevecht" betekent van Lyein 'oplossen/eindigen en Makhe "gevecht".

De Deense naam is Prikbladet fredløs. Dit betekent "prikbladige fredløs". Prikbladig is natuurlijk een verwijzing naar de klierpunten op de stengelbladeren. Fredløs wordt bij de Noorse naam uitgelegd.

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke grond.

Groeiplaats
Ruigten, moerassen, waterkanten (rivieren en sloten), bossen (beekbegeleidende bossen), bosranden, grazige plaatsen tussen bomen en struiken, opgespoten grond, bermen, langs spoorwegen (spoorbermen), ruderale plaatsen, industrieterreinen en omgewerkte grond.

Verspreiding

Nederland
Vaak verwilderd en op enkele plaatsen standhoudend.

Vlaanderen
Verwilderd.

Wallonië
Verwilderd en op enkele plaatsen standhoudend, vooral in de Ardennen (vrij zeldzaam).

Wereld
Oorspronkelijk uit Zuidwest-Azië en Zuidoost-Europa. Noordelijk tot in de Alpen. Elders plaatselijk ingeburgerd.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding Puntwederik

Verspreiding Puntwerik

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten

Foto's