Equisetum telmateia 6


Algemeen

De Reuzenpaardenstaart is zeldzaam en dat is jammer want het is een zeer mooie plant. Hij heeft net als Heermoes (Equisetum arvense) geen bloemen maar dat maakt hem niet minder mooi. Het meest opvallende, net als alle andere Paardenstaarten, nakomelingen van een oerplant die 400 miljoen jaar geleden in het Paleozoïcum – het geologisch tijdperk tussen 542 en 251 miljoen jaar geleden - bossen vormde, vind ik de twee verschijningsvormen. In April verschijnen de zogenaamde fertiele stengels. Deze verspreiden de sporen (het is dus geen zaadplant, deze zitten in de verdikking bovenaan. De sporen hebben geen chlorophyl. Dat betekent dat ze niet groen zijn. De beginende plantenliefhebber zal dan ook best wel verbaasd zijn wat ze zien. Als deze zijn afgestorven komen de "dennentak" achtige stengels boven de grond. Dit is meestal omstreeks April en Mei.

Er komen minstens 8 Equisetumsoorten in het wild voor in Nederland:

  • Bonte paardenstaart (Equisetum variegatum) - Zeldzaam
  • Bospaardenstaart (Equisetum sylvaticum) - Zeldzaam
  • Heermoes (Equisetum arvense) - Algemeen
  • Holpijp (Equisetum fluviatile) - Alemeen
  • Lidrus (Equisetum palustre) - Algemeen
  • Schaafstro (Equisetum hyemale) - Vrij zeldzaam
  • Reuzenpaardenstaart (Equisetum telmateia) - Zeldzaam
  • Vertakte paardenstaart (Equisetum ramosissimum) - Zeer zeldzaam

Verklaring Nederlandse naam

De naam Reuzenpaardenstaart behoeft geen uitleg!

Meer

Zie ook de wetenschappelijke verklaring

Namen in andere talen

  • Frysk: Grutte rûgebol
  • English: Great Horsetail
  • Français: Grande prêle
  • Deutsch: Riesen-Schachtelhalm
  • Espanõl:  Cola de caballo
  • Italiano: Coda di cavallo maggiore
  • Svenska: Jättefräken
  • Norsk: Kjempesnelle
  • Dansk: Elfenbens-Padderok

Verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam is Great Horsetail. Dit betekent natuurlijk "grote paardenstaart". Een naam die niks te wensen over laat.

De Franse naam is Grande prêle. Dit is de Franse benaming voor de volledige Nederlandse naam. Het woord Prêle stamt af van het Oudlatijnse asprella en dit is later Asper geworden. Het betekend"ruig/hard". Waarschijnlijk verwijzend naar de stengel van elke soort Paardenstaart.

De Duitse naam is Riesen-Schachtelhalm. Letterlijk betekent dit "reuzen doos stengel". Het is inderdaad de grootste Paardenstaart-soort die er is. Met Schachtelhalm wordt natuurlijk de kleurloze fertiele stengels met de opvallende verdikking bovenaan bedoeld.

De Spaanse naam is Cola de caballo. Dit betekent letterlijk "staart van een paard". Maar de exacte naam van deze specifieke soort is mij onbekend, ondanks de vele waarnemingen in Spanje.

In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Italiaanse naam is Coda di cavallo maggiore. Dit is de Italiaanse benaming voor de volledige Nederlandse naam.

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Zweedse naam is Jättefräken. Jätte betekent "een bovennatuurlijk wezen/een reus". Fräken betekent letterlijk "sproeten", verwijzend naar de bruin/zwarte sporen die zich bovenaan de fertiele stengel bevinden.

De Noorse naam is Kjempesnelle. Dit betekent letterlijk "reuzenhaspel". Er zijn twee mogelijkheden voor de verklaring voor het woord Haspel. 

  1. De bovenkant van de fertiele lijkt soms op een spinhaspel.
  2. Het gedeelte tussen het punt waar de "zijstengels" uitkomen van de fertiele stengel lijkt op een ouderwets spinhaspel.

De Deense naam is Elfenbens-Padderok. Elfenbens betekent "ivoor". De kleur van de chorophyl-loze stengel is niet groen maar ivor-wit. Padderok betekent "haspel". De verklaring staat bij de Noorse naam. 

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Soms zonnige, maar meestal licht beschaduwde plaatsen op vochtige tot meestal natte, matig voedselrijke grond, met horizontaal bewegend grondwater. Vooral op plekken met kalkhoudende kwel. Ook in zilt milieu (op leem, zand, zavel, klei en löss).

Groeiplaats
Bossen (loofbossen, natte bossen en beschaduwde bronhellingen), bosranden, struwelen, plantsoenen, bermen, grasland (door kwel beïnvloed grasland), langs spoorwegen (spoorbermen), waterkanten (sloten, natte greppels en langs kasteelgrachten), aan de voet van dijken en op pas drooggevallen zandplaten.

Verspreiding

Nederland
Vrij zeldzaam in Zuid-Limburg en zeldzaam in Flevoland. Elders zeer zeldzaam (o.a. in Twente en bij Nijmegen) of ontbrekend.

Vlaanderen
Plaatselijk vrij algemeen in de Leemstreek en de Voerstreek. Elders zeer zeldzaam of ontbrekend.

Wallonië
Plaatselijk vrij algemeen in Brabant en in Lotharingen (vooral in de zuidelijke Ardennen). Elders zeer zeldzaam of ontbrekend.

Wereld
In West- en Midden-Europa en in het Middellandse-Zeegebied, oostelijk tot bij de Kaspische Zee. Ook in Westelijk Noord-Amerika.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding

Verspreiding Reuzenpaardestaart

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten