Algemeen
Stofzaad is in alle opzichten een vreemde plant. De plant is haakvormig (als deze volgroeid is) en ongekleurd, wit en kleurt later geel/bruin. Dus niet de kleur zoals de fertiele stengel van Heermoes (Equisetum arvense). Ook niet kleurloos als een Bremraapsoort (Orobanchaceae). Maar echt melkwit! Dit komt omdat Stofzaad geen chlorofyl bevat (bladgroen). Wat dat betreft lijkt de plant dus wel een beetje op een bremraap-soort (Orobanchaceae) maar dat is het absoluut niet. Er zijn wel degelijk verschillen. Stofzaad is een plant die in samenhang leeft met een zwam, en is tevens de enige plant in Nederland die dit doet. Er zijn wel degelijk meeldraden en een stamper ed. maar die zijn niet goed zichtbaar. Ik weet niet of de plant daadwerkelijk bestoven word of dat verspreiding uitsluitend vegetatief is. Bestuiving is wel mogelijk. Nadere omschrijving staat goed beschreven op de site van floravannederland.nl. Stofzaad is de enige Monotropa-soort die in het wild voorkomt in Nederland. Stofzaad bloeit in Mei en met September.
Verklaring Nederlandse naam
Hoe komt een Nederlandse naam tot stand?
Nederlandse plantennamen zijn te vinden op een standaardlijst opgesteld door FLORON en Naturalis. Nieuwe Nederlandse namen voor wilde planten worden niet zomaar gekozen. Een comité van Nederlandse en Vlaamse taxonomen beoordeelt de voorstellen. Zelf een voorstel voor een nieuwe naam doen, mag natuurlijk. Zeker als de nieuwe soort zelf is gevonden. Iedereen vanaf Nederlands sprekend België tot aan Friesland moet tenslotte weten dat het om dezelfde plant gaat.
Vaak hebben planten al een Nederlandse naam. Dat is bijvoorbeeld het geval bij soorten die al geruime tijd in België voorkwamen, en bij cultuurgewassen. Voor namen van cultuurgewassen wordt ook gebruik gemaakt van de Standaardlijst van Nederlandse namen van cultuurplanten van NAK tuinbouw.
De commissie voor Nederlandse Plantennamen bestaat uit de volgende disciplines:
- Naturalis biodeversity center, sectie Botanie, Leiden
- Nationale Plantentuin, Meise (België), 3 personen
- FLORON Nijmegen
De stoffijne zaden (3 miljoenste gram) van het Stofzaad worden op droge dagen ver door de wind verspreid, net als bij orchideeën.
Meer
Zie ook de wetenschappelijke verklaring
Namen in andere talen
- Frysk: Stofsied
- English: Dutchman's Pipe, Yellow Bird's-nest, Pinesap
- Français: Monotrope sucepin
- Deutsch: Echter Fichtenspargel
- Espanõl: Espàrrec
- Italiano: Monotropa ipopitide
- Svenska: Tallört (aggregat)
- Norsk: Lodnevaniljerot
- Dansk: Snylterod
Verklaring Buitenlandse namen
De Engelse naam is Dutchman's Pipe, Yellow Bird's-nest, Pinesap. Ook voor Engeland een bijzondere plant dus 3 namen.
- The Dutchman's Pipe verwijst natuurlijk naar de vorm van de klassieke Nederlandse (Gouse) pijpen uit de 17e en 18e eeuw en de vorm van de waargenomen stengels van Stofzaad.
- Yellow Bird's-nets is waarschijnlijk een verwijzing naar de kleur van de iets oudere Stofzaad en de vorm van het wortelstelsel.
- Pinesap betekent "dennenhars". De boom waar de plant op parasiteert is de Den
Voor de verspreiding van Stofzaad in Engeland zie deze kaart.
De Franse naam is Monotrope sucepin. Dit betekent letterlijk "monotrope speen naaldboom". Dit is natuurlijk een onmogelijke vertaling. Monotrope is de Franse banaming voor het eerste gedeelte van de wetenschappelijke naam. Suce betekent speen vanwege de vorm van de plant en Pin betekent "naaldboom" waarop de plant parasiteert.
De Duitse naam is Fichtenspargel. Dit betekent "asperge". De plant lijkt wel een beetje op een aspergestengel.
Voor de verspreiding van Stofzaad in Duitsland zie deze kaart.
De Spaanse naam is Espàrrec. Dit betekent "asperge" net als de Duitse naam.
De Italiaanse naam is Monotropa ipopitide. Dit is de Italiaanse benaming voor de volledige wetenschappelijke naam.
De Zweedse naam is Tallört. Dit betekent "grove den kruid". Ört/eurt/urt is de Scandinavische term voor "kruid".
Voor de verspreiding van Stofzaad in Zweden zie deze kaart.
De Noorse naam is Lodnevaniljerot. Dit betekent "harige vanille wortel". Planten die die in de herfst bloeien zijn geel/roodachtig en dicht behaard. In Noorwegen zijn er twee ondersoorten van de plant: Harig stofzaad ( M. hypopitys hypopitys ) en Kort stofzaad ( M. hypopitys hypophegea ). Harige vanillewortel groeit in dennenbossen ten noorden van Troms. Kort stofzaad groeit in dennenbossen ten noorden van Trøndelag. Het woord vanillewortel slaat niet op de geur maar de kleur, geelachtig.
De Deense naam is Snylterot. Dit bestaat uit twee delen. Snylte betekent "parasiet/klaploper" en Rod betekent "wortel".
Ecologie & Verspreiding
Ecologie
Bodem
Beschaduwde plaatsen op vrij vochtige tot droge, voedselarme, kalkhoudende grond. Vaak op plekken met nauwelijks andere ondergroei (zand, soms leem of mergel). Stofzaad parasiteert op de wortels van houtige planten.
Groeiplaats
Bossen, zeeduinen (Kruipwilg- en duindoornstruweel en oude landgoedbossen aan de binnenduinrand).
Verspreiding
Nederland
Zeldzaam in de Hollandse en Zeeuwse duinen en zeer zeldzaam op de Waddeneilanden, in Midden-Nederland en in Noord-Brabant.
Vlaanderen
Zeer zeldzaam.
Wallonië
Vrij zeldzaam in het Maasdistrict en Lotharingen. Elders zeer zeldzaam.
Wereld
Gematigde streken op het noordelijk halfrond.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreiding Stofzaad
FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten