Valse salie

Algemeen

Valse salie is een geslacht van vaste planten uit de Lipbloemenfamilie (Lamiaceae). De soorten in dit geslacht hebben bloemen waarvan de bovenlip lijkt te ontbreken. De soort Teucrium is een lid van de familie Gamanders en het woord Gamander is ontleend aan het middeleeuws Latijnse gamandrea verbasterd tot Chamædrys. Dit komt weer uit het Griekse khamaídrus dat "lage eik" betekent. Dit vanwege de gelijkenis van de stengelbladeren met die van een Eik. Valse salie bloeit in Julie en Augustus.

Er komen (nog) 5 Gamander (Teucrium) soorten in het wild voor in Nederland, deze familie is over het algemeen erg zeldzaam:

  • Berggamander (Teucrium montanum) - zeer zeldzaam (1 waarneming/1xingezaaid)
  • Echte gamander (Teucrium chamaedrys) - zeer zeldzaam/veelvuldig ingezaaid
  • Moerasgamander (Teucrium scordium) - zeer zeldzaam (1 waarnemingen)
  • Trosgamander (Teucrium botrys) - zeer zeldzaam (3 waarnemingen/2x ingezaaid)
  • Valse salie (Teucrium scorodonia) - algemeen

Verklaring Nederlandse naam

De soort Teucrium is een lid van de familie Gamanders en wordt in het Nederlands consequent Salie genoemd maar is helemaal geen Salie. De plant ruikt ook niet zoals Salie dat doet. Sterker nog Valse salie zou iets naar knoflook ruiken (zie ook de Duitse naam). Alhoewel ik dit nergens heb gelezen.

Meer

Zie ook de wetenschappelijke verklaring

Namen in andere talen

  • English: Wood sage
  • Français: Germandrée, Sauge des bois
  • Deutsch: Lauch gamander
  • Espanõl: Escordio bastardo
  • Italiano: Camedrio scorodonia
  • Svenska: Lundgamander
  • Norsk: Firtann
  • Dansk: Klase kortlæbe

Verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam is Wood sage. Valse salie komt vaak voor in het bos (wood). Het woord Sage komt van het oud Franse Sauge. Dit komt weer van het Latijnse Salvia dat "genezen" betekent. De geneeskrachtige eigenschappen worden echter toegekend aan de Echte salie (Salvia officinalis).

Voor de verspreiding van Valse salie in Engeland zie deze kaart.

De Franse naam is Sauge des bois. Dit is de Franse benaming voor de Engelse naam.

De Duitse naam is Lauch gamander. Dit betekent "knoflook gamander". Het is een combinatie van de tweede wetenschappelijke naam en het woord Gamander dat meestal wordt toebedeeld aan deze plant. 

De Spaanse naam is Escordio bastardo. Escordio is een Latijnse trancsriptie van de Griekse plantennaam Skordĭon (van Skordon = Skorŏdon, knoflook), waarmee een naar knoflook riekende plant werd bedoeld. Tegenwoordig word dit geslacht Teucrĭum genoemd. Bastardo geeft aan dat deze plant er wel zo uit ziet maar er niet naar Salie ruikt.

In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Italiaanse naam is Camedrio scorodonia. Camedrio betekent "chamædrys". Dit woord wordt bij Algemeen uitgelegd. Scorodonia is de tweede wetenschappeljke naam.

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Zweedse naam is Lundgamander. Dit betekent ook "bosgamander" net zoals de Franse naam.

Voor de verspreiding van Valse salie in Zweden zie deze kaart.

De Noorse naam is Firtann. Dit betekent "viertand", verwijzend naar de altijd 4 eironde kelktanden. De plek waar de kelkbuis uitkomt.

De Deense naam is Klase kortlæbe. Klase betekent "tros". De bloemen van deze plant groeien vanuit de oksels. Ze vormen samen naar één kant gekeerde trossen aan het eind van hoofdstengel en zijtakken. Kortlæbe betekent "korte lipbloemige". Hiermee wordt de voor Teucrium specifieke lipbloemen bedoeld. Dus de lipbloemen zonder bovenlip.  

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Zonnige tot vaak licht beschaduwde plaatsen op droge, matig voedselarme, zwak zure, meestal kalkarme, maar soms kalkhoudende grond (zand, leem en stenige plaatsen).

Groeiplaats
Bossen (langs bospaden) bosranden, struwelen, hakhoutbosjes, kapvlakten, dijken (zandige plaatsen), bermen, langs spoorwegen (spoorbermen), zeeduinen (verlaten duinakkertjes), heide (ruige plaatsen), afgravingen (zandgroeven) en mijnsteenbergen.

Verspreiding

Nederland
Vrij algemeen in Zuid-Limburg, Noord-Brabant, Gelderland, Zeeuws Vlaanderen, in de Hollandse en Zeeuwse duinen en in het oosten en zuidoosten van het land en zeldzaam in Drenthe. Elders zeer zeldzaam.

Vlaanderen
Algemeen, maar zeldzaam in de duinen en langs de Maas en zeer zeldzaam in de Polders. Het meest in de Kempen, de Leemstreek en de Zand- en Zandleemstreek.

Wallonië
Vrij algemeen, maar vrij zeldzaam tot zeldzaam in Brabant.

Wereld
Van Portugal en Italië tot in Schotland en Noordwest-Duitsland. Zeer zeldzaam in Polen en Zuid-Scandinavië. Plaatselijk ingeburgerd in Noord-Amerika.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding Valse salie

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten

Foto's