20190328Gagea pratensis1


Algemeen

Een Geelster-soort is eigenlijk een zeldzamere lentebode. Als deze typische Stinzenplant word gevonden betekent dit meestal een eind aan de winterkou. De Weidegeelster bloeit in Maart en April.

Er komen 4 soorten Geelsterren (gagea) in het wild in Nederland voor:

  • Akkergeelster (Gagea villosa) - Zeldzaam
  • Bosgeelster (Gagea lutea) - Zeldzaam
  • Schedegeelster (Gagea spathacea) - Zeldzaam
  • Weidegeelster (Gagea pratensis) - Zeldzaam

In 2025 is de Bossgeelster een icoon-soort van het levend archief in de provincie Noordholland. Het Levend Archief wil de genetische diversiteit van wilde planten veilig stellen door zaden te verzamelen van inheemse plantensoorten en deze op te slaan in de Nationale Zadencollectie. Bosgeelster is een bolgewas die vroeg in het voorjaar in bloei staat met een scherm van twee tot tien gele bloemen. De grootste groeiplaatsen van deze soort zijn te vinden in het oosten van het land, waaronder de Hondsrug. Daarnaast is de soort ook aan te treffen op de landgoederen van de Hollandse binnenduinrand, waar ze te vinden is in het stinzenmilieu. Stinzenplanten zijn vroegbloeiende bol- en knolgewassen die in het verleden op landgoederen werden aangeplant door vermogende bewoners.  Stinzenplanten zijn sterk verbonden met de cultuurhistorie van de Noord-Hollandse binnenduinrand. In 2025 krijgt deze plant extra aandacht.

Verklaring Nederlandse naam

Nederlandse plantennamen zijn te vinden op een standaardlijst opgesteld door FLORON en Naturalis. Nieuwe Nederlandse namen voor wilde planten worden niet zomaar gekozen. Een comité van Nederlandse en Vlaamse taxonomen beoordeelt de voorstellen. Zelf een voorstel voor een nieuwe naam doen, mag natuurlijk. Zeker als de nieuwe soort zelf is gevonden. Iedereen vanaf Nederlands sprekend België tot aan Friesland moet tenslotte weten dat het om dezelfde plant gaat.

Vaak hebben planten al een Nederlandse naam. Dat is bijvoorbeeld het geval bij soorten die al geruime tijd in België voorkwamen, en bij cultuurgewassen. Voor namen van cultuurgewassen wordt ook gebruik gemaakt van de Standaardlijst van Nederlandse namen van cultuurplanten van NAK tuinbouw.

De commissie voor Nederlandse Plantennamen bestaat uit de volgende disciplines:

Meestal heeft het woord Weide iets algemeens in zich. De plant heeft dan geen specifieke bodemsamenstelling nodig. Dit is bij de Weidegeelster echt anders en dat is goed te zien aan het Floron verspreidingskaartje. Het gaat hier meer dan zomaar een stukje grasland anders was deze plant niet zo zeldzaam. En natuurlijk geld hier ook dat de naam ter onderscheid is met andere Geelster-soorten.

Het woord Geelster spreekt voor zich.

Meer

Zie ook de wetenschappelijke verklaring

Namen in andere talen

  • English: ?
  • Français: Gagée des prés
  • Deutsch: Wiesen-Goldstern
  • Espanõl: ?
  • Italiano: Cipollaccio dei prati
  • Svenska: Ängsvårlök
  • Norsk: Enggullstjerne
  • Dansk: Eng-guldstjerne

Verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam is mij onbekend. Er zijn ook geen waarnemingen in Engeland.

De Franse naam is Gagée des prés. Dit is een combinatie van de Franse benaming van het eerste gedeelte van de wetenschappelijke naam en de Franse woorden Des prés die "van het land" betekenen. De uitleg van die woorden staat bij de Nederlandse verklaring. 

De Duitse naam is Wiesen-Goldstern. Dit betekent "weide-goudster". De naam Geel/Goud-ster komt in veel talen terug.

De Spaanse naam is mij is mij onbekend. Er zijn wel waarnemingen in Spanje

De Italiaanse naam is Cipollaccio dei prati. Het woord Cipollaccio betekent "op een ui lijkend". Het is het zelfde als de Zweedse naam.. Gek genoeg is de Geelster absoluut geen familie van het Lookgeslacht. Wel bloeit de Geelster in het voorjaar en heeft de plant, net als de ui, zeer smalle stengelbladeren.Dei prati betekent "van het land".

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Zweedse naam is Ängsvårlök. Ängs betekent "van de weide". In Zweden heten alle plant van het Gagea-geslacht Vårlök. Dit betekent "voorjaars-ui". Gek genoeg is de Geelster absoluut geen familie van het Lookgeslacht. Wel bloeit de Geelster in het voorjaar en heeft de plant, net als de ui, zeer smalle stengelbladeren.

De Noorse en Deense naam is nagenoeg gelijk, Enggullstjerne/Eng-guldstjerne. Dit betekent "weide geelster" net als de Nederlandse naam.

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op droge tot matig vochtige, matig voedselrijke, vaak enigszins bemeste en omgewerkte, neutrale tot kalkhoudende en humushoudende, vaak enigszins bemeste grond (zand, maar soms op lichte rivierklei).

Groeiplaats
Bermen, grasland (o.a. beschaduwde grasvelden), akkers (vroeger in graanakkers), tuinen, begraafplaatsen, heggen, aan de voet van rivierdijken, op glooiingen van zandkoppen in uiterwaarden, rivierduinen (rivierduinbosjes) en zeeduinen (binnenduinrand).

Verspreiding

Nederland
Vrij zeldzaam in het rivierengebied, vooral langs de Gelderse IJssel en in het midden van het land en zeldzaam aan de Hollandse binnenduinrand tussen Castricum en Wassenaar en in het oosten van het land.

Vlaanderen
Zeer zeldzaam. Voor de eerste maal gevonden in 1998.

Wallonië
Niet in Wallonië.

Wereld
In Midden- en Zuidoost-Europa en het Oostzeegebied.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding

Verspreiding Weidegeelster

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten