Algemeen
Alle Anchusa behoren tot de ruwbladigen (Boraginaceae). Dit betekent dat de bladeren, maar ook de rest van de plant bezet is met stijve haren. Bij bijv. de Ossentong of de Kromhals (bij deze plant lijken de haren wel stekels zo stijf zijn ze!!) is dit met het blote oog al goed te zien. Maar bij bijv. de Vergeet-mij-nietjes valt dit pas op met een vergrootglas. Op het verspreidingskaartje is goed te zien dat deze plant het bijv. goed doet in de duinen maar ik vond hem gewoon in de stad in het zand waar een weg werd aangelegd! Kromhals bloeit al in Mei tot en met September.
Op de website van Flora van Nederland is een Videodeterminatie van deze plant te zien.
Er komen in Nederland minstens 3 soorten Anchusa voor:
- Kromhals (Anchusa arvensis) - algemeen
- Geelwitte ossentong (Anchusa ochroleuca) - zeer zeldzaam
- Gewone ossentong (Anchusa officinalis) - algemeen
Een oude Latijnse naam voor deze ruwe beharing is Buglossa. Deze naam komt terug in de Engelse naam voor deze plant.
verklaring Wetenschappelijke naam
De officiële wetenschappelijke naam is Anchusa arvensis (L.) Bieb.
Anchusa komt van Ancho (Grieks) en betekent "ik wurg", en van Ouson (Grieks) en betekent strik/strop. Dus wurgstrik vanwege de ingesnoerde bloembuis.
Veel planten hebben bij het tweede gedeelte van de wetenschappelijke naam de woorden Arvense/Arvensis of Campestre/Campestris of Pratense/Pratensis gekregen. Al deze soorten kunnen dan overal voorkomen. Eigenlijk word hiermee gezegd dat de betreffende plant meestal geen specifieke bodemsamenstelling nodig heeft. De naam dient ook vaak ter onderscheid van andere soorten. Arvense/Arvensis komt van Arvum en is Latijn en betekent "grond/akker". Campestre/Campestris is Latijn en betekent "(open) veld". Pratense/Pratensis is Latijn en betekent "van de weide".
Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit (L.) M. Bieb.
L. staat voor Carl Linnaeus. In 1753 beschreef hij de soort als Lycopsis arvensis in de publicatie Species Plantarum.
M. Bieb staat voor Baron Friedrich August Marschall von BiebersteinBieberstein Hij stelde de eerste uitgebreide floracatalogus van de Krim-Kaukasische regio samen, de Flora Taurico-Caucasica. In deze flora in 1808 herschreef hij de soort als Anchusa arvensis.
Meer
Zie ook de Nederlandse veklaring.
Namen in andere talen
- Frysk: Kowetonge
- English: Annual Bugloss, Small bugloss
- Français: Buglosse des champs
- Deutsch: Anchusa arvensis
- Espanõl: Miel de avispas
- Italiano: Buglossa minore dei campi
- Svenska: Fårtunga
- Norsk: Krokhals
- Dansk: Krummhals
verklaring Buitenlandse namen
Er zijn twee Engelse namen:
- Annual Bugloss: Dit betekent "terugkerende/eenjarige bugloss". De Gewone ossentong (Anchusa officinalis), een plant uit dezelfde familie, is een twee- of meerjarige plant. Dit betekent dat Gewone Ossentong soms een jaar een rozet vormt en het volgende jaar pas uitgroeit tot een volgroeit tot een gewone plant. Bij kromhals gebeurt dit nooit. Deze volgroeit, vormt zaad en gaat dan dood. Een oude wetenschappelijke naam voor de ruwe behaarde planten is Buglossa.
- Small bugloss. Dit betekent "kleine bugloss". Op papier is Kromhals iets kleiner dan Gewone ossentong maar in de praktijk mag dit nooit een determinatie kenmerk zijn.
Voor de verspreiding van Kromhals in Engeland zie deze kaart.
De Franse naam is Buglosse des champs. Dit betekent "bugloss van het veld/akker. Het is een combinatie van het woord Bugloss en het tweede deel van de wetenschappelijke naam.Dit om onderscheid te maken met de medicinale Anchusa officinalis (Gewone ossentong). Maar gezien het voorkomen van Kromhals was de naam "bugloss van het zand/duinen" beter geweest.
De Duitse naam is Acker-Ochsenzunge. Dit betekent "akker-ossentong". Dit wordt bij de vorige naam uitgelegd.
De Spaanse naam is mij onbekend. Ik zie ook geen waarnemingen in Spanje.
De Italiaanse naam is Buglossa minore. Buglossa is de Italiaanse benaming voor de oude wetenschappelijke naam voor deze plant. Minore betekent "klein". Buglossa minore is dezelfde naam als de tweede Engelse naam. Het woord Klein wordt hier ook uitgelegd.
Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
De Zweedse naam is Fårtunga. Letterlijk betekent dit "schapentong".
Voor de verspreiding van Kromhals in Zweden zie deze kaart.
De Noorse en Deense namen zijn nagenoeg gelijk, Krokhals/Krummhals. Dit betekent haak/kromhals.
Ecologie & Verspreiding
Ecologie
Bodem
Zonnige, warme, open plaatsen op droge, matig voedselarme tot voedselrijke, omgewerkte, kalkarme tot vaak kalkhoudende grond (zand, leem, zavel, klei en stenige plaatsen).
Groeiplaats
Akkers, wijngaarden, volkstuinen, braakliggende grond, bermen (open plaatsen) en zeeduinen (langs duinpaden, ruderale plaatsen en op met zand bedekt vloedmerk).
Verspreiding
Nederland
Vrij algemeen in Noord-Brabant, Noord-Limburg, Gelderland, het rivierengebied en in de duinen. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
Vlaanderen
Vrij algemeen in het kustgebied en vrij zeldzaam in de Kempen en Brabant. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
Wallonië
Zeldzaam, maar minder zeldzaam in Henegouwen en Lotharingen.
Wereld
Europa, behalve in de meeste randgebieden. Oostelijk tot in Centraal-Azië. Ook in Ethiopië. Ingevoerd in Noord-Amerika en Australië.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreiding Anchusa arvensis
FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten