Algemeen
Door de apart gevormde kroonbladen en de lange uitstekende meeldraden is Groot heksenkruid niet te verwarren met enig andere soort. Of het moet het broertje/zusje Klein heksenkruid (Circaea intermedia) zijn. Maar deze is zeer zeldzaam (een steriele bastaard van Circaea alpina x lutetianaen) die maar op een paar plekken in Nederland waargenomen. Persoonlijk vind ik de vruchten en de stengels (niet de bladstelen maar wel de hoofdstengels en bloemstelen) die bezet zijn met klierharen van dit plantje een opvallende verschijning.
Een klierhaar van een plant is een haar die stoffen kan uitscheiden, zoals etherische olie. Ze hebben een dicht cytoplasma en veel mitochondriën. Het is een uitgroeisel van de epidermis en kan bestaan uit een enkele cel maar kan ook meerdere cellagen hebben en verschillende vormen hebben.
De klierharen hebben de volgende functies:
- Voorkomen van insectenschade van bijvoorbeeld bladluizen door afscheiding van een kleverige vloeistof, zoals bijv. bij Kleverige ogentroost (Parentucellia viscosa).
- Vangen van insecten door afgifte van een kleverige vloeistof waardoor deze gevangen worden om als voedsel te dienen zoals bijv. bij Ronde zonnedauw (Drosera rotundifolia).
- Verspreiden van de vruchten en zaden door uitscheiding van een kleverige vloeistof, waardoor ze aan dieren blijven plakken, zoals bijv. bij Kruipend stalkruid/Kattendoorn (Ononis spinosa subsp. procurrens/Spinosa).
En inderdaad samen met Klein heksenkruid zijn dit de twee enige Heksenkruid (Circaea) soorten die in Nederland in het wild voorkomen. Groot heksenkruid bloeit in Juni tot en met September.
Op de website van Flora van Nederland is een Videodeterminatie van deze plant te zien.
Verklaring
De officiële wetenschappelijke naam is Circaea lutetiana L.
Circaea komt van Circaeus (Latijn) en betekent "betoverend". Dit vanwege het verhaal van de griekse tovenares Kirke (bij de Romeinen Circe) die dit plantje in haar praktijken gebruikte. Waarschijnlijk was dit niet het plantje Heksenkruid maar de beruchte Alruin (Mandragora officinalis). Dioscorides bedoelde met dit plantje al Alruin.
Er zijn twee verklaringen voor Lutetiana:
- Lutetiana komt van Luteus (Latijn) en betekent "van klei", wat waarschijnlijk de voorkeurs plek is om te groeien.
- Lutetiana is de letterlijke vertaling van Parijs. Want zo noemde de Romeinen deze stad. De stad stond bekend als heksenstad. De Franse naam verwijst hier ook naar. Alhoewel de plant zelf bijster weinig is waargenomen in Parijs zelf.
Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit L. Dit staat voor Carl Linnaeus. In 1753 beschreef hij Circaea lutetiana in de publicatie Species Plantarum.
Meer
Zie ook de Nederlandse verklaring.
Namen in andere talen
- Frysk: Heksekrûd
- English: Enchanter's-nightshade
- Français: Circée de Paris, Herbe des sorcieres
- Deutsch: Gewöhnliches Hexenkraut
- Espanõl: Hierba de San Simón
- Italiano: Erba maga comune
- Svenska: Stor häxört
- Norsk: Stortrollurt
- Dansk: Dunet Steffensur
Verklaring Buitenlandse namen
De Engelse naam is Enchanter's-nightshade. Dit betekent "toverende-nachtschade". Het woord toverende is eigenlijk het zelfde als de Nederlandse naam, Heksenkruid. De naam Nachtschade is gegeven omdat Nachtschade en Heksenkruid waarschijnlijk zijn verwisseld in het verleden. In oude kruidenboeken sprak men vaak over kleverige bessen maar het waren de harige vruchten van deze plant.
Voor de verspreiding van Groot heksenkruid in Engeland zie deze kaart.
Er zijn twee Franse namen:
- Circée de Paris: Dit is de Franse benaming voor de volledige wetenschappelijke naam.
- Herbe des sorcieres: Dit betekent "kruid van de tovenaars".
De Duitse naam is Gewöhnliches Hexenkraut. Dit betekent "gewoon heksenkruid.
Voor de verspreiding van Groot heksenkruid in Duitsland zie deze kaart.
De Spaanse naam is Hierba de San Simón. Dit betekent natuurlijk "kruid van San Simon". Maar waarom deze plant zo heet is mij onbekend.
In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
De Italiaanse naam is Erba maga comune. Dit betekent "gewoon kruid van de heks".
Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
De Zweedse naam is Stor häxört. Dit is de Zweedse benaming voor de Nederlandse naam. Ört/eurt/urt is de Scandinavische term voor "kruid".
Voor de verspreiding van Groot heksenkruid in Zweden zie deze kaart.
De Noorse naam is Stortrollurt. In Noorwegen heet deze plant "groot trollenkruid". Ört/eurt/urt is de Scandinavische term voor "kruid".
De Deense naam is Dunet Steffensur. Dunet betekent "donzige", naar de harige vruchten. Sur betekent "kruid" en Steffen komt van de gekerstende naam van de plant. De Druïden beschouwden de plant als heilig en Sint Stefanus, beschermheilige der paarden "had ook enkele trekken van den een of anderen Germaanschen god" (zo schreef men). De naam is dus overgenomen. Ört/eurt/urt is de Scandinavische term voor "kruid".
Planten in het nieuws
Een uitgebreid en goed verhaal is te vinden op stadsplanten.nl
Ecologie & Verspreiding
Ecologie
Bodem
Beschaduwde tot vaak halfbeschaduwde plaatsen op vochtige tot vrij natte, matig voedselrijke tot voedselrijke, vrij stikstofrijke, humusrijke en vaak kalkhoudend, liefst lemige grond (leem, zand, zavel, klei en mergel).
Groeiplaats
Bossen (loofbossen, bronbossen, hoogste delen van wilgenbossen, parkbossen, grienden en langs bospaden), struwelen, kreupelhout, heggen, hakhoutbosjes, zeeduinen (binnenduinrandbossen) en bij buitenplaatsen.
Verspreiding
Nederland
Vrij algemeen in Zuid-Limburg, in Twente, in de Achterhoek, in het rivierengebied en langs de binnenduinrand in de Hollandse en Zeeuwse duinen. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
Vlaanderen
Vrij algemeen. Het meest in de Leemstreek.
Wallonië
Vrij algemeen in Brabant en ten zuiden van de lijn Samber en Maas.
Wereld
Europa (noordelijk tot in Zuid-Scandinavië), in sommige berggebieden in West- en Midden-Azië en zeer zeldzaam in Noordwest-Afrika. In Noord-Amerika komt dit var. canadensis voor.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreiding Circaea lutetiana
FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten