Claytonia perfoliata

Algemeen

In Nederland kennen we twee Postelein soorten, namelijk de Roze winterpostelein (Claytonia sibirica) en de (Witte) winterpostelein Claytonia perfoliata. Deze laatste komt uit noord-Amerika. Daar werd hij gegeten door Indianen en Goudzoekers. Deze groente was rijk aan vitamine C en bleek later uiteraard een prima middel tegen scheurbuik. Hierdoor werd deze plant ook in Europa (in de negentiende eeuw) bekend en massaal geteeld. Nu niet meer maar (Witte) winterpostelein komt algemeen in het wild voor in Nederland. Roze winterpostelein heeft ongeveer dezelfde weg afgelegd (de plant komt ook uit Amerika). Niet om zijn eetbaarheid maar gewoon omdat het een mooie tuinplant was/is. Halverwege de twintigste eeuw verspreidde deze plant zich over heel Europa. Beide planten zijn de enige Postelein (Claytonia) soorten die in het wild voor komen in Nederland. Winterpostelein is een heel andere soort als de Postelein (Portulaca oleracea) die veel mensen kennen als de spinazie-achtige groente. Dit word uitgelegd bij de paragraaf Plant in het nieuws. Roze winterpostelein bloeit vanaf April tot en met Juni.

Verklaring Wetenschappelijke naam

De officiële wetenschappelijke naam is Claytonia perfoliata Donn ex Willd.

Claytonia komt van John Clayton, een botanicus uit de 17e eeuw.

Perfoliata is afgeleid van de Latijnse woorden per (door) en folium (blad)met bladen, waarbij de steel schijnbaar door het blad is gegroeid.

Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter  beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit Donn en Willd.

Donn staat voor James Donn

James Donn (1758–1813) was een Engelse botanicus en tuinman. Hij werd opgeleid door William Townsend Aiton , een beschermeling van Joseph Banks , en was van 1790 tot aan zijn dood curator van de Cambridge University Botanic Garden , Cambridge . Zijn belangrijkste werk was Hortus Cantabrigiensis , voor het eerst gepubliceerd in 1796, maar met verschillende latere, sterk uitgebreide edities. Dit ging door tot na zijn dood tot 1845. In 1812 werd hij Fellow van de Linnean Society. In 1895 werd een exemplaar aan de bibliotheek van het Gray Herbarium (een herbarium opgericht in 1842 door Asa Gray) van de universiteit van Harvard gegeven. Als eerbetoon staat een gedenkteken voor James Donn in de St. Edward the Martyr's kerk in Cambridge.

In 1796 beschreef hij Claytonia perfiolata in de publicatie Hortus Cantabrigiensis. Ik heb deze publicatie nog niet kunnen vinden en heb dus geen voorbeeldfoto.

Willd. staat voor Carl Ludwig Willdenow. Carl Ludwig Willdenow (geboren 22 augustus 1765 in Berlijn ; † 10 juli 1812 daar) was een Duitse botanicus. In 1798 beschreef hij Claytonia perfiolata in de publicatie Species Plantarum. Editio Quarta. Dit is een van de postuum uitgaven van Carl Linnaeus.

                   

Meer

Zie ook de Nederlandse verklaring

Namen in andere talen

  • Frysk: Winterposlein
  • English: Springbeauty
  • Français: Claytonie perfoliée
  • Deutsch: Tellerkraut
  • Espanõl: ?
  • Italiano: Lattuga dei minatori
  • Svenska: Vinterportlak
  • Norsk: Vinterportulakk
  • Dansk: Spiselig Vinterportulak

Verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam is Springbeauty. Dit betekent natuurlijk "lente schoonheid'. Maar waarom juist deze, niet overbekende lentebloeier, zijn naam heeft aan te danken is mij onbekend.

Voor de verspreiding van Winterpostelein in Engeland zie deze kaart.

De Franse naam is Claytonie perfoliée. Dit is de Franse benaming voor de totale wetenschappelijke naam.

De Duitse naam is Tellerkraut. Dit betekent "schotelkruid". Een prachtige naam voor een plant wiens bloemen op een 'schoteltje' worden gepresenteerd.

Voor de verspreiding van Winterpostelein in Duitsland zie deze kaart.

De Spaanse naam is mij onbekend.

De Italiaanse naam is Lattuga dei minatori. Dit betekent "sla van de mijnwerkers". Ik neem aan dat dit te maken heeft met het feit dat deze plant eetbaar is en veel vitamine C bevat wat een goede aanvulling was op het mijnwerkersdieet.

De Zweedse, Noorse en Deense naam is min of meer gelijk, Vinterportlak/Vinterportulakk/Spiselig Vinterportulak. Dit betekent "winterpostelein/winterpostelein/eetbare winterpostelein". De Scandinavische benaming voor de totale Nederlandse naam.

Voor de verspreiding van Winterpostelein in Zweden zie deze kaart.

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Licht beschaduwde, open plaatsen op droge, matig voedselrijke tot voedselrijke, meestal stikstofrijke, humusrijke, al of niet kalkrijke zandgrond.

Groeiplaats
Bossen (parkbossen), struwelen (zomen), onder laanbomen, kwekerijen, begraafplaatsen, plantsoenen, tuinen en zeeduinen (struwelen en duinbossen).

Verspreiding

Nederland
Algemeen in de duinen en plaatselijk vrij algemeen in het oosten en midden van het land. Elders zeldzaam.

Vlaanderen
Algemeen in de duinen. Elders zeldzamer. De soort breidt zich uit in het binnenland.

Wallonië
Zeldzaam tot zeer zeldzaam.

Wereld
Oorspronkelijk uit het westen van Noord-Amerika. Ingeburgerd in andere delen van Amerika, in Australië en in Europa. Het meest in Noordwest-Europa.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding Winterpostelein

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten

Planten in het nieuws

Een wat langer verhaal over deze plant.

Foto's