Crassula tillaea


Algemeen

Als u denkt dat eerste deel van de wetenschappelijke naam die ken ik ergens van. Jawel die andere Crassula-soort is de invasieve exoot Watercrassula (Crassula helmsii). Samen met deze soort zijn dit de enige 2 Crassula-soorten die in het wild voorkomen in Nederland. De jonge stengelbladeren zijn groen en verkleuren bij het ouder worden via oranje naar dieprood. In eerste instantie lijkt dit plantje best zeldzaam. Maar de laatste tijd komt Mosbloempje veel vaker voor. Op het YouTube-kanaal van Floron is de opmars tussen 1950 en 2024 goed te zien.

Mosbloempje bloeit in April tot en met September.

Verklaring Wetenschappelijke naam

De officiële wetenschappelijke naam is Crassula tillaea Lest.-Garl.

Crassula is afgeleid van het Latijnse Crassus dat "dik" betekent, verwijzend naar de dikke blaadjes (en het gehele plantje).

Tilleaa is afgeleid van  Michelangelo Tilli (geboren in Castelfiorentinoop 1655 – en stierf  in Pisa op 1740). Dit was een Italiaanse botanist die het geslacht Crassula als eerste beschreef. Hij was jaren directeur van de Giardino dei Semplici (ook wel bekend als Orto Botanico di Firenze) is de botanische tuin gelieerd aan de Università degli Studi di Firenze.

Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter  beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit Lester-Garland. Dit staat voor Lester Vallis Lester-Garland (1860–1944). Hij was een Britse botanicus. De soort werd voor het eerst beschreven door Carl Linnaeus als Tillaea muscosa in de publicatie Species Plantarum. Gek genoeg staat er nooit (L.) bij de wetenschappelijke naam. Waarom dit zo is is mij onbekend. In 1903 herschreef Garland de soort als Crassula tillaea in de publicatie A Flora of the Island of Jersey.

           

Meer

Zie ook de Nederlandse verklaring

Namen in andere talen

  • Frysk: Moasblomke
  • English: Mossy stonecrop
  • Français: Crassule mousse
  • Deutsch: Moos dickblatt
  • Espanõl: ?
  • Italiano: Erba grassa muscosa
  • Svenska: Mosskrassula
  • Norsk: Firling
  • Dansk: Mos-Korsarve

Verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam is Mossy stonecrop. Dit betekent letterlijk "mossig steengewas". Een vreemde naam maar Stonecrops (Vetkruiden) zijn in staat om op min of meer kale stenen ondergronden te groeien. Door de dikke bladeren van de plant kunnen ze prima water vasthouden om zo aan genoeg voedingsstoffen te komen. De huidmondjes in de bladeren zijn zoals bij veel vetkruiden alleen 's nachts geopend om gedurende de hete en droge dag verlies van vocht te minimaliseren.

Voor de verspreiding van Crassula tillaea in Engeland zie deze kaart.

De Franse naam is Crassule mousse. Dit is een een combinatie van het eerste gedeelte van de wetenschappelijke naam en het woord "mos".

De Duitse naam is Moos dickblatt. Dit betekent "mos dikblad".

De Spaanse naam is mij onbekend. Er zijn wel waarnemingen in Spanje.

De Italiaanse naam is Erba grassa muscosa. Dit betekent "kruid vettig mossig". Deze naam dekt de lading precies. Dikke vettige stengelbladeren (zoals bij alle vetkruiden!) bij een plantje wat velen voor mos aanzien. De oude wetenschappelijke naam voor Mosbloempje is trouwens Tillaea muscosa.

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Zweedse naam is Mosskrassula. Dit betekent ook "mos crassula", dus bijna hetzelfde als de Franse naam.

Deze plant komt niet voor in Zweden.

De Noorse naam is Firling

De Deense naam is Mos-Korsarve. Dit betekent "mos-kruiskruid". Het is bijzonder zeldzaam in Denemarken en heeft niets te maken met het Nederlandse kruiskruid. Persoonlijk denk ik dat het te maken heeft met de vorm van de bloemetjes. Aangezien ik dit niet zeker weet is het eigenlijk nog onbekend. 

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Zonnige tot vaak licht beschaduwde, open plaatsen (pionier) op vochtige tot natte, 's zomers sterk uitdrogende, matig voedselarme, humeuze, meestal wat verdichte grond (zand, leem, zavel, klei en stenige plaatsen).

Groeiplaats
Wegranden (langs en op licht beschaduwde voetpaden), bossen (weinig betreden bospaden bij buitenplaatsen en in parkbossen), karrensporen, tuinen, zeeduinen, begraafplaatsen en afgravingen (zandgroeven).

Verspreiding

Nederland
Zeer zeldzaam in Gelderland in het grensgebied van de Veluwe en het IJsseldal, op de Utrechtse Heuvelrug en in de duinen.

Vlaanderen
Uitgestorven. Voor het laatst gevonden in 1978.

Wallonië
Zeer zeldzaam in Henegouwen bij Stambruges-Grandglises.

Wereld
In Noord-Afrika en Zuid- en West-Europa. Noordelijk tot in Nederland en Engeland. Ingeburgerd in o.a. Noord-Amerika en Zuid-Afrika.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding Crassula tillaea

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten

Foto's