Algemeen
De Grote kaardebol is een unieke plant. Er is geen enkele plant te vinden met een stekelige bol met bloemen erin. En deze bloemen bloeien dan ook nog eens in een baan vanuit het midden naar boven en naar beneden. De plant is zo stekelig en stevig dat je hem niet even met de hand afplukt. Dit in tegenstelling tot de Kleine kaardebol (Dipsacus pilosus). Deze heeft ook nog eens witte bloemen en staat te boek als een zeldzame soort. De Grote kaardebol komt bijna in heel Nederland voor maar laat het in het Oosten een beetje afweten. Hij bloeit in Juli tot en met September.
Op de website van Flora van Nederland is een Videodeterminatie van deze plant te zien.
Er komen in Nederland minstens 4 Kaardenbol (Dipsacus) soorten in het wild voor in Nederland:
- Grote kaardebol (Dipsacus fullonum) - algemeen
- Kleine kaardenbol (Dipsacus pilosus) - vrij zeldzaam
- Slipblad kaardenbol (Dipsacus laciniatus) - vrij zeldzaam
- Slanke kaardenbol (Dipsacus strigosus) - zeldzaam
Verklaring Wetenschappelijke naam
De officiële wetenschappelijke naam is Dipsacus fullonum L.
Dipsacus (Latijn) en betekent "drinkbeker/dorstlesser". De stevige stengelbladeren van de plant zijn aan de voet vergroeid en vormen zo een soort kom/trechter waarin regenwater wordt opgevangen. Er zijn verschillende theorieën waarom de plant het water vast houdt. Een van deze theorieën is dat de plant wellicht, gedeeltelijk, carnivoor is. De 'drinkbekers' zouden dienst doen als val. Kleine insecten die in het water terecht komen worden langzaam verteerd. Anders dan bij andere carnivoren (zoals bijv. Groot blaasjeskruid (Utricularia vulgaris)) planten heeft de kaardenbol geen enzymen die het afbraakproces versnellen en is de plant afhankelijk van het natuurlijk afbraakproces. Er is weinig onderzoek naar gedaan. Maar eentje is op deze site te vinden.
Fullonum komt van Fullo (latijn) en betekent "wolkammer". Dit omdat vroeger m.b.v. de gedroogde bloemhoofden de wol werd gekaard/gekamd.
Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit L. Dit staat voor Carl Linnaeus. In 1753 beschreef hij Dipsacus fullonum in de publicatie Species Plantarum.
Meer
Zie ook de Nederlandse verklaring.
Namen in andere talen
- Frysk: Kaarde
- English: Wild teasel, Fuller's teasel
- Français: Cardère sauvage
- Deutsch: Wilde Karde
- Espanõl: Cardencha
- Italiano: Scardaccione selvatico
- Svenska: Kardvädd
- Norsk: Kardeborre
- Dansk: Gærde-Kartebolle
Verklaring Buitenlandse namen
Er zijn twee Engelse namen:
- Wild teasel/teazle: Eigenlijk is dit een kleine variant op de Nederlandse naam, "wilde kaardebol".
- Fuller's teasel: Dit is een combinatie van de tweede wetenschappelijke naam en de eerste Nederlandse naam.
Voor de verspreiding van Grote kaardebol in Engeland zie deze kaart.
De Franse naam is Cardère sauvage. Cardère betekent "gekaard" en Sauvage betekent "wild", Wilde kaardebol dus.
De Duitse naam is Wilde Karde. Dit betekent ook "wilde kaardebol".
Voor de verspreiding van Grote kaardenbol in Duitsland zie deze kaart.
De Spaanse naam is Cardencha. Dit is een afgeleide van het Spaanse werkwoord Cardare wat natuurlijk ook "kaarden" betekent.
In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
De Italiaanse naam is Scardaccione selvatico. Scardaccione betekent letterlijk "kaarden". Dus een logische verklaring voor deze naam. Maar de naam word soms ook gebruikt voor een willekeurig stekende plant, bijv. Cirsium arvense (Akkerdistel). Selvatico betekent "wild". Vroeger werd in Italië ook de Dipsacus fullonum subsp. sativus gekweekt met als doeleinde, het kaarden van wol. Dus wild geeft aan dat dit dus niet die gekweekte vorm is.
Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
De Zweedse naam is Kardvädd. Vädd is een Zweedse naam voor het geslacht Dipsacaceae (Kaardebol familie). Kard komt van Karda en betekent kaardgereedschap voor wol, katoenteelt voor het opruwen van stof. De herkomst van de naam Vädd is onzeker.
Voor de verspreiding van Grote kaardebol in Zweden zie deze kaart.
De Noorse naam is Kardeborre. Dit betekent eigen ook "kaardebol" maar het heeft uitleg nodig. Kardeborre is een combinatie van het werkwoord "Karde", wat betekent "het kaarden van wol", en "Borre", Dit is eigenlijk de naam voor Arctium lappa (Grote klit en in het Engels Burdock). Hiermee wordt in het algemeen een bol met stekels mee bedoeld. Dus een klit om wol mee te kaarden.
De Deense naam is Gærde-Kartebolle. Gærde is een bouwwerk dat twee gebieden van elkaar scheidt (dit kan een tuin, begraafplaats of bijv. een weiland zijn). Het woord Gærde is ter onderscheid van andere soorten uit het geslacht Dipsacus (Kaardenbol) die ook voor komen in Denenmarken , bijv. Håret Kartebolle (Dipsacus pilosus=Behaarde kaardenbol)
Ecologie & Verspreiding
Ecologie
Bodem
Zonnige, open plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, humushoudende, basische en meestal kalkhoudende grond (klei en mergel, ook wel op stenige plaatsen en zand).
Groeiplaats
Dijken (rivieren en kanalen), ruigten (kalkrijke ruigten), pioniervegetaties, braakliggende grond, bermen (verstoorde plaatsen), langs spoorwegen (spoorbermen en spoorwegterreinen), haventerreinen, industrieterreinen, plantsoenen, afgravingen (zandgroeven) en kapvlakten.
Verspreiding
Nederland
Plaatselijk vrij algemeen in Zuid-Limburg, het rivierengebied en in Zeeland. Elders vrij zeldzaam tot zeldzaam.
Vlaanderen
Vrij algemeen in het kustgebied (het meest in de Polders), het Maasgebied en de Leemstreek. Elders zeldzamer.
Wallonië
Algemeen in Lotharingen en de Kalkstreek (de zuidelijke Ardennen). Elders zeldzamer.
Wereld
Zuid-, West- en Midden-Europa, Zuidwest-Azië, Noordwest-Afrika en Noord-Amerika. Elders soms ingeburgerd.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreiding Dipsacus fullonum
FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten
Foto's