Dysphania pumilio

Algemeen

Liggende ganzenvoet is een vrij zeldzame plant. Ik weet eigenlijk niet of deze plant gewoon niet zo veel voor komt, Liggende ganzenvoet komt pas sinds 1975 voor in Nederland, of dat waarnemers de plant voorbij lopen. Hij valt niet op vanwege zijn geweldige bloemen, net zoals bijna alle planten uit dit geslacht, en is niet erg groot. Alleen de geur valt op en de gele klierharen. Maar die zitten onder aan het blad. 

Een klierhaar van een plant is een haar die stoffen kan uitscheiden, zoals etherische olie. Ze hebben een dicht cytoplasma en veel mitochondriën. Het is een uitgroeisel van de epidermis en kan bestaan uit een enkele cel maar kan ook meerdere cellagen hebben en verschillende vormen hebben.

De klierharen hebben de volgende functies:

  • Voorkomen van insectenschade van bijvoorbeeld bladluizen door afscheiding van een kleverige vloeistof, zoals bijv. bij Kleverige ogentroost (Parentucellia viscosa).
  • Vangen van insecten door afgifte van een kleverige vloeistof waardoor deze gevangen worden om als voedsel te dienen zoals bijv. bij Ronde zonnedauw (Drosera rotundifolia).
  • Verspreiden van de vruchten en zaden door uitscheiding van een kleverige vloeistof, waardoor ze aan dieren blijven plakken, zoals bijv. bij Kruipend stalkruid/Kattendoorn (Ononis spinosa subsp. procurrens/Spinosa).

Liggende ganzenvoet bloeit in Juli tot en met Oktober.

Er komen minstens 11 soorten die Ganzenvoet heten, maar dus lang niet altijd tot het geslacht Chenopodium behoren, in het wild voor in Nederland:

  • Beursjes ganzenvoet (Oxybasis chenopodioides ) - Zeer zeldzaam
  • Esdoornganzenvoet (Chenopodiastrum hybridum) - Zeldzaam
  • Korrelganzenvoet (Lipandra polysperma/Chenopodium polyspermum) - Algemeen
  • Liggende ganzenvoet (Dysphania pumilio) - Vrij zeldzaam
  • Melganzenvoet (Chenopodium album) - Vrij algemeen
  • Muurganzenvoet (Chenopodiastrummurale) - Zeldzaam
  • Rode ganzenvoet (Oxybasis rubra) - Algemeen
  • Stinkende Ganzenvoet (Chenopodium vulvaria) - Zeer zeldzaam
  • Stippelganzenvoet (Chenopodium ficifolium) - Algemeen
  • Welriekende ganzenvoet (Dysphania ambrosioides) - Vrij zeldzaam
  • Zeegroene ganzenvoet (Oxybasis glauca) - Algemeen

Verklaring Wetenschappelijke naam

De officiële wetenschappelijke naam is Dysphania pumilio (R. Br.) Mosyakin & Clemants

Dysphania komt van het Griekse woord Dysphanis , wat onduidelijk betekent ook beschreven in de paragraaf Algemeen, en verwijst waarschijnlijk naar de onopvallende bloemen.

Pumilio is Latijn en betekent "dwerg". Liggende ganzenvoet heeft de kleinste stengelblaadjes van het Dysphania- en Chenopodiumgeslacht.

Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter  beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit  R. Br.) en Mosyakin & Clemants.

R. Br. staat voor Robert Brown (21 december 1773 - 10 juni 1858) was een Schotse botanicus en paleobotanicus die een belangrijke bijdrage leverde aan de botanie, grotendeels door zijn baanbrekende gebruik van de microscoop. Hij heeft ook talloze bijdragen geleverd aan de plantentaxonomie, met name door een aantal plantenfamilies op te richten die nog steeds worden geaccepteerd. De verder biografie is te lezen als de link word gevolgd, bij de naam. Van 1849 tot 1853 was Brown de voorzitter van de Linnean Society of London. In 1810 beschreef hij Dysphania pumilio als Chenopodia pumilio in de publicatie Prodromus Florae Novae Hollandiae et Insulae van-Diemen.

     

Mosyakin & Clemants staat voor Sergei Leonidovich Mosyakin (geboren op 30 november 1963). Hij is een Oekraïense botanicus. Na het voltooien van zijn studie ging hij studeren aan het Kholodny Instituut voor Botanie. Van 1988 tot 1991 werkte hij als junior onderzoeker en sinds 1991 is hij hoofd van de afdeling Plantensystematiek en Floristiek. Sinds december 2008 is hij directeur van het instituut. En Steven Earl Clemants (1954–2008) was een Amerikaanse botanicus en vicevoorzitter voor wetenschap bij de Brooklyn Botanic Garden . Hij was een afgestudeerde faculteitslid van zowel de Rutgers University als de City University of New York , en een langdurig lid en voormalig voorzitter van de Torrey Botanical Society. In 2002 herschreven zij de soort als Dysphania pumilio in de publicatie Ukrayins'kyi botanichnyi zhurnal. Deze publicatie heb ik niet kunnen vinden en ik heb dus geen voorbeeldfoto.

Meer

Zie ook de Nederlandse verklaring

Namen in andere talen

  • Frysk: Platte mealje
  • English: Clammy Goosefoot
  • Français: Chénopode nain
  • Deutsch: Australischer Drüsengänsefuß
  • Espanõl: ?
  • Italiano: Farinella pumilio
  • Svenska: Pygmémålla
  • Norsk: Dvergmelde
  • Dansk: ?

Verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam is Clammy Goosefoot. Dit betekent "klammige ganzenvoet". En dat is letterlijk wat er word bedoeld. Door de klierharen onder het blad voelt deze ganzenvoet-soort een beetje klammig/kleverig aan.

Voor de verspreiding van Liggende ganzenvoet in Engeland zie deze kaart. Er zijn alleen maar waarnemingen uit het verleden.

De Franse naam is Chénopode nain. De plant werd voor het eerst gepubliceerd in 1810 door Robert Brown onder de naam Chenopodium pumilio in Prodromus Florae Novae Hollandiae vandaar de (oude) Franse benaming Chénopode. Nain betekent "dwerg/kabouter". Deze soort is qua breedte niet de kleinste maar heeft wel de kleinste stengelblaadjes.

De Duitse naam is Australischer Drüsengänsefuß. Dit betekent "Australische klier ganzenvoet". Dit is de enige naam die aangeeft waar de plant vandaan komt. Waarschijnlijk met wolimport uit Australië. Verder een verwijzing naar de klierharen aan de onderkant van het stengelblad.

Voor de verspreiding van Liggende ganzenvoet in Duitsland zie deze kaart.

De Spaanse naam is mij onbekend.

De Italiaanse naam is Farinella pumilio. Farinella die toebedeeld werd aan een wel of niet bestaand iemand. Zoiets als Jan met de pet of het Amerikaanse John Doe. Pumilio is het tweede gedeelte van de wetenschappelijke naam. Het is Latijn en betekent "dwerg" dat ook weer slaat op de grootte van de stengelblaadjes.

De Zweedse en Noorse naam is wel verschillend maar hebben de zelfde betekenis als namen in andere talen, Pygmémålla/Dvergmelde. Dit betekent beide Dwergmelde.

Voor de verspreiding van Liggende ganzenvoet in Zweden zie deze kaart.

De Deense naam is mij onbekend. Ik weet niet of er waarnemingen zijn.

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Zonnige, warme plaatsen op droge, matig voedselrijke, open, verstoorde grond (zand en stenige plaatsen).

Groeiplaats
Waterkanten (overstoven vloedmerken van rivierstrandjes), haventerreinen, industrieterreinen, parkeerplaatsen, tussen straatstenen (kasseien) en op stenige grond.

Verspreiding

Nederland
Zeldzaam in het rivierengebied en in stedelijke gebieden. Ingeburgerd tussen 1975 en 1999.

Vlaanderen
Zeldzaam ingeburgerd langs de Schelde, in de (ruime) omgeving van Antwerpen. Elders niet blijvend.

Wallonië
Vroeger zeldzaam ingeburgerd in de Vesdervallei, maar waarschijnlijk is de soort daar nu weer verdwenen.

Wereld
Oorspronkelijk uit Australië en Nieuw-Zeeland. Plaatselijk ingeburgerd in Midden-Europa en Noord-Amerika.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding Liggende ganzenvoet

Dysphania pumilio

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten

Foto's