Epilobium spp Sturm39


Algemeen

De Basterdwederik is eigenlijk een mini Harig wilgenroosje (Epilobium hirsutum), niet zo gek want dit plantje werd een poos gezien als een volwaardig lid van de Wilgenroosjes familie (Teunisbloemfamilie (Onagraceae)). In de twintigste druk van de Heukels' Flora van Nederland van 1983 zijn dan ook alle de soorten die in het Nederlands de naam basterdwederik droegen omgedoopt tot Wilgenroosje. Later is dit weer teruggedraaid. Verwarrend dus. En om het nog verwarrender te maken Het Wilgenroosje  (Chamerion angustifolium) behoort weer tot een ander geslacht. Het geslacht Chamerion. En nog ingewikkelder, een Wederik is geen Basterdwederik. Een Grote, Punt, Bos of Moeraswederik is geel en echt een heel andere plant/familie. Basterdwederik zal je niet vaak in de wilde natuur tegenkomen maar in de stad. Naar mijn idee een echte stadsplant dus. Ik zie hem in ieder geval altijd langs schuttingen, op straat en op elke andere plek in de stad.

Om nu niet alle hoop te verliezen Basterdwederiken zijn goed op naam te brengen met een betere flora (daar staan ze allemaal in). Op de website van Floron staan wel 11 soorten! die in Nederland te vinden zijn (en vele kruisingen).  Op dezelfde website is ook een determinatiehulp te vinden. En vele zijn niet echt zeldzaam. Deze soorten zou je tegen kunnen komen:

  • Beklierde basterdwederik (Epilobium ciliatum) - Algemeen
  • Bleke basterdwederik (Epilobium roseum) - Algemeen
  • Donkergroene basterdwederik (Epilobium obscurum) - Vrij zeldzaam
  • Berg basterdwederik (Epilobium montanum) - Algemeen
  • Harig wilgenroosje (Epilobium hirsutum) -Algemeen
  • Kantige basterdwederik (Epilobium tetragonum) - Algemeen
  • Kruipende basterdwederik (Epilobium komarovianum) - Zeer zeldzaam
  • Kantige basterdwederik (Epilobium tetragonum) - Algemeen
  • Lancetbladige basterdwederik (Epilobium lanceolatum) - Zeer zeldzaam
  • Moeras basterdwederik (Epilobium palustre) - Algemeen
  • Viltige basterdwederik (Epilobium parviflorum) - Algemeen

Verklaring Wetenschappelijke naam

De officiële wetenschappelijke naam is Epilobium roseum Schreber

Epilobium komt van Epi (Grieks) en betekent "op", en van Lobos (Grieks) wat "hauw/peul" betekent. Dit omdat de bloem/kelk op het vruchtbeginsel geplaatst is.

Roseum is Latijn" em betekent "rooskleurig", de kleur van de kroonblaadjes..

Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter  beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit Schreber. Dit staat voor Johann Christian Daniel von Schreber (17 januari 1739 — 10 december 1810). Hij was een Duits medicus en natuurvorser. Schreber studeerde onder Carl Linnaeus aan de universiteit van Uppsala, bij wie hij in 1760 promoveerde tot doctor in de geneeskunde. Hij werd hoogleraar in de plantkunde en directeur van de botanische tuin van Erlangen. In 1771 beschreef hij voor het eerst Epilobium roseum in zijn publicatie Spicilegium Florae Lipsicae. Gek genoeg staat op de pagina die de sites IPNI en World Flora Online aangeven niet de beoogde plant dus heb ik daarvan helaas geen voorbeeldfoto.

Meer

Zie ook de Nederlandse naam.

Namen in andere talen

  • Frysk: Túntieneblom
  • English: Pale Willowherb
  • Français: Épilobe rosée
  • Deutsch: Rosenrotes Weidenröschen
  • Espanõl:
  • Italiano: Epilobio roseo
  • Svenska: Grendunört
  • Norsk: Greinmjølke
  • Dansk: Rosen-Dueurt

Verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam is Pale Willowherb. Pale betekent "bleek". De verklaring hiervoor staat bij de Nederlandse verklaring. Willowherb betekent "wilgenkruid. De verklaring is dat de bladeren van deze plant op die van een wilg lijken (net zoals de Nederlandse verklaring).

Voor de verspreiding van Bleke basterdwederik in Engeland zie deze kaart.

De Franse naam is Épilobe rosée. Épilobe is de Franse benaming voor de wetenschappelijke naam. Rosée betekent "dauw". Dit duidt op de bedauwde kleur, dus niet mooi roze maar bleek dus.

De Duitse naam is Rosenrotes Weidenröschen. Dit betekent "rozerode wilgenroosje".

Voor de verspreiding van Bleke basterdwederik in Duitsland zie deze kaart.

De Spaanse naam is Epilobium roseum. Er zijn in Spanje een paar waarnemingen. Maar kennelijk niet genoeg om deze plant een andere naam te geven dan de wetenschappelijke naam.

De Italiaanse naam is Epilobio roseo. Dit is de Italiaanse benaming voor de wetenschappelijke naam. 

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Zweedse naam is Grendunört. Gren betekent "tak". Waarom is mij nog niet bekend. Dunört bestaat uit twee woorden Dun wat "dons" betekent en Ört dat "kruid" betekent, dus Kruid van dons wat natuurlijk weer verwijst naar Harig wilgenroosje (Epilobium hirsutum).

Voor de verspreiding van Bleke basterdwederik in Zweden zie deze kaart.

De Noorse naam is Greinmjølke. Grein betekent (net zoals de Zweedse naam) "tak". Waarom is mij nog niet bekend. Mjølke betekent "melken". Dit vind ik persoonlijk een vreemde naam omdat de Epilobium familie niks te maken heeft met melksap. Wel is de bloem enig sinds melkbleek. Dit kan misschien de verklaring zijn.

De Deense naam is Rosen-Dueurt. Rosen betekent natuurlijk "roosje". Voor het woordje Du voor Eurt heb ik nog geen verklaring. Ört/eurt/urt is de Scandinavische term voor "kruid".

Wat ik bij alle verklaringen tegen kwam is dat niemand eigenlijk weet hoe het zit met deze omvangrijke familie. Deze pagina laat zien dat er tussen de 160 en 200 soorten!! Basterdwederiken zijn!! Aangezien een plantennaam niet in een keer ontstaat verandert hij ook niet met elk nieuw inzicht.

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Zonnige tot licht beschaduwde, open plaatsen op vochtige tot vrij natte, matig voedselrijke tot voedselrijke, vaak omgewerkte en kalkhoudende grond (zand, leem, klei en stenige plaatsen). Vermoedelijk zoutmijdend.

Groeiplaats
Omgewerkte grond, struwelen, heggen, kapvlakten, akkers, tuinen, verstoorde plaatsen in bermen, waterkanten (o.a. langs zandige bosbeken en rivieren), oude (vochtige) muren en tussen straatstenen.

Verspreiding

Nederland
Plaatselijk vrij algemeen. Het meest in het midden en zuiden van het land.

Vlaanderen
Plaatselijk vrij algemeen in de Leemstreek en de Maasvallei. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam of ontbrekend.

Wallonië
Plaatselijk vrij algemeen in Brabant, in het Maasgebied en in de zuidelijke Ardennen. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.

Wereld
Gematigde streken op het noordelijk halfrond. Ingevoerd in Noord-Amerika.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Planten in het nieuws

Niet dezelfde soort maar wel interessant.

Verspreiding

Verspreiding Bleke basterdwederik

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten