Equisetum fluviatile

Algemeen

Het meest opvallende van de Heermoes, een nakomeling van een oerplant die 400 miljoen jaar geleden in het Paleozoïcum – het geologisch tijdperk tussen 542 en 251 miljoen jaar geleden - bossen vormde, vind ik de twee verschijningsvormen. In April verschijnen de zogenaamde fertiele stengels. Deze verspreiden de sporen (het is dus geen zaadplant. Deze hebben geen chlorophyl. Dat betekent dat ze niet groen zijn. De beginende plantenliefhebber zal dan ook best wel verbaasd zijn wat te zien. Als deze zijn afgestorven komen de "dennentak" achtige stengels boven de grond. Dit is meestal omstreeks April en Mei. 

Heermoes is zeer succesvol als het om verspreiding gaat (zie kaartje). Dit komt niet alleen omdat sporen zo ver komen maar ook omdat de plant zich vegetatief vermeerdert (elk stukje plant wordt weer een nieuwe Heermoes) en de wortels gaan ook nog eens meters diep onder de grond en kunnen zich in het horizontale vlak vertakken.

Op de website van Flora van Nederland is een Videodeterminatie van deze plant te zien.

Er komen minstens 8 Equisetumsoorten in het wild voor in Nederland:

  • Bonte paardenstaart (Equisetum variegatum) - Zeldzaam
  • Bospaardenstaart (Equisetum sylvaticum) - Zeldzaam
  • Heermoes (Equisetum arvense) - Algemeen
  • Holpijp (Equisetum fluviatile) - Alemeen
  • Lidrus (Equisetum palustre) - Algemeen
  • Schaafstro (Equisetum hyemale) - Vrij zeldzaam
  • Reuzenpaardenstaart (Equisetum telmateia) - Zeldzaam
  • Vertakte paardenstaart (Equisetum ramosissimum) - Zeer zeldzaam

Verklaring Wetenschappelijke naam

De officiële wetenschappelijke naam is Equisetum fluviatile L.

Equisetum komt van Equus (Latijn) en betekent "paard", en Seta (Latijn) en betekent "borstel/haren". Deze plantenfamilie is dus die van de Paardestaarten.

Fluviatile komt van Fluvialis (Latijn) en betekent "in/bij een rivier". Deze plant groeit graag in de buurt van water maar bij een hoog grondwaterpeil groeit hij ook goed.

Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter  beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit L. Dit staat voor Carl Linnaeus. In 1753 beschreef hij Equisetum fluviatile in de publicatie Species Plantarum.

     

Meer

Zie ook de Nederlandse naaam.

Namen in andere talen

  • Frysk: Houtpylk
  • English: Water horsetail
  • Français: Prêle des eaux
  • Deutsch: Teich-Schachtelhalm
  • Espanõl: Equiseto mayor
  • Italiano: Equiseto fluviatile
  • Svenska: Sjöfräken
  • Norsk: Elvesnelle
  • Dansk: Dynd-Padderok

verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam is Water horsetail. Dit betekent "waterpaardenstaart". De eerste naam geeft aan dat de plant graag in de buurt van water groeit. Als de grond maar goed vochtig is. Dit wordt ook bij de wetenschappelijke naam uitgelegd. 

Voor de verspreiding van Holpijp in Engeland zie deze kaart.

De Franse naam is Prêle des eaux. Dit betekent letterlijk "paardenstaart van het water". Het woord Prêle stamt af van het Oudlatijnse asprella en dit is later Asper geworden. Het betekend"ruig/hard". Waarschijnlijk verwijzend naar de stengel van elke soort Paardenstaart. Des eaux betekent "van het water" dus gelijk aan de Engelse naam.

De Duitse naam is Teich-Schachtelhalm. Letterlijk betekent dit "vijfer doos stengel". Hiermee wordt natuurlijk de opvallende verdikking bedoeld van de kleurloze fertiele stengels (zie algemeen).

De Spaanse is Equiseto mayor. Equiseto is de Spaanse benaming voor het eerste gedeelte van de wetenschappelijke naam. Mayor betekent "grotere". Het is één van de grootste Paardenstaart-soorten in Spanje.

In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Italiaanse naam is Equiseto fluviatile. Dit is de Italiaanse benaming voor de volledige wetenschappelijke naam.

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Zweedse naam is Sjöfräken. Dit betekent "meer/waterpaardenstaart.

Voor de verspreiding van Holpijp in Zweden zie deze kaart.

De Noorse naam is Elvesnelle. Dit betekent Dit betekent letterlijk "rivier haspel". Het gedeelte tussen het punt waar de "zijstengels" uitkomen lijkt op een ouderwets spinhaspel.

De Deense naam is Dynd-Padderok. Dit betekent "moeras-amfibie haspel". Uiteraard is hier een verklaring voor nodig. Het woord Moeras wordt uitgelegd bij de wetenschappelijke naam. Het woord amfibie geeft aan dat deze plant zowel op het droge als in een zeer vochtige omgeving kan groeien. Het woord Haspel wordt bij de Noorse naam uitgelegd.

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Zonnige tot halfbeschaduwde plaatsen op natte, matig voedselrijke tot voedselrijke grond of in min of meer ondiep, zoet, hoostens zwak stromend, fosfaatarm water. Vaak met dikke lagen veenmodder en op plaatsen waar ijzerhoudend water opkwelt (alle grondsoorten, behalve zeeklei).

Groeiplaats
Moerassen (verlandingsvegetaties, afgesneden armen van de Maas en in ondiepe, verlandende sloten), water en waterkanten (vennen, veenkanalen en poelen), grasland (nat grasland en langs drinkpoelen in weiland), langs spoorwegen (spoorsloten) en bossen (moerasbossen).

Verspreiding

Nederland
Vrij algemeen, maar zeldzaam in het noordelijk zeekleigebied, in Zeeland en in Zuid-Limburg.

Vlaanderen
Vrij algemeen, maar zeldzaam tot zeer zeldzaam in het kustgebied. Het meest in de Kempen. Achteruitgegaan.

Wallonië
Vrij algemeen in de Ardennen. Elders vrij zeldzaam.

Wereld
Koude en gematigde streken op het noordelijk halfrond.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Meer

Zie ook de Nederlandse verklaring.

 

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Zonnige tot halfbeschaduwde plaatsen op natte, matig voedselrijke tot voedselrijke grond of in min of meer ondiep, zoet, hoostens zwak stromend, fosfaatarm water. Vaak met dikke lagen veenmodder en op plaatsen waar ijzerhoudend water opkwelt (alle grondsoorten, behalve zeeklei).

Groeiplaats
Moerassen (verlandingsvegetaties, afgesneden armen van de Maas en in ondiepe, verlandende sloten), water en waterkanten (vennen, veenkanalen en poelen), grasland (nat grasland en langs drinkpoelen in weiland), langs spoorwegen (spoorsloten) en bossen (moerasbossen).

Verspreiding

Nederland
Vrij algemeen, maar zeldzaam in het noordelijk zeekleigebied, in Zeeland en in Zuid-Limburg.

Vlaanderen
Vrij algemeen, maar zeldzaam tot zeer zeldzaam in het kustgebied. Het meest in de Kempen. Achteruitgegaan.

Wallonië
Vrij algemeen in de Ardennen. Elders vrij zeldzaam.

Wereld
Koude en gematigde streken op het noordelijk halfrond.

Verspreiding Equisetum fluviatile

 

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten