Equisetum variegatum 01


Algemeen

Bonte paardenstaart is één van acht voorkomende Paardenstaarten in Nederland. Hij is zeldzaam in Nederland en heeft een voorkeur voor één specifiek deel van het Hollands duingebied. Verder is de plant op diverse plekken in Nederland waargenomen. Bonte paardenstaart is te zien in Juni, juli en augustus.

Er komen minstens 8 Equisetumsoorten in het wild voor in Nederland:

  • Bonte paardenstaart (Equisetum variegatum) - Zeldzaam
  • Bospaardenstaart (Equisetum sylvaticum) - Zeldzaam
  • Heermoes (Equisetum arvense) - Algemeen
  • Holpijp (Equisetum fluviatile) - Alemeen
  • Lidrus (Equisetum palustre) - Algemeen
  • Schaafstro (Equisetum hyemale) - Vrij zeldzaam
  • Reuzenpaardenstaart (Equisetum telmateia) - Zeldzaam
  • Vertakte paardenstaart (Equisetum ramosissimum) - Zeer zeldzaam

Verklaring wtenschappelijke naam

De officiële wetenschappelijke naam is Equisetum variegatum Schleich. ex F. Weber & D. Mohr

Equisetum komt van Equus (Latijn) en betekent "paard", en Seta (Latijn) en betekent "borstel/haren". Deze plantenfamilie is dus die van de Paardestaarten.

Variegatum is Latijn en betekent letterlijk "verschillend". Maar als je even verder leest is de meest dekkende term "bont".  Het bonte heeft volgens mij persoonlijk te maken met het de tanden aan de stengeltop. Deze hebben zeer brede witvliezige rand met een zwart middendeel. Maar deze verklaring heb ik nog nergens gelezen.

Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter  beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit Schleich, F. Weber en D. Mohr.

Schleich staat voor Johann Christoph Schleicher (26 februari 1768 - 27 augustus 1834). Hij was een Zwitserse botanicus, bryoloog, mycoloog, pteridoloog en algoloog van Duitse afkomst. Hij stichtte een botanische tuin in Bex , en een herbariumhandel. Schleicher was de eerste wetenschapper die kwikchloride gebruikte om herbariumspecimens op te slaan. In 1797 heeft hij de soort als eerste beschreven in de publicatie Annalen der Botanik (eigenlijk herschreven door Dr. Paulus Usteri).

     

ex, is een afkorting bij een auteurcitatie die aangeeft (in de plantkunde) dat de eerste auteur het taxon heeft beschreven, maar dat de tweede auteur de eerste geldige formele beschrijving heeft gegeven.

F. Weber staat voor Friedrich Weber (1781–1823). Hij was een Duitse psychiater, botanicus en entomoloog. Hij werkte nauw samen met Mohr. In 1807 publiceerde hij samen met hem Equisetum variegatum in de publicatie bot. Taschenbuch.

     

D. Mohr staat voor Daniel Matthias Heinrich Mohr (8 April 1780 – 26 August 1808) was een Duitse botanicus.  In de zomer van 1803 toerde hij met F. Weber door Zuid- Zweden. Als resultaat van de reis publiceerden Mohr en Weber Naturhistorische Reise durch einen Theil Schwedens (1804). In 1807 werd hij universitair hoofddocent in Kiel, maar stierf het jaar daarop op 28-jarige leeftijd.

Meer

Zie ook de Nederlandse verklaring

Namen in andere talen

  • English: Variegated horsetail
  • Français: Prêle panachée
  • Deutsch: Bunter Schachtelhalm
  • Espanõl: Cola de caballo
  • Italiano: Equiseto variegato
  • Svenska: Smalfräken
  • Norsk: Fjellsnelle
  • Dansk: Liden Padderok

Verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam is Variegated horsetail. Variegated betekent "veelkleurig/bont". Dit verwijst naar de wit gevleugelde randen en het zwarte gedeelte bij de tanden op de stengel en de iets wat gekleurde top van de plant. Het is natuurlijk een Engelse benaming voor het tweede gedeelte van de wetenschappelijke naam.

Voor de verspreiding van Equisetum variegatum in Engeland zie deze kaart.

De Franse naam is Prêle panachée. Het woord Prêle stamt af van het Oudlatijnse asprella en dit is later Asper geworden. Het betekend"ruig/hard". Waarschijnlijk verwijzend naar de stengel van elke soort Paardenstaart. Panachée betekent "bont".

De Duitse naam is Bunter Schachtelhalm.  Bunter betekent "bont". Schachtel betekent "doos" en Halm betekent ook "halm/stengel" Hiermee wordt  dus de (vaak) holle stengel mee bedoeld, die dus "bont" is gekleurd.

Voor de verspreiding van Equisetum variegatum in Duitsland zie deze kaart.

De Spaanse naam is Cola de caballo variegada Dit betekent "staart van een paard". Variegada is de Spaanse benaming voor het tweede gedeelte van de wetenschappelijke naam. 

In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt,

De Italiaanse naam is Equiseto variegato. Dit is de Italiaanse benaming voor de Volledige wetenschappelijke naam. 

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Zweedse naam is Smalfräken. Dit betekent "smalle paardenstaart". Deze soort Paardenstaart is inderdaad iets smaller. Het is precies wat het is!

Voor de verspreiding van Equisetum variegatum in Zweden zie deze kaart.

De Noorse naam is Fjellsnelle. Fjell betekent "berg". Kennelijk voelt deze Paardenstaart zich thuis in een bergachtig gebied in Noorwegen. Snelle betekent "spinhaspel". Het gedeelte tussen het punt waar de "zijstengels" uitkomen lijkt op een ouderwets spinhaspel.

De Deense naam is Liden Padderok. Letterlijk vertaald betekent dit"kleine amfibie spinhaspel". Deze soort Paardenstaart is inderdaad iets kleiner (liden) maar grootte vind ik persoonlijk geen goed kenmerk. Het gedeelte tussen het punt waar de "zijstengels" uitkomen lijkt op een ouderwets spinhaspel (Padderok)

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Zonnige, open of laag begroeide plaatsen plaatsen op vochtige tot natte, 's winters vaak onder water staande, vrij voedselarme, kalkrijke grond, op plekken met een kortblijvende vegetatie (zand, leem en zavel).

Groeiplaats
Zeeduinen ('s winters onder water staande duinvalleien), moerassen (kalkmoerassen), afgravingen (moerassige plekken en tichelgaten), waterkanten (langs bergriviertjes en bergmeren), bermen (lemige bermen aan de rand van de Noordoostpolder) en drooggevallen zandplaten.

Verspreiding

Nederland
Zeer zeldzaam in het duingebied tussen Den Helder en Voorne en op Schiermonnikoog. Ook in het rivierengebied en in Flevoland.

Vlaanderen
Zeer zeldzaam in de duinen. Nu alleen nog bij De Panne en Westende.

Wallonië
Zeer zeldzaam in Lotharingen (in de zuidelijke Ardennen).

Wereld
Koude en gematigde delen op het noordelijk halfrond. Noordelijk tot bij de Noordelijke IJszee. Het meest in gebergten in Noord- en Midden-Europa.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding Bonte paardenstaart

Verspreiding Bonte paardenstaart

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten