Algemeen
Veel mensen denken bij het zien van deze plant aan het Madeliefje (Bellis perennis) wat natuurlijk niet zo gek is want hij lijkt er sprekend op. Maar als je Fijnstraal beter bekijkt zie je dat de witte lintbloemen fijner (verrassend!) zijn en dat de stengels ook langer zijn. Ook de plaats waar je de plant kan tegen kan komen is vaak anders. Fijnstraal komt voor op natte tot vochtrijke grond op rivieroevers, bermen en dijken, luidt de officiële tekst. En dus niet overal zoals bij het Madeliefje.
De Fijnstraal is een lastige soort. Gelukkig heeft Floron op de verspreidingsatlas een handige determinatietabel gemaakt voor een aantal soorten. Ook heeft Floron een determinatiesleutel voor 4 soorten Fijnstraal gemaakt. Uiteraard is dit niet nodig voor de Muur- en Zomerfijnstraal. Deze planten wijken zo veel af van andere soorten Fijnstraal dat al meteen bijna duidelijk is om welke soort het is. Zomerfijnstraal bloeit in Juli en Augustus.
Er komen in Nederland minstens 7 soorten Fijnstraal (Erigeron) in het wild voor:
- Muurfijnstraal (Muurfijnstraal) - Algemeen
- Zomerfijnstraal (Zomerfijnstraal) - Algemeen
- Canadese fijnstraal (Canadese fijnstraal) - Algemeen
- Ruige fijnstraal (Erigeron floribundus/Conyza bilbaoana) - Vrij zeldzaam
- Gevlamde fijnstraal (Erigeron/Conyza bonariensis) - Algemene soort
- Hoge fijnstraal (Erigeron/Conyza sumatrensis) (incl. daveauana) - Algemene soort
- Scherpe fijnstraal (Erigeron acer/Erigeron acris) - Vrij zeldzaam
Verklaring Wetenschappelijke naam
De officiële wetenschappelijke naam is Erigeron annuus (L.) Pers.
De naam Erigeron is afgeleid van het oude Griekse woord ἦρι (êri) dat "vroeg in de morgen" betekent en Geron γέρων (gérōn) dat "oude man" betekent. Deze twee woorden refereren naar de snel verschijnende harige vruchten na de bloei.
Annuus is Latijn. Het betekent "voor een jaar". Dit betekent dat deze plant maar een jaar bloeit na bevruchting. Dit in tegenstelling tot de Muurfijnstraal (Erigeron karvinskianus)
Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit (L.) Pers.
L. staat voor Carl Linnaeus. In 1753 beschreef hij de soort als Aster annuus in de publicatie Species Plantarum.
Pers. staat voor Christian Hendrik Persoon (1 februari 1761 – 16 november 1836) was een Zuid-Afrikaanse mycoloog en botanicus. Hij wordt wel beschouwd als de 'vader van de systematische mycologie (paddestoelen/fungi) en is volgens een publicatie van C.G. Loyd uit 1924 het grootste genie op dit gebied. Persoons waardevolle herbarium, dat specimens van veel soorten omvat, werd in 1825 door de Nederlandse regering aangekocht voor een bedrag van 800 gulden, en is opgenomen in de collectie van het Nationaal Herbarium Nederland in Leiden, samen met een belangrijke verzameling van zijn correspondentie met wetenschappers uit dezelfde periode. In 1897 beschreef hij de soort als Erigeron annuus in de publicatie Synopsis Plantarum.
Meer
Zie ook de Nederlandse verklaring.
Namen in andere talen
- Frysk: Astertongersied
- English: Daisy/Tall fleabane
- Français: Vergerette annuelle
- Deutsch: Einjähriges Berufskraut
- Espanõl:
- Italiano: Céspica annua
- Svenska:sommarbinka
- Norsk: Trådstjerne
- Dansk: Smalstråle
Verklaring Buitenlandse namen
De Engelse naam is Daisy /Tall fleabane. Zoals bij algemeen beschreven lijkt Fijnstraal sprekend op een grote Daisy=Madeliefje. Fleabane betekent "vlooien verderf/vergif". Men verbrandde vroeger deze plant en de rook verdreef dan vlooien en andere insecten. Verschillende andere planten in Engeland hebben een soortgelijke naam. Bijvoorbeeld Heelblaadjes (Pulicaria dysenterica)
Voor de verspreiding van Erigeron annuus in Engeland zie deze kaart
De Franse naam is Vergerette annuelle
De Duitse naam is Einjähriges Berufskraut. Einjähriges wordt uitgelegd bij het tweede gedeelte van de wetenschappelijke naam. Berufkraut betekent "beroepskruid". Hiermee word bedoeld dat een beroep gedaan werd gedaan op dit kruid om een bepaalde ziekten/ongemakken te genezen/onderdrukken.
De Spaanse naam is mij onbekend.
De Italiaanse naam is Céspica annua.Het woord Cespica betekent "struik". Een verwijzing naar de vorm van de plant. Door de vele zijtakken en het bijna houtachtige uiterlijk heeft de plant veel van een struik weg. Dit geldt niet voor elke Fijnstraal. Bijv. de Muurfijnstraal (Erigeron karvinskianus) ziet er heel anders uit en heet toch Cespica in het Italiaans. Na Cespica volgt een woord dat aangeeft om welke soort het gaat. In dit geval Annua. Dit betekent "jaarlijks". De plant komt elk jaar op dezelfde plek terug.
Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
De Zweedse naam is sommarbinka. Sommar betekent natuurlijk "zomer". De periode wanneer deze plant bloeit. Alhoewel de bloei zich uitbreidt tot ver in het najaar. Het woord Binka is het algemene Zweedse woord dat gebruikt word voor het geslacht Erigeron. Het betekent zoiets als "onkruid in het veld". Voor het woord Binka staat er om welke soort het gaat.
Voor de verspreiding van Erigeron annuus in Zweden zie deze kaart.
De Noorse naam is Trådstjerne. Tråd betekent "draad/garen". Hier worden de zeer smalle lintbloemen mee bedoeld. Stjerne betekent "ster". Aangezien deze plant niets te maken heeft met Grondster heb ik het vermoeden dat dit heeft te maken met de bloem"bodem" van waaruit de zeer smalle lintbloemen steken.
De Deense naam is Smalstråle. Dit betekent "smalle stralen". Dit slaat op de smalle lintbloemen (smaller dan bijv. het Madeliefje) die rond het gele hartje stralen als de zon.
Ecologie & Verspreiding
Ecologie
Bodem
Zonnige tot soms licht beschaduwde, open plaatsen op vochtige tot natte, voedselrijke, vaak omgewerkte grond (zand, leem, klei en stenige plaatsen).
Groeiplaats
Dijken (zandige plaatsen, o.a. kanaaldijken), bermen, grasland (uiterwaarden en hooiland), langs spoorwegen (spoorbermen), afgravingen (kalk-, leem- en steengroeven), oude muren, waterkanten (ruige oevers langs rivieren), jonge bosaanplantingen, begraafplaatsen, ruigten (humeuze ruigten) en stortterreinen.
Verspreiding
Nederland
Zeldzaam in Zuid-Limburg en in het rivierengebied. Eders zeer zeldzaam.
Vlaanderen
Vrij zeldzaam in het Maasgebied en nabij enekele grote steden (met name Antwerpen en Brussel). Eders zeer zeldzaam.
Wallonië
Vrij zeldzaam in Brabant, in het Maasgebied en in de zuidelijke Ardennen. Eders zeer zeldzaam.
Wereld
Oorspronkelijk uit Noord-Amerika. Als sierplant in andere werelddelen ingevoerd en vervolgens verwilderd en ingeburgerd. In Midden-Europa al sinds de 18de eeuw.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreiding Zomerfijstraal
FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten