Fritillaria imperialis

Algemeen

Keizerskroon wordt in Europa al bijna vierhonderd jaar gekweekt, van een Gele kleur tot een diep rode en met meerdere bloemen tot een enkel exemplaar. De plant is in de zestiende eeuw vanuit Turkije in Wenen in Europa geïntroduceerd door Carolus Clusius in de zestiende eeuw en is via Wenen en Leiden naar Europa gebracht en is sindsdien een gewilde sierplant. De plant verspreid een onaangename (vossen) geur die mollen zou verdrijven. Gek genoeg is Keizerskroon familie van de Wilde kievitsbloem (Fritillaria meleagris) waar hij totaal niet op lijkt. 

De kans hem in het wild tegen te komen is heel erg klein. Aan het verspreidingskaartje is wel te zien waarom. Bijna iedereen kent Keizerskroon van een aangeplant exemplaar in de (heem)tuin dus als echte Stinsenplant of natuurlijk als sierplant. Samen met de Kievitsbloem zijn het de enige Fritillaria-soorten die in Nederland in het wild voorkomen. Keizerskroon bloeit, zoals een echte Stinsenplant betaamt,  in April en Mei.

In 1700 publiceerde de Franse botanicus Joseph Pitton de Tournefort (5 juni 1656 - 28 december 1708) al een 3-delige boekenserie Institutiones Rei Herbariae met daarin een prachtige afbeelding van de bloem (delen) van deze plant.

       

Verklaring Wetenschappelijke naam

De officiële wetenschappelijke naam is Fritillaria imperialis L.

Fritiilaria komt van Fritilus (Latijn) en betekent "dobbelbeker". Dit duidt op de vorm van het bloemdek, en de tekening daarop die aan de ogen van een dobbelsteen doen denken. Dit is alleen goed te zien aan een ander, voor ons zeer bekend familielid, de Wilde kievitsbloem (Fritillaria meleagris)

Imperialis komt van Imperium (Latijn) en betekent "heerschappij, keizerschap". Het uiterlijk van deze bloem lijkt op de kroon van een keizer.

Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter  beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit L. Dit staat voor Carl Linnaeus. In 1753 beschreef hij Fritillaria imperialis in de publicatie Species Plantarum.

   

Meer

Zie ook de Nederlandse verklaring.

Namen in andere talen

  • Frysk: Keizerskroan
  • English: Crown imperial
  • Français: Fritillaire impériale
  • Deutsch: Kaiserkrone
  • Espanõl: Corona imperial
  • Italiano: Meleagride imperiale
  • Svenska: Kejsarkrona
  • Norsk: Keisarakróna
  • Dansk: Kejserkrone

verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam Crown imperial. Dit betekent "keizerlijke kroon. Dus gelijk aan de Nederlandse naam.

Voor de verspreiding van Fritillaria imperialis in Engeland zie deze kaart.

De Franse naam is Fritillaire impériale. Dit is de Franse benaming voor de volledige wetenschappelijke naam.

De Duitse naam is Kaiserkrone. Dus ook de Duitse benaming voor de Nederlandse naam.

De Spaanse naam is Corona imperial. Dit betekent ook weer "keizerlijk kroon".

In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Italiaanse naam is Fritillaria imperiale. De Italiaanse benaming voor de volledige wetenschappelijke naam.

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Zweedse en Noorse en Deense naam naam is Kejsarkrona/Keisarakróna/Kejserkrone. Dus weer de Nederlandse naam, "keizerskroon".

Voor de verspreiding van Keizerskroon in Zweden zie deze kaart.

Ecologie & Verspreiding

Keizerskroon staat op ± voedselrijke, zonnige tot iets beschaduwde, warme, goed doorlatende, stenige bodems. In het gebied van herkomst groeit ze op stenige hellingen en struwelen in de bergen. Ze stamt uit Turkije, Kaukasus en de noordelijke delen van Irak, Iran, Afghanistan en Pakistan en is al zeer lang als sierplant in gebruik in Europa en Noord-Amerika. Ze is in de zestiende eeuw door Clusius ingevoerd in Nederland en is nu bekend van enkele plekken in het midden en noorden van het land. Dit grote, rechtop staande, onvertakte en giftig bolgewas draagt veel glimmende, overhangende bladeren en heeft een scherm met veel hangende bloemen waarboven nog een aantal bladeren uitsteekt. De bloemdekbladen zijn geel of rood en verspreiden, net als de rest van de plant een merkwaardige geur die veel weg heeft van de geur van een vos. Bestuiving geschiedt vooral door bijen en hommels, de gevormde zaden zijn afgeplat en vaak gevleugeld. 

CC-BY-SA 3.0 René van Moorsel, 2014

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding Fritillaria imperialis

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten

Foto's