Gnaphalium luteoalbum

Algemeen

In de soortbeschrijving van de verspreidingsatlas van Floron  beschrijving is te lezen dat dit een echte stadsplant aan het worden is. Deftig gezegd hij valt tegenwoordig onder de urbane flora. Het gefotografeerde exemplaar stond ook gewoon bij een bedrijfsgebouw.

Er komen in Nederland totaal minstens drie soorten Droogbloemen (Gnaphalium) voor:

Alle zijn algemene soorten en bloeien vanaf Juli tot en met oktober.E

Verklaring Wetenschappelijke naam

De officiële wetenschappelijke naam is Gnaphalium luteoalbum L.

Gnaphalium is afgeleid van het Oudgriekse γνάφαλον, Gnaphalon, dat "wolstreng" betekent. Dit verwijst naar het harige karakter van de plant.

Luteo komt van het Latijnse Luteum. Dit betekent "geel". Album is ook Latijn en betekent "wit". Dus een wit viltige plant met gele "bloemen".

Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter  beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit L. Dit staat voor Carl Linnaeus. In 1753 heeft hij Gnaphalium luteo-album  beschreven in zijn publicatie Species Plantarum. Later werd dit Gnaphalium luteoalbum dus zonder koppelteken.

     

Dit verhaal vond ik nog op de Engelse Wiki-pagina ,een ingewikkeld, maar interessant verhaal over deze soort. 

In 1829 bracht Heinrich Gottlieb Ludwig Reichenbach de soort over naar Helichrysum , maar deze naam werd niet overgenomen en de soort bleef in Gnaphalium tot 1981, toen Olive Mary Hilliard en Brian Laurence Burtt de soort overbrachten naar Pseudognaphalium .

In 2004 bleek uit een onderzoek naar de fytogenetische relaties van Helichrysum en verwante geslachten dat deze soort in Helichrysum was ontstaan . Als gevolg hiervan werd Reichenbachs lang vergeten naam voor deze soort weer tot leven gewekt. Een latere studie toonde aan dat alle bemonsterde Pseudognaphalium- soorten in Helichrysum ontstonden. Wat dit verhaal gaat betekenen voor de naamgeving in de toekomst is mij onbekend.

Meer

Zie ook de Nederlandse verklaring

Namen in andere talen

  • Frysk:  Giel sulverskier
  • English: Jersey Cudweed
  • Français: Gnaphale jaunâtre
  • Deutsch: Gelbliches Ruhrkraut
  • Espanõl: ?
  • Italiano: Canapicchia giallognola
  • Svenska: Vitnoppa
  • Norsk: Kulegråurt
  • Dansk: Gulhvid Evighedsblomst

Verklaring buitenlandse namen

De Engelse naam is Jersey Cudweed. Waar de naam jersey vandaan komt is mij onbekend. Cutweed komt van Cottonweed (Katoenkruid), verwijzend naar de vergelijking met Cottonweed (Achillea maritima) en het donzig uiterlijk van de plant

Voor de verspreiding van Bleekgele droogbloem in Engeland zie deze kaart.

De Franse naam is Gnaphale jaunâtre. Gnaphale is de Franse benaming voor het eerste gedeelte van de wetenschappelijke naam en jaunâtre betekent "gelig/geelachtig".

De Duitse naam is Gelbliches Ruhrkraut. Dit betekent "geelachtig Ruhrkruid". Rhur is de Duitse benaming voor dysenterie. Bleekgele droogbloem was een middel hier tegen.

Voor de verspreiding van Bleekgele droogbloem in Duitsland zie deze kaart.

De Spaanse naam is mij onbekend. Ik heb ook geen waarnemingen kunnen vinden.

Er zijn minstens twee Italiaanse namen.

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

  1. Canapicchia ondulata. Het woord Canapichia is mij nog onbekend. Ondulata komt van Ondulante dat "golvend" betekent. Het verwijst naar de golvende iets teruggerolde stengelbladeren.
  2. Canapicchia pagliata. Het woord Pagliata komt van Paglia dat "stro" betekent. Verwijzend naar het droge karakter van de plant.

De Zweedse naam is Vitnoppa. Dit betekent zoiets als "witte knop".

Voor de verspreiding van Bleekgele droogbloem in Zweden zie deze kaart.

De Noorse naam is Kulegråurt. Dit vertaal je ongeveer als "rond grijskruid". Niet te verwarren met het Duitse Grijskruid dat wordt gebruikt bij diverse kruiskruiden.

De Deense naam is Gulhvid Evighedsblomst. Dit betekent "geelwitte eeuwigheidsbloem". Een mooie naam in vergelijking met de oerhollandse naam, Bleekgele droogbloem.

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Zonnige, open plaatsen (pionier) op matig vochtige tot natte, matig voedselarme tot matige voedselrijke, basische, meestal kalkhoudende grond (zand en leem). Vaak op plaatsen die in de winter onder water staan en 's zomers droogvallen.

Groeiplaats
Zeeduinen (jonge duinvalleien), drooggevallen zandplaten en ingedijkte schorren aan de kust, afgravingen (zandgroeven), waterkanten (voedselarme, zandige vijveroevers en ondiepe vijvers), heide (drooggevallen bodems van heidevennen), drooggevallen greppels, natte plekken op opgespoten grond, parkeerplaatsen, langs spoorwegen (spoorwegterreinen), tussen straatstenen, bermen en kapvlakten (plekken waar bos of struweel is gekapt).

Verspreiding

Nederland
Vrij zeldzaam in Zeeland, in de Hollandse duinen, in Flevoland en in stedelijke gebieden. Elders zeer zeldzaam.

Vlaanderen
Vrij zeldzaam. Het meest in de duinen, het Antwerps havengebied (opgespoten grond) en in het Midden-Limburgse vijvergebied. Elders zeldzaam of ontbrekend.

Wallonië
Zeer zeldzaam ten zuiden van de Samber en de Maas.

Wereld
Zuidwest- en Zuid-Azië, delen van Afrika en Europa. Noordelijk tot in Midden-Engeland en Zuid-Scandinavië. Ingeburgerd in Noord-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten

Foto's