Algemeen
Wat niet iedereen weet is dat Kleverige ogentroost een halfparasiet is. In de winter groeit de wortel al uit en gaat op zoek naar de wortels van andere planten zoals gras of klaver. De plant boort deze aan en haalt hier een gedeelte van zijn voedingsstoffen. Zo heeft het in minder rijke omstandigheden een concurrentievoordeel op die andere planten, die het door toedoen van ratelaar weer moeilijker hebben. De Kleverige ogentroost heeft wel de Nederlandse naam "ogentroost" maar behoort tot een andere geslacht, Parentucellia. Het is samen met de zeer zeldzame, maar twee waarnemingen, Kleine ogentroost (Parentucellia latifolia) de enige Parentucellia-soort die in het wild voor komt in Nederland. Kleverige ogentroost bloeit in Mei tot en met September.
Er komen minstens 6 Ogentroost (Odontitus) soorten in het wild voor in Nederland:
- Beklierde ogentroost (Euphrasia officinalis) - zeer zeldzaam (1 waarneming)
- Bosogentroost (Euphrasia nemorosa) - zeldzaam
- Rode ogentroost/Late ogentroost (Odontites vernus subsp. serotinus) - algemeen
- Slanke ogentroost (Euphrasia micrantha) - zeer zeldzaam
- Stijve ogentroost (Euphrasia stricta) - algemeen
- Vierrijige ogentroost (Euphrasia tetraquetra) - vrij zeldzaam
De Kleverige ogentroost - (Parentucellia viscosa) en de Akkerogentroost (Odontites vernus subsp. vernus) hebben wel de Nederlandse naam "ogentroost" maar behoren tot een andere soort.
Verklaring Wetenschappelijke naam
Hoe komt een wetenschappelijke naam tot stand?
Een wetenschappelijke naam word niet zomaar gegeven. Iedereen (wetenschappers, floristen, liefhebbers etc.) moet tenslotte weten dat het over dezelfde plant gaat. Botanische nomenclatuur is de formele naamgeving van planten. Deze wordt geregeld door de International Code of Nomenclature for algae, fungi, and plants (ICN of ICNafp), een wetboek dat de wetenschappelijke namen van algen, schimmels en planten regelt.
Deze heet zo sinds het Internationaal Botanisch Congres in Melbourne in 2011, dat tot de naamswijziging besloot. Tot die tijd heette dit wetboek de International Code of Botanical Nomenclature (ICBN). In 1905 heeft het Internationaal Botanisch Congres van Wenen besloten om de publicatie van de eerste druk van Species plantarum te kiezen als het beginpunt van de moderne nomenclatuur voor planten. Dat betekent dat alle namen van vóór dit werk van Linnaeus niet meetellen, ook als die namen de vorm van een tweedelige naam hebben. Overige informatie staat op deze Wiki-pagina.
De officiële wetenschappelijke naam is Parentucellia viscosa (L.) Caruel
Parentucellia is de achternaam van paus Nicolaas de Vijfde waar naar deze plant is vernoemd. Dit als eerbetoon omdat hij stichter was van de Vaticaanse botanische tuin (in de 15e eeuw).
Viscosa komt van het Latijnse viscare dat "lijm/kleverig" betekent. Doelend op de vele klierharen op de gehele plant.
Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit (L.) Caruel
L. Dit staat voor Carl Linnaeus. In 1753 beschreef hij de soort als Bartsia viscosa in de publicatie Species Plantarum.
Caruel staat voor Théodore (Teodoro) Caruel (27 juni 1830 - 4 december 1898). Hij was een Italiaanse botanicus van Frans-Engelse afkomst die gespecialiseerd was in de flora van Toscane. Op 15-jarige leeftijd verhuisde hij met zijn gezin naar Florence , waar hij kort daarna een interesse ontwikkelde voor natuurwetenschappen , in het bijzonder de flora die inheems is in Toscane. In 1858 begon hij te werken als assistent van Filippo Parlatore en binnen een paar jaar kreeg hij de titel van coadjutor. Met Parlatore (spreker/vertegenwoordiger) deed hij onderzoek aan de Orto Botanico di Firenze (botanisch museum van Florence) en werkte hij aan de ontwikkeling van het herbarium van Florence. Hij wordt gecrediteerd voor de voortzetting van Parlatore's enorme " Flora Italiana " -project (eerste deel 1848), waarvan hij vanaf 1884 verschillende nieuwe delen heeft bijgedragen. In deze flora herschreef hij1885 de soort als Parentucellia viscosa.
Meer
Zie ook de Nederlandse verklaring
Namen in andere talen
- Frysk: Kleverich eachkrûd
- English: Yellow glandweed, Yellow Bartsia
- Français: Bartsie visqueuse
- Deutsch: Gelbe Teerkraut, Gelbe Bartsie
- Espanõl: ?
- Italiano: Parentucellia vischiosa, Perlina maggiore
- Svenska: Gulhö
- Norsk: Gultopp
- Dansk: Gul Bartsie
Verklaring Buitenlandse namen
Er zijn twee Engelse namen:
- Yellow Bartsia. Ook hier weer vanwege de kleur en De botanische naam Bartsia is door Linnaeus vernoemd naar Johann Bartsch (1709-1738), een botanicus en arts uit Königsberg. Deze naam komt ook in diverse andere talen terug.
- Yellow glandweed. Dit betekent "geel klierkruid". Dit vanwege de kleur natuurlijk en de overdadige hoeveelheid klierharen.
Voor de verspreiding van Kleverige ogentroost in Engeland zie deze kaart.
De Franse naam is Bartsie visqueuse. Dit betekent "kleverige Bartsia". De klierharen op de stengel en bladeren van deze Bartsia (zie Engelse naam) zijn kleverig.
Er zijn twee Duitse namen:
- Gelbe Teerkraut. Dit betekent "geel teerkruid". Dus naar het kleverige spul teer.
- Gelbe Bartsie. Dit betekent ook weer "gele Bartsie".
De Spaanse naam is mij onbekend.
Er zijn twee Italiaanse namen:
- Parentucellia vischiosa. Deze naam is gelijk aan de wetenschappelijke naam.
- Perlina maggiore. Dit betekent "grote kraal". Waarom is mij nog niet bekend.
Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
De Zweedse naam is Gulhö. Dit betekent "gele hooi". Waarom is mij nog niet bekend.
Voor de verspreiding van Kleverige ogentroost in Zweden zie deze kaart.
De Noorse naam is Gultopp. Dit betekent "gele top". Dit omdat de bovenkant van de plant als eerste bloeit.
De Deense naam is Gul Bartsie. Deze naam komt ook terug in de Engels, Franse en Duitse naam terug. De verklaring staat bij de tweede Engelse naam.
Ecologie & Verspreiding
Ecologie
Bodem
Zonnige, vrij open plaatsen (in een ijle grasmat, pionier) op natte tot vochtige, voedselarme tot matig voedselrijke, zwak zure tot kalkhoudende, humusarme zandgrond.
Groeiplaats
Drooggevallen zandplaten, opgespoten grond en grasland (vaak gemaaid gemaaid, vrij schraal grasland en grasland dicht bij zee).
Verspreiding
Nederland
Zeldzaam, maar plaatselijk vrij algemeen in Zeeland, in de Wieringermeerpolder en bij Amsterdam. Elders zeer zeldzaam.
Vlaanderen
Zeer zeldzaam.
Wallonië
Niet in Wallonië.
Wereld
Zuidwest-Azië, Noord-Afrika en Zuid- en West-Europa. Noordelijk tot in Nederland en Engeland.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreiding
FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten