Lamiastrum galeobdolon subsp. galeobdolon

Algemeen

Alhoewel deze plant inheems is (hij komt hier van nature voor) komt hij in Nederland niet vaak voor. Bijna iedereen kent de Gele dovenetel dan ook als Stinzenplant of als cultivar. En dit zijn er nogal wat.

O.a.

  • Bonte gele dovenetel: Lamiastrum galeobdolon subsp. argentatum
  • Lamiastrum galeobdolon 'Herman's Pride'
  • Lamiastrum galeobdolon 'Variegatus'
  • Lamiastrum galeobdolon subsp. flavidum is een ondersoort die in Europa voorkomt in de Alpen en de Apennijnen
  • Lamiastrum galeobdolon 'Silberteppich'
  • Lamiastrum galeobdolon subsp. luteum is een ondersoort
  • Lamiastrum galeobdolon subsp. montanum Deze ondersoort komt voor in Zuid-Europa.

En zoals het een echte Stinzenplant betaamt bloeit hij in April tot en met Juni.

Alleen de Bonte gele dovenetel (Lamiastrum galeobdolon subsp. argentatum) komt in Nederland veelvuldig voor als verwilderde tuinplant.

Op de website van Flora van Nederland is een Videodeterminatie van deze plant te zien.

Verklaring Wetenschappelijke naam

Een wetenschappelijke naam word niet zomaar gegeven. Iedereen (wetenschappers, floristen, liefhebbers etc.) moet tenslotte weten dat het over dezelfde plant gaat. Botanische nomenclatuur is de formele naamgeving van planten. Deze wordt geregeld door de International Code of Nomenclature for algae, fungi, and plants (ICN of ICNafp), een wetboek dat de wetenschappelijke namen van algen, schimmels en planten regelt.

Deze heet zo sinds het Internationaal Botanisch Congres in Melbourne in 2011, dat tot de naamswijziging besloot. Tot die tijd heette dit wetboek de International Code of Botanical Nomenclature (ICBN). In 1905 heeft het Internationaal Botanisch Congres van Wenen besloten om de publicatie van de eerste druk van Species plantarum te kiezen als het beginpunt van de moderne nomenclatuur voor planten. Dat betekent dat alle namen van vóór dit werk van Linnaeus niet meetellen, ook als die namen de vorm van een tweedelige naam hebben. Overige informatie staat op deze Wiki-pagina.

De officiële wetenschappelijke naam is Lamiastrum galeobdolon (L.) L. of (l.) Lamiastrum galeobdolon Ehrend. & Polatschek

Lamiastrum is afgeleid van Lamos (Grieks) en betekent "muil, keelgat". Dit slaat op de muilvormige bloemkroon. In een oude beschrijving van de Dovenetel staat dat de bloem lijkt op de smoel van een katachtige, wanneer die bijten wil.

Galeolobdolon komt van Galea (Grieks) en betekent "bunzing,wezel of marter" en beo (Grieks) wat stank betekent. Dit zou betekenen dat deze plant zou stinken als een wezel. Nee dus. Misschien wordt een andere lipbloemige bedoeld. Stinkende ballote (Ballote nigra) misschien?

Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter  beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit (L.) Ehrend. & Polatschek.

L. staat voor Carl Linnaeus. In 1753 beschreef hij de soort als Galeopsis galeobdolon twee keer. Voor het eerst de publicatie Species Plantarum en later in 1759 in de publicatie Amoenitas Academicae als Lamium Galeopdolon

          

Ehrend. staat voor Friedrich Ehrendorfer (geboren 26 juli 1927 in Wenen ). Hij is een Oostenrijkse botanicus en plant systematist. In 1966 herschreef hij samen met Polatchek de soort als Lamiastrum galeobdolon in de publicatie Oesterreichische Botanische Zeitschrift. Ik heb deze publicatie nog niet gevonden en heb hiervan dus geen voorbeeldfoto.

Polatschek staat voor Adolf Polatschek (1932–2015). Hij was een Oostenrijkse botanicus.

Meer

Zie ook de Nederlandse verklaring.

Namen in andere talen

  • Frysk: Giele dôvenettel
  • English: Yellow Archangel
  • Français: Lamier jaune, Lamier doré
  • Deutsch: Goldnessel
  • Espanõl: Ortiga amarilla
  • Italiano: Ortica mora
  • Svenska: Gulplister
  • Norsk: Gulltvitann
  • Dansk: Guldnælde

Verklaring buitenlandse namen

De Engelse naam is Yellow Archangel: Dit betekent "gele aartsengel". Door het uiterlijk van deze bloem lijkt hij iets meer op een engel dan andere lipbloemigen. Doordat de onderlip van de gele bloemen is opgedeeld in drie spitse slippen. De zijslippenvallen hierdoor goed op (als engelenvleugels). Bij de andere dovenetels vind je slechts kleine zijslippen die in een tand eindigen.

Voor de verspreiding van Gele dovenetel in Engeland zie deze kaart.

De Franse naam is Lamier jaune. Dit betekent "lamium geel". Het is een combinatie van het eerste gedeelte van de wetenschappelijke naam (lamier) en het eerste gedeelte van de Nederlandse naam (jaune).

De Duitse naam is Goldnessel. Dit betekent "goudnetel", een mooie naam voor een Gele dovenetel.

Voor de verspreiding van Gele dovenetel in Duitsland zie deze kaart.

De Spaanse naam is Ortiga amarilla. Dit betekent "gele ortiga". Het woord Geel is hier belangrijk want de naam Ortiga word in Spanje ook gebruikt voor o.a een Dovenetel en een Brandnetel. 

In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Italiaanse naam is Ortica mora. Ortica is de Italiaanse benaming voor het tweede gedeelte van de een Brandnetel. Dit woord uitgelegd bij de verklaring van de Nederlandse naam. Mora betekent "braam". Waarschijnlijk heeft dit te maken met de gelijkenis van de stengelbladeren.

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Zweedse naam is Gulplister. Gul betekent "geel" en Plister is de algemene Zweedse naam voor "netel". Eigenlijk is het de Zweedse naam voor de Zenegroen (Ajuga) familie.

Voor de verspreiding van Gele dovenetel in Zweden zie deze kaart.

De Noorse naam is Gulltvitann. Dit betekent "gouden tweetand". Gouden is al uitgelegd. Met tweetand word bedoeld dat de roodpaarse bloemkronen een rechte kelkbuis hebben en dat de twee zijslippen een draadvormig tandje hebben. Het gaat hier natuurlijk om de Paarse dovenetel (Lamium purpureum) maar een Dovenetel-soort heet in Noorwegen vaak Tvitann.

De Deense naam is Guldnælde. Dit betekent "gouden netel, net zoals de Duitse naam.

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Half beschaduwde tot beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke, zwak zure tot vaak kalkhoudende grond met een goede strooiselvertering (zand en leem).

Groeiplaats
Bossen (loofbossen en parkbossen), struwelen, hakhout, houtwallen en waterkanten (afkalvende bosbeekoevers).

Verspreiding

Nederland
Vrij algemeen in Zuid-Limburg, Twente en de Achterhoek, vrij zeldzaam in Noord-Brabant en in het Midden-Nederlandse rivierengebied.

Vlaanderen
Algemeen, maar zeldzaam tot zeer zeldzaam in het westen van het land en in de Kempen.

Wallonië
Algemeen, maar zeldzaam in de Hoge Ardennen.

Wereld
Midden-Europa, van Noord-Spanje, Zuid-Italië en de Balkan tot in Noord-Engeland, Zuid-Zweden, Midden-Rusland en in de Kaukasus.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding Lamiastrum galeobdolon subsp. galeobdolon

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten

Foto's