Lilium bulbiferum subsp. croceum

Algemeen

Waarom nu een artikel van een plant met letterlijk maar een paar waarnemingen in Nederland. Juist, omdat dit een opvallende plant is. Letterlijk want een roggelelie kan zo maar 1 meter hoog worden en de bloemen zijn vel oranje, en figuurlijk want de plant is iconisch voor een graan/rogge-akker. Alhoewel de plant vroeger als een lastig onkruid werd gezien. Lees maar in dit stukje uit de Flora Batava van 1881.

Maar helaas, net als zoveel soorten, is de Roggelelie is zeer zeldzaam geworden door de moderne landbouwmethoden als vruchtwisseling, dieper ploegen en het verzamelen voor commerciële doeleinden. 

Een leuk weetje, een jonge Willem III, koning-stadhouder, is afgebeeld met een roggelelie.

De bloem is een politiek symbool geworden in Noord-Ierland (Orangeman’s Day, 12 juli) en staat in vele tuinen in de protestantse wijken. Deze dag staat bekend als The Twelfth. Naast deze zeer zeldzame Lelie-soort (Lilium) komt de eveneens zeer zeldzame Turkse lelie (Lilium martagon), eigenlijk een verwilderde tuinplant, in het wild voor in Nederland. Ook de voortplanting van deze plant is best bijzonder. Voortplanting gebeurt voornamelijk door broedbolletjes die onder de grond worden gevormd, dat niet meer gebeurt door die eerder genoemde moderne landbouwmethoden, terwijl het absoluut geen Stinzenplant is. Want Roggelelie bloeit pas in Juni en Juli.

Verklaring Wetenschappelijke naam

Een wetenschappelijke naam word niet zomaar gegeven. Iedereen (wetenschappers, floristen, liefhebbers etc.) moet tenslotte weten dat het over dezelfde plant gaat. Botanische nomenclatuur is de formele naamgeving van planten. Deze wordt geregeld door de International Code of Nomenclature for algae, fungi, and plants (ICN of ICNafp), een wetboek dat de wetenschappelijke namen van algen, schimmels en planten regelt.

Deze heet zo sinds het Internationaal Botanisch Congres in Melbourne in 2011, dat tot de naamswijziging besloot. Tot die tijd heette dit wetboek de International Code of Botanical Nomenclature (ICBN). In 1905 heeft het Internationaal Botanisch Congres van Wenen besloten om de publicatie van de eerste druk van Species plantarum te kiezen als het beginpunt van de moderne nomenclatuur voor planten. Dat betekent dat alle namen van vóór dit werk van Linnaeus niet meetellen, ook als die namen de vorm van een tweedelige naam hebben. Overige informatie staat op deze Wiki-pagina.

De officiële wetenschappelijke naam is  (Lilium bulbiferum subsp. croceum Chaix) Baker

Lilium betekent simpelweg een plant uit de lelie-familie (Liliaceae).

Bulbiferum is Latijn en betekent "boldragend". De Roggelelie heeft een eironde, witte bol, bedekt met enkele brede, spitse schubben. 

Subsp. is een afkorting van subspecies. Dit is Latijn en betekent letterlijk "onder de soort". Hiermee wordt bedoeld dat het geen losstaande soort is maar een iets afwijkende plant dan zijn/haar originele soort.

croceum is Latijn en betekent "geel/goud/safraan kleurig". Waarom deze naam zo afwijkt van de werkelijke kleur is mij nog onbekend. In Twente en de Achterhoek wordt de plant soms gele lelie genoemd, dat dan weer wel. De andere soort is de Oranje lelie, Lilium bulbiferum subsp. bulbiferum. Volgens waarnemingen.nl word deze Lelie nog wel eens ingevoerd als zijnde een Roggelelie. Meestal klopt dit niet, de Oranje lelie is een ontsnapte tuinplant.

Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter  beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit Chaix en Baker

Chaix staat voor Dominique Chaix ( 1730-1799 ). Hij was een Franse botanicus en priester, pastoor van Les Baux, een gehucht van La Roche-des-Arnauds in de Hautes -Alpes. Hij was mentor en vriend van Dominique Villars (deze botanicus heeft o.a Vogelmuur (Stellaria media beschreven). In 1758 werd hij benoemd tot pastoor van Les Baux. Daar verzamelde hij botanische planten uit de regio en bracht elk jaar zo'n vijftig zeldzame of voor botanici onbekende planten mee terug. Deze kweekte hij in zijn tuin van 800 m² , waarna hij ze in een herbarium zette om ruimte te maken voor andere planten. Zo ontmoette hij in 1765 in Le Noyer en Champsaur de jonge Dominique Villars , 15 jaar jonger dan hij. Dominique Chaix is ​​de auteur van een catalogus van planten uit de omgeving van Gap, gepubliceerd in Grenoble in 1785 onder de titel Plantae Vapincenses sive enumeratio in agro Vapincensi observatarum stirpium , en het jaar daarop gereproduceerd door Villars in het eerste deel van zijn Histoire des plantes de Dauphiné . Het herbarium, de manuscripten en de correspondentie van Abbé Chaix zijn ook bewaard gebleven. In 1786 beschreef hij Lilium croceum in de publicatie Histoire Des Plantes De Dauphine (wel uitgegeven door Villars)

     

Baker staat voor John Gilbert Baker (13 januari 1834 - 16 augustus 1920). Hij was een Engelse botanicus. Hij o.a. in de bibliotheek en het herbarium van de Royal Botanic Gardens, Kew tussen 1866 en 1899, en was beheerder van het herbarium van 1890 tot 1899. Hij schreef handboeken over veel plantengroepen, waaronder Amaryllidaceae , Bromeliaceae , Iridaceae , Liliaceae en varens. John G. Baker werd in 1878 verkozen tot Fellow van de Royal Society. In 1871 herschreef hij de soort als Lilium bulbiferum subsp. croceum in het tijdschrift Gardeners' Chronicle. De juiste pagina heb ik nog niet kunnen vinden.

Meer

Zie ook de Nederlandse verklaring

Namen in andere talen

  • Frysk: Roggeleelje
  • English: Orange lily
  • Français: Lis à bulbille
  • Deutsch: Feuer-Lilie
  • Espanõl: Azucena anaranjada
  • Italiano: Giglio bulbifero
  • Svenska: Brandlilja
  • Norsk: Brannlilje
  • Dansk: Brand-Lilje

Verklaring Buitenlandse namen

De Engelse, Franse en Duitse naam spreekt voor zich.

Voor de verspreiding van Roggelelie in Engeland zie deze kaart.

Voor de verspreiding van Roggelelie in Duitsland zie deze kaart.

De Spaanse naam is Azucena anaranjada. Dit betekent "oranje madonna-lelie". Azucena is een Spaanse voornaam dat zoiets betekent als "Maria moeder van Jezus". De Madonna-lelie is nomaal wit dus Ananjada dat "oranje" betekent, geeft aan dat deze Lelie een andere kleur heeft.

In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Italiaanse naam is Giglio bulbifero. Dit is de Italiaanse benaming voor de totale wetenschappelijke naam.

De Zweedse, Noorse en Deense naam is min of meer gelijk, Brandlilja/Brannlilje/Brand-Lilje. Dit betekent natuurlijk "brandlelie".

Voor de verspreiding van Roggelelie in Zweden zie deze kaart.

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Zonnige tot half beschaduwde plaatsen op matig vochtige, matig voedselarme tot voedselrijke, goed doorlatende, zwak zure, kalkarme, maar soms kalkhoudende grond (zand, löss en stenige plaatsen).

Groeiplaats
Akkers (roggeakkers en akkerranden), bossen (open plekken), bosranden, struwelen, kreupelhout, ruigten, rivierduinen en rotsachtige berghellingen.

Verspreiding

Nederland
Zeer zeldzaam, o.a. in Drenthe.

Vlaanderen
In 1970 gevonden bij Turnhout. Nadien niet weer.

Wallonië
Mogelijk nog zeer zeldzaam op de Sint Pietersberg (Lanaye).

Wereld
In Midden- en Zuid-Europa, hoofdzakelijk in gebergten, maar in het noorden van Duitsland en in het oosten van Nederland ook in de laagvlakte.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding Roggelelie

Verspreiding Roggelelie

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten