Narcissus pseudonarcissus subsp. pseudonarcissus

 

Dichtersnarcis

Hoepelroknarcis

Algemeen

Bovenstaande foto's tonen een paar van de vele verschijningsvormen van deze plant. Naar aanleiding van het verspreidingskaartje is goed te zien dat de "echte wilde Narcis" een zeldzame verschijning is. Een compleet verhaal over de "oernarcis" en het voorkomen in Nederland is te vinden op de site van Stadsplanten.nl  Hij bloeit natuurlijk in Maart, April en Mei.

Verklaring Wetenschappelijke naam

De officiële wetenschappelijke naam is Narcissus pseudonarcissus L.

Voor het woord Narcissus is één verklaring. Het is een naam die voort komt uit het mythologische verhaal van Narcissus. Hier volgt het mooie en iets wat lang verhaal over deze figuur.

Echo was een mooie maar veel te praatgrage nimf (soms bleef ze tot vervelens toe praten). De oppergod Zeus bedroog vaak zijn vrouw Hera met mooie nimfen. Op een dag was Hera op zoek naar haar man, want ze vermoedde dat hij zich weer "amuseerde" met de nimfen. Echo hield haar echter aan de praat zodat ze konden ontsnappen. Toen de godin dit doorhad strafte ze Echo en ontnam ze haar de mogelijkheid om het woord te nemen. Echo kon dus nooit meer zelf een gesprek beginnen.

Narcissus was een mooie jongeman die leefde voor de jacht. Hij had al heel wat harten sneller doen kloppen (van vrouwen én van mannen, want homoseksualiteit was niet ongewoon bij de oude Grieken). Zijn moeder had van de ziener Tiresias de voorspelling gekregen dat hij zou blijven leven als hij zichzelf maar niet kende. Narcissus wilde echter niets van liefde weten en wees iedereen af. Enkel de jacht interesseerde hem.

Op een dag zag Echo de mooie jongeling tijdens een jacht in de bergen. Ze werd meteen verliefd en volgde hem waar hij ook ging. Echo wilde dat ze hem kon aanspreken zodat hij tegen haar zou praten, maar door haar straf kon ze dit niet. Ze wachtte tot hij eerst zou spreken, want ze was meer dan klaar om hem een antwoord te geven. Op een dag werd Narcissus gescheiden van zijn gezellen en hij hoorde iets in zijn buurt. Hij vroeg "Wie is daar?" en Echo antwoordde met dezelfde vraag. Narcissus keek in het rond maar zag niemand, waarop hij de stem vroeg om zich te vertonen. Echo antwoordde met dezelfde woorden, waarop hij vroeg waarom de stem hem negeerde. De nimf herhaalde zijn vraag, waarop de jongeman vroeg om hem te vergezellen. Wederom antwoordde de nimf met heel haar hart met dezelfde vraag, naar hem toe rennend, klaar om hem in haar armen te sluiten. Op dat moment trok Narcissus zich echter terug, roepend dat ze van hem weg moest blijven.

Echo werd helemaal verscheurd door deze belediging. Narcissus verliet haar en de nimf trok zich in schaamte terug in de bossen. Vanaf die dag leefde ze in grotten. Geleidelijk aan vervaagde ze van verdriet tot haar fysieke vorm verdwenen was en enkel haar stem nog overbleef. Met haar stem is ze nog steeds klaar om op elk moment te antwoorden. Tijdens een wandeling in de bergen is Echo nooit veraf, altijd klaar om het laatste woord te hebben.

Narcissus verging het niet veel beter. Dit was niet de eerste keer dat hij zo wreed een aanbidder wegjoeg. Alle anderen had hij net zo bruut verjaagd. Zo was er op een dag een maagd die hem tevergeefs probeerde te verleiden. In een gebed aan de goden vroeg ze om Narcissus ook eens te laten voelen hoe het was om iemand lief te hebben die je liefde niet beantwoordt. Volgens sommige bronnen was het een wraakgodin, volgens anderen was het Aphrodite zelf die haar gebed beantwoordde en haar wens in vervulling deed gaan.

Zo kwam de jonge jager op een dag aan bij een heilige vijver,, waarvan het water kristalhelder was, waar de herders nooit langskwamen met hun kuddes, waar geen berggeit of ander dier zich vertoonde. Zelfs bladeren en takken van de bomen durfden er niet in te vallen. Overal rondom groeide het gras mooier dan elders en de rotsen beschutten het tegen de zonnestralen. Moe van het jagen besloot Narcissus om daar even tot rust te komen en zijn dorst te lessen met het water. Toen hij zich voorover boog zag hij zijn weerspiegeling in het wateroppervlak.

Zo bleef hij daar zitten, in bewondering starend naar de heldere ogen, het krullend haar, de ronde kaken, de ivoren hals, licht gescheiden lippen, en de blakende gezondheid en conditie in het algemeen van deze verschijning. Hij werd verliefd op zichzelf.

Hij bracht zijn lippen naar het water in een poging om de verschijning te kussen, hij stak zijn armen uit om het beeld te omhelzen. Zijn geliefde vluchtte weg maar kwam terug toen het water weer kalm was en trok opnieuw zijn aandacht. Hij kon zichzelf er niet meer toe brengen om van het water weg te kijken, hij dacht niet meer aan eten en drinken, of aan rust, enkel aan de verschijning in het water. Hij probeerde ermee te spreken, maar kreeg geen antwoord. Hij begon te huilen maar zijn tranen verstoorden het beeld, waarop hij begon te schreeuwen en vroeg of de verschijning wilde stoppen met hem steeds te verlaten. Zo ging het een hele tijd verder, en Narcissus takelde af. Hij verloor zijn kleur, zijn levenskracht en zijn schoonheid die eens zo betoverend was voor de nimf Echo. Die bleef echter dicht bij hem en bleef zijn verdrietige kreten herhalen. Uiteindelijk kwijnde Narcissus helemaal weg en stierf. De nimfen rouwden om hem, vooral de waternimfen, en bereidden zijn lijkverbranding voor, maar het lichaam was nergens te vinden. Het enige wat van hem overbleef was een bloem (volgens sommigen was dit door toedoen van Aphrodite, die hem uit medelijden toch nog liet voortleven, zij het als bloem), geel van binnen, en omringd met witte blaadjes, die nu nog steeds herinnert aan Narcissus.

Tot op de dag van vandaag vinden we restanten van dit verhaal in de bloem Narcis.

Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter  beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit L. Dit staat voor Carl Linnaeus. In 1753 beschreef hijNarcissus pseudonarcissus in de publicatie Species Plantarum. Door de enorme populariteit van de plant is er een ongelofelijke hoeveelheid aan variaties en ondersoorten bekend. Zie bijv. deze site. De betekenis van naam Pseudonarcissus is mij nog onbekend.

     

Meer

Zie ook de Nederlandse verklaring.

Namen in andere talen

  • Frysk: Titelroas
  • English: Wild Daffodil
  • Français: Jonquille
  • Deutsch: Gelbe Narzisse
  • Espanõl: Narciso
  • Italiano: Narciso trombone
  • Svenska: Påsklilja
  • Norsk: Påsklilja
  • Dansk: Påsklilja

verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam is Wild Daffodil. Dit betekent "wilde daffodil". De naam komt uit het Middel Engelse Affodill of Asphodel. (rond 1400 na Chr.). Dit komt weer uit het Middeleeuwse Latijnse Affodillus/Asphodelus. Volgens de oude Grieken waren de bloemen van de Wilde Narcis identiek de plant van Asphodel. Hier is wel enige fantasie voor nodig. Het gaat waarschijnlijk om deze plant. In Nederland is ook een plant bekent met de naam Asphodel (Beenbreek (Narthecium ossifragum)) maar deze plant is absoluut geen familie.

Voor de verspreiding van Narcissus pseudonarcissus subsp. pseudonarcissus  in Engeland zie deze kaart

De Franse naam is Jonquille. Dit komt van de "echte" gele Narcis, de Narcissus jonquille. Deze naam is afgeleid van het Spaanse junquillo. Dit is weer het verkleinwoord van is Junco. dat "bloembies/riet" betekent. Dit naar de gelijkenis van de smalle stengelbladeren van de Narcis.

De Duitse naam is Gelbe Narzisse. Dit betekent "gele narcis". Refererend aan de "echte" Narcis, de Narcissus jonquilla.

De Italiaanse naam is narciso trombone. Deze naam behoeft geen uitleg. Alhoewel die "trombone" soms is weggecultiveerd. Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. De hier genoemde naam kan ook nog varianten hebben.

De Zweedse, Noorse en Deense naam is Påsklilja. Dit betekent "paaslelie". Dit vanwege het feit dat deze plant vaak met pazen bloeit. Vroeger werd de Narcis ingedeeld bij de Leliefamilie ( Liliaceae).

Voor de verspreiding van Narcissus pseudonarcissus in Zweden zie deze kaart.

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op matig vochtige tot vrij natte, matig voedselarme tot matig voedselrijke, neutrale tot vaak zwak zure, humeuze grond (zandig leem, leem en laagveen).

Groeiplaats
Grasland (beekdalgrasland en bergweiden), bermen, bossen (lichte loofbossen, bij buitenplaatsen en moerasbossen), bosranden, bosjes, soms op ruderale plaatsen en hellingen.

Verspreiding

Nederland
Zeldzaam. Ook als stinsenplant.

Vlaanderen
Vrij zeldzaam in de Leemstreek. Elders meestal alleen als stinsenplant.

Wallonië
Vrij algemeen tot vrij zeldzaam in Brabant, in het Maasgebied en in de Ardennen.

Wereld
In West-Europa, van Groot-Brittannië en Nederland tot in Midden-Spanje, oostelijk tot in Beieren en Italië. In andere delen van Europa plaatselijk verwilderd, evenals in o.a. Noord-Amerika. Trompetnarcis: Oorspronkelijk uit Zuidwest-Europa.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding Narcissus pseudonarcissus subsp. pseudonarcissus

 

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten