Algemeen
De Witte waterkers is het zeldzamere broertje/zusje van Gele waterkers (Rorippa amphibia). De plant kennen we als Waterkers het hebben over eetbaar of bij medicinale eigenschappen. Maar bij determineren goed uitkijken of je de juiste te pakken hebt want de plant lijkt veel op de veel algemenere Slanke waterkers (Rorippa microphylla/Nasturtium microphyllum). Witte waterkers bloeit Mei en September.
Op de website van Flora van Nederland is een Videodeterminatie van deze plant te zien.
Er zijn minstens 5 soorten Waterkers (Rorippa) dus een goede flora biedt uitkomst. De volgende soorten komen voor in Nederland:
- Akkerkers (Rorippa sylvestris) - Algemeen
- Gele waterkers (Rorippa amphibia) - Algemeen
- Moeraskers (Rorippa palustris) - Algemeen
- Oostenrijkse kers (Rorippa austriaca) - Vrij zeldzaam
- Slanke waterkers (Nasturtium microphyllum/Rorippa microphylla) - Algemeen
- Witte waterkers (Nasturtium officinale/Rorippa nasturtium-aquaticum) - Vrij zeldzaam
Verklaring wetenschappelijke naam
De officiële wetenschappelijke naam is Nasturtium officinale W.T.Aiton of Nasturtium officinale R. Br.
Rorippa komt van Rorippen. Dit is een Saksische volksnaam waarvan de betekenis verder niet bekend is.
Er zijn twee mogelijke verklaringen voor het woord Nasturtium:
Het woord Nasturtium is afgeleid van de Latijnse woorden Nasus dat "neus" betekend en Tortium dat "kwelling" betekent. Dit omdat de bladeren bij het stuk wrijven/kneuzen een scherpe, mosterdachtige geur verspreiden, die het neusslijmvlies prikkelt.
Het woord Nasturium is afgeleid van het Griekse Anastrution. Dit was een middel tot herstel en dat is woord is weer afkomstig van het Griekse Anastuoo dat "oprichten" betekent. Dus dit middel zou je helpen oprichten/herstellen.
De officina was het gebouw, meestal een bijgebouw, in middeleeuwse kloosters waar medische monniken medicijnen en farmaceutische preparaten bereidden om zieken te genezen. Daarin werden gedroogde extracten, infusies, afkooksels, tincturen en destillaten bereid. Vaak was de officina verbonden aan de geneeskrachtige of kruidentuinen, ook ingesloten binnen het kloostergebied.
Toen Linnaeus het binomiale nomenclatuursysteem, de wetenschappelijke naam bestaande uit de geslachtsnaam en de soortnaam (bijv. Taraxacum officinale), uitvond, gaf hij de specifieke naam Officinalis aan tientallen kruiden en planten waarvan het medische gebruik in voorgaande millennia was vastgesteld. In de 1735 (1e editie) van zijn Systema Naturae erkende hij de historische tradities van genezing door tientallen planten te benoemen met de soortaanduiding Officinalis/Officinale, als algemene kwalificatie. Letterlijk betekent dit dus "van de officina". Het belichaamde de soortnaam Officinalis/Officinale, dus de geschiedenis van vele eeuwen van medicinaal gebruik en gezondheidskennis.
Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit R. Br.
Dit staat voor William Townsend Aiton (2 februari 1766 - 9 oktober 1849) was een Engels botanicus. In 1812 beschreef Aiton Sisymbrium officinale in de publicatie Hortus Kewensis.
R.Br. staat voor Robert Brown ( 21 december 1773 - 10 juni). Hij was een Schotse arts en een belangrijke botanicus. In 1795 was hij als militair arts in Ierland gestationeerd . Hij verzamelde daar talloze planten en ontmoette de Londense botanicus Sir Joseph Banks , die hem in staat stelde om op een onderzoeksschip deel te nemen aan een reis naar Australië . Van 1801 tot 1805 verzamelde en bestudeerde Brown daar bijna 4000! grotendeels onbekende plantensoorten. Uit eerbetoon werd hij o.a. 1812 verkozen tot Fellow of the Royal Society. Daarna volgde nog vele andere benoemingen. In 1849 tot 1853 was Brown voorzitter van de Linnean Society en publiceerde talrijke geschriften. O.a. de Prodromus Florae Novae Hollandiae et Insulae van-Diemen. In 1812 beschreef hij Nasturtium officinale in de publicatie Hortus Kewensis, maar persoonlijk kan hierin niks vinden en lijkt het er op dat Aiton deze plant beschreef en niet Brown.
Namen in andere talen
- Frysk: Wyt wetterleppeltsje
- English: Water-cress
- Français: Cresson de fontaine
- Deutsch: Gewöhnliche Brunnenkresse
- Espanõl: Berro de agua
- Italiano: Crescione d'acqua
- Svenska: Källfräne
- Norsk: Grøn engelskkarse
- Dansk: Tykskulpet Brøndkarse
Verklaring Buitenlandse namen
De Engelse naam is Water-cress. Dit betekent "waterkers". Dit is de officiële Waterkers in Engeland. Alleen als de kleur of vorm anders is wordt de naam aangepast. Bijv. Gele waterkers (Rorippa amphibia) heet Great yellow-cress.
De Franse naam is Cresson de fontaine. Dit betekent natuurlijk "fontijn-kers". Dit geeft ook weer prima aan wat de voorkeur van groeiplaats is (snelstromend water en vochtige plaatsen).
De Duitse naam is Gewöhnliche Brunnenkresse. Dit betekent "gewone bron-kers" dus nagenoeg hetzelfde als de Franse naam.
De Spaanse en Italiaanse naam is nagenoeg gelijk, Berro de agua/crescione d'acqua. Het enige wat ik kon vinden is dat Berro is afgeleid van het Keltische Bẹrŭro. Wat dit letterlijk betekent is mij onbekend. Maar met Berro wordt in Spanje en Italië een Kers-soort bedoeld, in dit geval (Witte) waterkers want Agua/Acqua betekent natuurlijk "water".
In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
De Zweedse naam is Källfräne. De exacte betekenis van dit woord is mij nog onbekend.
De Noorse naam is Grøn engelskkarse. Grøn betekent "groente". Engelsk betekent "Engelse" en Karse betekent "kers". Dus Engelse groente kers. Deze plant werd/wordt o.a in Engeland veel als groente geteeld en gegeten.
De Deense naam isTykskulpet Brøndkarse. Tyks betekent "verdikte". Kulpet betekent waarschijnlijk de "vruchten" en Brøndkarse betekent "bron/water kers".
Ecologie & Verspreiding
Ecologie
Bodem
Zonnige plaatsen in ondiep, helder, matig voedselrijk tot voedselrijk, kalkhoudend, soms stilstaand, maar meestal stromend tot snel stromend, zuurstofrijk, zoet of zwak brak water. Ook op natte bodems.
Groeiplaats
Water en waterkanten (beken, rivieren, kwelsloten en greppels), moerassen, bronnen, grasland (drassige weiland langs rivieren en kreken met getijdeninvloed en uiterwaarden), grienden en zeeduinen (sloten aan de duinrand).
Verspreiding
Nederland
Plaatselijk vrij algemeen in Zuid-Limburg en in het zoetwatergetijdengebied. Elders vrij zeldzaam tot zeldzaam.
Vlaanderen
Vrij algemeen, maar zeldzaam in de Kempen.
Wallonië
Vrij algemeen, maar zeldzaam in de Ardennen.
Wereld
Oorspronkelijk uit Europa en Azië. Nu in alle werelddelen, in gebieden met een gematigd of warm klimaat.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Planten in het nieuws
Meer
Zie ook de Nederlandse verklaring.
Verspreiding
FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten