Distelbremraap

©Martin Stevens


Algemeen

De planten uit de Bremraapfamilie zijn een van de weinige planten in Nederland die parasiteert op diverse specifieke soorten andere planten. Hij dood deze niet maar maakt gebruik van de voedingsstoffen waar de Bremraap dan weer van leeft  Met hun wortels onttrekken ze water en opgeloste stoffen aan de wortels van andere planten, maar de planten zijn zelf ook in staat tot fotosynthese. Alleen diverse soorten Ratelaar en Ogentroost doen dit ook. Al deze planten zijn een halfparasiet.

Je zou denken dat deze Bremraap wel vaker voorkomt aangezien hij parasiteert op vederdistels (Cirsium), distels (Carduus), Carlina, Knautia en Scabiosa. Niet dus! Als je het verspreidingskaartje ziet dan komt hij alleen voor op een paar plekken bij rivieren. Kennelijk luistert de grond soort nauw. Hij staat ook op de Rode lijst als gevoelig. De Distelbremraap bloeit in Juni en Juli.

Er komen in minstens 8 soorten Bremraap (Orobanche) in het wild voor in Nederland:

  • Bitterkruid bremraap (Orobanche picridis) - zeldzaam
  • Blauwe bremraap (Orobanche purpurea) - zeldzaam
  • Distelbremraap (Orobanche reticulata) - zeer zeldzaam
  • Grote bremraap (Orobanche rapum-genistae) - zeer zeldzaam
  • Klavervreter (Orobanche minor) - zeldzaam
  • Klimopbremraap (Orobanche hederae) - zeldzaam
  • Walstrobremraap (Orobanche caryophyllacea) - zeldzaam
  • Tijmbremraap (Orobanche alba) - komt niet meer voor in Nederland

Verklaring Wetenschappelijke naam

De officiële wetenschappelijke naam is Orobanche reticulata Wallr.

De naam Orobanche afgeleid van het Orobos (Grieks) en betekent "erwt" en Agchein (Grieks) wat "wurgen" betekent. Deze plant parasiteert op een andere planten. Vaak op planten van de familie van de erwt (fabacea), vandaar deze naam. Dat wil zeggen, hij heeft geen chlorofyl en kan dus niet leven zonder een andere plant te "wurgen" (er op parasiteren) zoals op bijv. de onderstaande lijst.

Reticulata komt van Reticula (Latijn) en betekent "netwerk". Dit slaat op het wurgen en het onttrekken van voedingsappen uit de voedsterplant parasiteren). Dit is precies wat een Bremraap doet.

Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter  beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit Wallr.

Dit staat voor Karl Friedrich Wilhelm Wallroth (13 maart 1792 - 22 maart 1857) was een Duitse botanicus. Wallroth publiceerde van 1812 tot 1844 over grotere delen van de plantkunde. Enkele plantengeslachten zijn naar hem vernoemd en na zijn dood In 1858 plaatsten vrienden een gedenkzuil in de zogenaamde omheining in Nordhausen. De zandstenen obelisk, bekroond met een dennenappel , is twee meter hoog en draagt ​​het opschrift “Friderico | Guilelmo | Wallrot | Medicinae Doctori | Botanische Celeberrimo | amici | MDCCCLVIII". In 1825 beschreef hij Orobanche reticulata in zijn publicatie Orobanches Generis Diaskeue [romanized] ad Carolam Mertensium.

     

Meer

Zie ook de Nederlandse verklaring.

Namen in andere talen

  • English: Thistle broomrape
  • Français: Orobanche réticulée
  • Deutsch: Distel-Sommerwurz
  • Espanõl: ?
  • Italiano: Succiamele del cardo
  • Svenska: Tistelsnyltrot
  • Norsk: Tistelsnylterot
  • Dansk: Tidsel-Gyvelkvæler

Verklaring Buitenlandse namen

De Engels naam is Thistle broomrape. Thistle betekent "distel". Het woord Broomrape. Broom. Het woord Broomrape bestaat uit twee delen. Broom verwijst naar Brem, de plant waar de Grote bremraap (Orobanche rapum-genistae) op parasiteert. Het woord Brem komt van het oud Engelse Brom dat is ontstaan uit het West-Germaanse Bráma- (Oudhoogduitse Bramo , "braamstruik"). Het gebruik van de takken van deze planten voor het vegen gaf aanleiding tot de term Broom (bezem) Rape betekent "raap". Raap komt van het woord Napus (Latijn) betekend "knol/raap". Dit omdat er een onderaardse knol/raap ontstaat (zie de Verklaring van de Nederlandse naam). Het gaat hier dus niet over het uiterlijk van de plant maar om de plant waarop hij parasiteert (en het gevolg daarvan, raap).

Voor de verspreiding van de Distelbremraap in Engeland zie deze kaart.

De Franse naam is Orobanche réticulé. Orobanche is de eerste wetenschappelijke naam. Réticulée Franse benaming voor de tweede wetenschappelijke naam.

De Duitse naam is Distel-Sommerwurz. Met Distel word, net zoals in de Nederlandse naam, bedoeld dat deze Bremraap op een Distel-soort parasiteert. Alle Bremraap-soorten (Orobanche) heten in Duitsland Sommerwurz. Dit betekent letterlijk "zomerwortel". Dus een plant die parasiteert m.b.v. de wortel en bloeit in het begin van de zomer.

Voor de verspreiding van Distelbremraap in Duitsland zie deze kaart.

De Spaanse naam is mij onbekend. Er zijn wel waarnemingen.

De Italiaanse naam is Succiamele cardo. Alle soorten Bremraap heten in Italië Succiamele. Dit woord bestaat uit twee delen. Succia komt van Succhiare dat "zuigen" betekent. De sappen worden als het ware omhoog gezogen (parasiteren op). Mele betekent "appel". Waarom is mij nog niet bekend. Cardo betekent "distel", naar de plant waarop hij parasiteert.

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Zweedse naam is  Tistelsnyltrot. Tistel betekent gewoon "distel". Snyltrot komt van Snyltgåst wat "parasiet"betekent. Rot betekent "wortel".

Voor de verspreiding van Distelbremraap in Zweden zie deze kaart.

De Noorse naam is Tistelsnylterot. Tistel betekent weer "distel". Snylterot bestaat uit twee delen. Snylte betekent "parasiet/klaploper" en Rot betekent "wortel".

De Deense naam is Tidsel-Gyvelkvæler. Tidsel betekent "distel" en Gyvelkvæler bestaat uit twee delen. Gyvel betekent "brem" en Kvæler komt van kvæle en betekent "wurgen/stikken".

Ecologie & Verspreiding

Distelbremraap staat op zonnige, soms licht beschaduwde, warme en basenrijke, matig droge tot vochtige, voedsel- en kalkrijke zand-, zavel- en kleigrond. De meerjarige en zeer kritische parasiet groeit op dijken en spoorwegterreinen, in ruigten en struwelen, in ruige graslanden en bermen, op stroomruggen en ruderale plaatsen. Ze is zeer kieskeurig wat betreft bodem en alles wat daarmee gebeurd. Nederland valt binnen de westrand van het Europese deel van het areaal, ze is zeer zeldzaam langs de IJssel tussen Kampen en Zutphen. Elders in het rivierengebied is ze uiterst zeldzaam. De zwak geurende Distelbremraap woekert vooral op Cirsium- en Carduus-soorten. Ze wordt door insecten bestoven en het, tot minstens 10 jaar kiemkrachtige zaad wordt door de wind verspreid. Deze Bremraap is goed herkenbaar aan de donkergekleurde klierharen op de kroon (in droge toestand met een zwarte basis) die de kroon een licht gestippeld aanzien geven wanneer ze bekeken wordt met doorvallend licht.

CC-BY-SA 3.0 René van Moorsel, 2015

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding Orobanche reticulata

 

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten