Parietaria officinalis

Algemeen

Heel deftig gezegd is Glaskruid een urbane soort. In normale woorden: deze soort is gewoon in de stad te vinden (Urbane is afgeleid van het Latijnse Urbs wat "stad"betekent.) Het is een aparte gewaarwording om zo'n zeldzame plant in de stad te vinden. Want zowel Groot glaskruid als Klein glaskruid (Parietaria judaica) staan te boek als zeldzaam. De naam Groot is puur ter onderscheid. Er bestaat namelijk ook een Klein glaskruid (Parietaria judaica). Het echte grote verschil is dat Groot glaskruid een holle stengel heeft en Klein glaskruid niet. Dit is goed te onthouden omdat Groot glaskruid een G in zich heeft van "grote holte". Verdere verschillen zijn alleen te zien een in goede flora. Sterker nog, als Klein glaskruid op een plek gaat groeien waar meestal alleen Groot glaskruid voorkomt. Gaat Klein glaskruid qua vorm én grootte lijken op Groot glaskruid.De pollen van de plant wekken soms een allergische reactie op bij mensen die er gevoelig voor zijn. Groot Glaskruid bloeit vanaf Juni tot en met Oktober. Van dat bloeien moet men niet te veel voorstellen. Glaskruid is familie van de Brandnetels (Urticaceae) en zo bloeit hij dus ook. Samen met Klein glaskruid (Parietaria judaica) zijn dit de enige twee Glaskruidsoorten (Paritaria) die in Nederland in het wild voor komen.

Verklaring Wetenschappelijke naam

De officiële wetenschappelijke naam is Parietaria officinalis L.

Parietaria komt van Paries (latijn) en betekent "muur". Dit omdat deze plant in staat is op een zeer droge muur goed te groeien.

De officina was het gebouw, meestal een bijgebouw, in middeleeuwse kloosters waar medische monniken medicijnen en farmaceutische preparaten bereidden om zieken te genezen. Daarin werden gedroogde extracten, infusies, afkooksels, tincturen en destillaten bereid. Vaak was de officina verbonden aan de geneeskrachtige of kruidentuinen, ook ingesloten binnen het kloostergebied.

Toen Linnaeus het binomiale nomenclatuursysteem, de wetenschappelijke naam bestaande uit de geslachtsnaam en de soortnaam (bijv. Taraxacum officinale), uitvond, gaf hij de specifieke naam Officinalis aan tientallen kruiden en planten waarvan het medische gebruik in voorgaande millennia was vastgesteld. In de 1735 (1e editie) van zijn Systema Naturae erkende hij de historische tradities van genezing door tientallen planten te benoemen met de soortaanduiding Officinalis/Officinale, als algemene kwalificatie. Letterlijk betekent dit dus "van de officina". Het belichaamde de soortnaam Officinalis, dus de geschiedenis van vele eeuwen van medicinaal gebruik en gezondheidskennis.

Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter  beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit L. Dit staat voor Carl Linnaeus. In 1753 beschrijft hij Parietaria officinalis in de publicatie Species Plantarum.

   

Meer

Zie ook de Nederlandse verklaring.

Namen in andere talen

  • English: Eastern Pellitory-of-the-wall
  • Français: Pariétaire officinale
  • Deutsch: Aufrechtes Glaskraut
  • Espanõl: Hierba del muro
  • Italiano: Vetriola comune
  • Svenska: Vanlig väggört
  • Norsk: Blidnesle
  • Dansk: Almindelig Springknap, Murnælde

Verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam is Eastern Pellitory-of-the-wall. Met Eastern wordt de Oostelijke variant van Glaskruid bedoeld. Hij komt van origine uit Zuidwest-Azië. Het Klein glaskruid (Parietaria judaica) komt uit het Middellandse zeegebied en de Verenigde staten. Pellitory is waarschijnlijk afgeleid van de eerste wetenschappelijke naam, Parietaria. Of-the-wall betekent gewoon "van de muur" vanwege de bodem waar de plant graag groeit.

Voor de verspreiding van Groot glaskruid in Engeland zie deze kaart.

De Franse naam is Pariétaire officinale. Dit is de volledige wetenschappelijke naam.

De Duitse naam is Aufrechtes Glaskraut. Dit betekent "rechtopstaande Glaskruid". Een Latijnse synoniem voor deze plant is ook Parietaria erecta wat ook rechtopstaand Glaskruid heet. Dit alles omdat deze plant in tegenstelling tot het Klein glaskruid (Parietaria judaica) de neiging heeft omhoog te groeien.

Voor de verspreiding van Groot glaskruid in Duitsland zie deze kaart.

De Spaanse naam is Hierba del muro: Dit betrekent "kruid van de muur".

In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Italiaanse naam is Vetriola comune: Vetriola komt van Vetriolo en betekent "zwavelzuur".  Vitriool is een verouderde synoniem voor zwavelzuur, die etymologisch teruggaan op het Latijnse vitreus (en het Laat-Latijnse vitreolus), dat zoveel betekent "als vervaardigd uit glas" (te vergelijken met het Engelse vitreous, dat "glasachtig" betekent). Het verwijst naar de glasachtige glans die zowel zuiver zwavelzuur als de ervan afgeleide minerale verbindingen, de sulfaten, gemeenschappelijk hebben. Tot een paar jaar geleden werd deze plant vaak gebruikt om de binnenkant van flessen en flacons schoon te maken dankzij de microscopische haren van de bladeren.

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Zweedse naam is Vanlig väggört: Vanlig betekent "gewoon"en Vägg betekent "muur" en Ört/eurt/urt is de Scandinavische term voor "kruid",  Dus "muurkruid".

Voor de verspreiding van Groot glaskruid in Zweden zie deze kaart.

De Noorse naam is Blidnesle. Dit betekent "zachte brandnetel".

De Deense naam is Almindelig Springknap. Dit betekent "algemene springknop". Deze plant komt net iets vaker voor (almindelig), alhoewel hij al behoorlijk zeldzaam is, in Denemarken als het Klein glaskruid (heel zeldzaam). De 4 opgerolde rijpe meeldraden springen uit het bloemdek en slingeren, net als bij de Brandnetels, hun pollen de lucht in.

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Licht beschaduwde, zelden zonnige, warme plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, omgewerkte grond (op plekken waar humus en minerale bestanddelen met elkaar worden vermengd) en op stenige plaatsen.

Groeiplaats
Beschutte omgewerkte grond, aan de voet van muren, rotsen, bosranden, heggen, struwelen (voedselrijke zomen), bossen (loofbossen, met name aan de voet van hellingen en parkbossen), zeeduinen, stadswallen, ruderale plaatsen, onder stoeproosters en trottoirkanten.

Verspreiding

Nederland
Zeldzaam aan de Zeeuwse en Hollandse binnenduinrand. Elders zeer zeldzaam.

Vlaanderen
Zeer zeldzaam. Het meest in de duinen en langs de rivieren.

Wallonië
Zeer zeldzaam.

Wereld
Midden- en Zuidoost-Europa en Zuidwest-Azië. Sinds lang ingeburgerd in Noordwest-Europa en het noordelijke deel van Midden-Europa.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding Parietaria officinalis

 

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten

Foto's