Potentilla-neumanniana-020405


Algemeen

Wat meteen opvalt is dat Voorjaarsganzerik helemaal niet zo algemeen is. De voorkeur van de plant gaat toch uit naar een zanderige/kalkhoudende grond en die is niet veel aanwezig in Nederland. Doordat deze Ganzerik in de zon in het droge zand staat moet er vocht vastgehouden worden. Dit gebeurt door de beharing op de stengels en bladeren. De naam zegt het al, Voorjaarsganzerik bloeit al in Maart tot en met Juni.

Op de website van Flora van Nederland is een Videodeterminatie van deze plant te zien.

Er komen minstens 13 soorten Ganzerik (Potentilla) in het wild voor in Nederland:

Verklaring wetenschappelijke naam

De officiële wetenschappelijke naam is wel onder 5 verschillende namen terug te vinden: Potentilla verna L. of Potentilla tabernaemontani Asch. of Potentilla neumanniana auct. of Potentilla Neumanniana Rchb. of Potentilla verna auct.

Potentilla komt van Potens (Latijn) en betekent "krachtig". Dit vanwege de geneeskrachtige werking.

Er zijn twee verklaringen voor Verna:

  1. Verna komt van Ver (Latijn) en betekent "lente" wat duidt op de vroege bloei.
  2. Verna (Latijn) en betekend "inheems". De plant komt hier oorspronkelijk vandaan.

De naam Tabernaemontanus werd in 1891 door Paul Friedrich August Ascherson ( (Berlijn, 4 juni 1834 - Berlijn, 6 maart 1913) aan de plant gegeven. Ascherson was een Duits botanicus en entomoloog. Tabernaemontanus heette voluit Jacobus Theodorus Tabernaemontanus. Eigenlijk heette hij gewoon Jakob Dietrich. Geboren ongeveer in 1520. Hij was een Duits arts, apotheker en botanicus, hoogleraar in de geneeskunde en de botanie. De naam Tabernaemontanus, die hij zichzelf later gaf is afgeleid van de gelatiniseerde vorm van de plaatsnaam Bergzabern (bergnederzetting/hut): Tabernae montanae. In 1588 werd het eerste deel van Neuw Kreuterbuch uitgegeven, een publicatie van zijn hand, gedrukt met geld van paltsgraaf Johan-Casimir en de Frankfurter boekdrukker Nicolaus Bassaeus (Bassée). In het voorwoord zegt Tabernaemontanus dat er 36 jaar van nauwgezet werk en constant zoeken naar fondsen aan vooraf was gegaan, en dat met name het kostbare vervaardigen van afbeeldingen het werk lang had opgehouden. In 1591 verschenen postuum deel 2 en 3. Dit werk was, met beschrijvingen van meer dan 3000 planten, en rond 2300 afbeeldingen, het omvangrijkste kruidboek van zijn tijd.

Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter  beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan.

L. staat voor Carl Linnaeus. In 1753 beschreef hij Potentilla verna in de publicatie Species plantarum.

   

Asch. Dit staat voor dus voor Paul Friedrich August Ascherson (zoals hierboven word beschreven). In 1891 beschreef hij de soort als Potentilla tabernaemontani in de publicatie Verh. Bot. Vereins Prov. Brandenburg. Alhoewel ik deze naam niet heb kunnen vinden in deze publicatie, wel als Potentilla verna

     

auct. Dit staat voor auctorum, een ​​verkeerd gespecificeerde soortnaam, d.w.z. een naam die door auteurs wordt gebruikt voor een soort die het type van de eerste beschrijving niet bevat.

Rchb. staat voor Heinrich Gottlieb Ludwig Reichenbach (Leipzig, 8 januari 1793 - Dresden, 17 maart 1879). Hij was een Duitse natuuronderzoeker (zoöloog en botanicus). In 1832 beschreef hij de soort als Potentilla neumanniana in de publicatie Fl. Germ. Excurs.

   

Om dit verwarrende verhaal duidelijk te maken. Achter de naam van Linnaeus staat de afkorting Nom. Cons. Dit betekent een geconserveerde naam. Dit is een wetenschappelijke naam met specifieke nomenclaturale bescherming. Dat wil zeggen, de naam wordt behouden (dus gebruikt), ook al schendt het een of meer regels die anders zouden voorkomen dat het legitiem is.

Meer

Zie ook de Nederlandse verklaring

Namen in andere talen

  • English: Spring Cinquefoil
  • Français: Potentilla tabernaemontani
  • Deutsch: Frühlings-Fingerkraut
  • Espanõl: ?
  • Italiano: Cinquefoglia di Tabernemontano
  • Svenska: Småfingerört
  • Norsk: Småmure
  • Dansk: Vår-Potentil

Verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam is Spring Cinquefoil Dit betekent "voorjaarsganzerik". Veel leden van de Potentilla-familie (Ganzeriken) heten in Engeland Cinquefoil. Cinque komt van het Latijnse Quinct en betekent "vijf". Foil betekent "blad". Alhoewel Vijfvingerkruid soms kruist met andere Ganzeriken en dan een extra kroonblad vormt. Het aantal "vingers" wil soms ook wel eens wisselenen, zoals bij deze plant.

De Franse naam is Potentilla tabernaemontani. Potentilla is de Franse benaming voor de tweede volledige  wetenschappelijke naam.

De Duitse naam is Frühlings-Fingerkraut. Dit betekent "voorjaars vingerkruid".

De Spaanse naam is mij onbekend.

In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Italiaanse naam is Cinquefoglia di Tabernemontano. Dit betekent "vijfvingerkruid van Tabernemontano". IIn Italië heet elke plant uit het geslacht Potentilla (Ganzerik) Cinquefoglia. Cinque komt van het Latijnse Quinct en betekent "vijf". Foglia betekent "blad". Alle Ganzeriken hebben een vijfdelig (vingerig) kroonblad. Het aantal "vingers" wil soms ook wel eens wisselenen als de soort met een andere Ganzerik-soort kruist. Op enkele uitzonderingen na, bijv. Aardbeiganzerik (Potentilla sterilis) en zonder kruising is het stengelblad verdeeld in 5 deelblaadjes. Het woord erna geeft aan om welke soort het gaat. Tabernemontana is de Italiaanse benaming voor het tweede gedeelte van de wetenschappelijke naam.

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Zweedse en Noorse naam is min of meer gelijk, Småfingerört/Småmure. Dit betekent "klein vingerkruid/kleine mure. Ört/eurt/urt is de Scandinavische term voor "kruid". De plant is inderdaad niet groot vergeleken andere soorten Potentilla. Maar het is slechts één van de kenmerken. In Noorwegen heet elke Potentilla-soort Mure. Dit Mure moet niet gezien worden zoals in het Nederlandse Muur maar eerder als Kruid. Er is geen letterlijke beschrijving/herkomst voor het woord Mure. Vóór het woord Mure staat een woord dat aangeeft om welke soort het gaat. In dit geval dus Små.

De Deense naam is Vår-Potentil. Vår betekent "lente" dus voorjaar. Potentil is de Deense benaming voor het eerste gedeelte van de wetenschappelijke naam.

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Zonnige plaatsen op droge, voedselarme tot matig voedselarme, zwak zure tot meestal kalkrijke, vaak humusarme grond (zand, mergel en stenige plaatsen).

Groeiplaats
Rotshellingen, kalkrotsen, mijnsteenbergen, zeeduinen (grazige duinbermen, duingrasland en binnenduinweiland), grasland (kalkgrasland en laag blijvend grasland), bermen (bermhellingen in de rivierdalen), rivierduinen en rivierdijken (op steile randjes).

Verspreiding

Nederland
Zeldzaam in Zuid-Limburg, in de rivierdalen en in de duinen tussen Bergen en Goeree. Elders zeer zeldzaam.

Vlaanderen
Zeer zeldzaam. Het meest in de duinen, in Zuid-Limburg, in de Maasvallei en in de Voerstreek.

Wallonië
Vrij algemeen in het Maasgebied en in Lotharingen (de zuidelijke Ardennen). Elders zeer zeldzaam.

Wereld
Gematigde streken in Europa, behalve in de meeste randgebieden. Van Midden-Spanje tot in Zuid-Schotland, Zuid-Scandinavië, Roemenië en Midden-Italië.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding Potentilla verna/Potentilla tabernaemontani

Verspreiding Voorjaarganzerik

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten