Algemeen
Klein vlooienkruid is eigenlijk de minivorm van Heelblaadjes (Pulicaria dysenterie). Het is het is hetzelfde geslacht, Pulicaria. Aan het verspreidingskaartje is heel goed te zien dat Klein vlooienkruid groeit langs de Grote rivieren. De plant heeft liefst een vruchtbare drooggevallen kleiige bodem. Het is dus een vrij zeldzame soort maar is niet bedreigd. Samen met die Heelblaadjes zijn het ook de enige Pulicaria soorten die in het wild voorkomen in Nederland. Hij bloeit vanaf Juli tot en met September.
Verklaring Wetenschappelijke naam
De officiële wetenschappelijke naam is Pulicaria vulgaris Gaertn.
Pulicaria komt van Pulex (Latijn) en betekent "vlo". Dit verwijst naar de Nederlandse naam Klein vlooienkruid. Dit plantje werd vroeger gebruikt als huismiddel tegen vlooien.
Vulgaris (latijn) betekent "alledaags". Maar eigenlijk is dit ter onderscheid van andere Pulicaria-soorten.
Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit Gaertn.
Gaertn. staat voor Jozeph Gärtner (12 maart 1732 - 14 juli 1791) was een Duitse botanicus , vooral bekend om zijn werk over zaden, De Fructibus et Semibus Plantarum (1788-1792). Tegen 1770 was hij al begonnen aan zijn De Fructibus et Semibus Plantarum , maar daarna gaf hij zich er bijna volledig aan over en werd bijna blind door zijn aanhoudende studies, deels met de microscoop. De minutieus nauwkeurige beschrijvingen van het werk, bestaande uit duizend en meer soorten, luidden een nieuw tijdperk in voor de plantenmorfologie. De wetenschappelijke waarde van het boek werd aanzienlijk vergroot door de toevoeging van 180 kopergravures. In 1791 herschreef hij de soort als Antennaria dioica in de publicatie De Fructibus et Seminibus.
Meer
Zie de Nederlandse verklaring.
Namen in andere talen
- English: Small Fleabane
- Français: Pulicaire vulgaire
- Deutsch: Kleines Flohkraut
- Espanõl: ?
- Italiano: Incensaria fetida
- Svenska: Loppört
- Norsk: Loppeurt
- Dansk: Almindelig Loppeur
verklaring Buitenlandse namen
De Engelse naam is Small Fleabane Dit betekent "klein vlooien verderf/vergif". Het woord klein is zo om het onderscheid te maken omdat er meer planten in Engeland deze naam hebben gekregen, namelijk Flaebane. Men verbrandde vroeger deze plant en de rook verdreef dan vlooien en andere insecten. Bijvoorbeeld Heelblaadjes (Pulicaria dysenterica) heet ook Flaebane.
Voor de verspreiding van Klein vlooienkruid in Engeland zie deze kaart.
De Franse naam is Pulicaire vulgaire. Dit is de Franse benaming voor de volledige wetenschappelijke naam.
De Duitse naam is Kleines Flohkraut. Dit is de Duitse benaming voor de volledige Nederlandse naam.
De Spaanse naam is mij onbekend.
In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
De Italiaanse naam is Incensaria fetida. Incensaria komt van Incensario en betekent "wierookvat/houder". Fetida betekent "stinkende". Dus volledig "stinkend wierookvat". De plant heeft een sterke geur en de rook werd als een soort wierook gebruikt om vlooien/insecten te verdrijven.
Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
De Zweedse/Noorse en Deense naam is nagenoeg hetzelfde, Loppört/Loppeurt/Almindelig Loppeur. Dit betekent "vlooien ört/eurt/eur". Ört/eurt/urt is de Scandinavische term voor "kruid". Dus "vlooienkruid".
Voor de verspreiding van Klein vlooienkruid in Zweden zie deze kaart.
Ecologie & Verspreiding
Ecologie
Bodem
Zonnige, open plaatsen (pionier) op natte tot vochtige, 's winters onder water staande, matig voedselareme tot voedselrijke en stikstofrijke grond (zand, leem, klei en zavel).
Groeiplaats
Waterkanten (rivierstrandjes, nat slib, drooggevallen plekken langs grote rivieren, langs beken, vijvers, greppels, poelen en plassen), moerassen, ruigten, wegranden, afgravingen (zand- en kleiwinningsplassen) en grasland (uiterwaarden en weiland).
Verspreiding
Nederland
Zeldzaam langs de grote rivieren. Elders zeer zeldzaam.
Vlaanderen
Zeer zeldzaam.
Wallonië
Vroeger zeer zeldzaam in Lotharingen (nog aanwezig?).
Wereld
Voornamelijk in gematigde streken in Europa en West-Azië. Van Oost-Engeland en Noord-Spanje tot in West- en Midden-Azië, Noordwest-Afrika en Ethiopië. Noordelijk tot in Denemarken en Polen.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreiding Pulicaria vulgaris
FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten