Silene latifolia subsp. alba

Algemeen

Het unieke van deze plant staat ook bij de Nederlandse verklaring. Hij bloeit pas s'middags/s'avonds. Alleen de Nachtsilene doet dit ook maar die lijkt niet echt op een Koekoeksbloem. Wel komt de Nachtsilene uit het zelfde geslacht. Maar het meest opvallende volgens vele namen in andere landen is dat dit een Witte koekoeksbloem is. Dus geen witte vorm van de Dagkoekoeksbloem (Silene dioica) of een slanke vorm van de Blaassilene (Silene vulgaris) maar een echte eigen soort. Op Twitter (X) kwam ik deze foto van 3 zaaddozen van de Dag- en Avondkoekoeksbloem tegen die duidelijk laat zien om welke soort het gaat als de plant volledig uitgebloeid is. Avondkoekoeksbloem bloeit in Mei tot en met de herfst.

Op de website van Flora van Nederland is een Videodeterminatie van deze plant te zien.

Er komen minstens negen soorten Silenes soorten in het wild voor in Nederland:

  • Avondkoekoeksbloem (Silene latifolia subsp. alba) - algemeen
  • Blaassilene (Silene vulgaris) - algemeen/veel ingezaaid
  • Dagkoekoeksbloem (Silene dioica) - algemeen
  • Echte koekoeksbloem (Silene flos-cuculi) - algemeen
  • Kegelsilene (Silene conica) - zeldzaam/soms ingezaaid
  • Nachtkoekoeksbloem (Silene noctiflora) - zeldzaam
  • Nachtsilene (Silene nutans - zeldzaam
  • Pekbloem (Silene armeria) - algemeen/verwilderd
  • Prikneus (Silene coronaria) - algemeen/exoot

Verklaring Wetenschappelijke naam

De officiële wetenschappelijke naam is Silene latifolia subsp. alba (Mill.) Greuter & Burdet

Er zijn twee verklaringen voor Silene:

  1. De verklaring voor het woord Silene is niet gemakkelijk. Gelukkig heb ik hulp gekregen van Anne Tanne.be. Het is als volgt. Het is afgeleid van Silenus (Latijn) Hiermee werd bedoeld een Silen, zoals de Satyr (Satyrium) een meestal dronken, dikbuikige en opgezwollen voorgestelde metgezel van Bacchus/Dionysos. De vergelijking zou dan slaan op de opgeblazen kelk van de Silene vulgaris. Dit is weliswaar niet precies de zelfde soort maar een verklaring voor een geslachtsnaam (bijvoorbeeld Silene) slaat niet op elke soort van dat geslacht.
  2. De naam Silene is afgeleid van Sialon (Grieks) en betekent "speeksel". Dit omdat deze plant (zoals sommige soorten) een kleverige stengel heeft. In het Duits heet een Silene dan ook Leimkraut. Dit geld niet voor elke Silene soort zoals ik hier boven al schreef.

Het hele, best wel ingewikkelde, verhaal over de verklaring en gebruik van het woord Silene word op deze Wiki-pagina uitgebreid toegelicht.

Lati (Latijn) komt van Latitudo en betekent "breedte". Folia komt van Folis (Latijn) en betekent "blad". Het hele woord zegt dus "breed pijlvormig blad".

Subsp. is een afkorting van subspecies. Dit is Latijn en betekent letterlijk "onder de soort". Hiermee wordt bedoeld dat het geen losstaande soort is maar een iets afwijkende plant dan zijn/haar originele soort. 

Alba komt van Albus (latijn) en betekent "wit", de kleur van deze plant. Dit is zo precies omdat de Avondkoekoeksbloem soms wel eens kruist met de Dagkoekoeksbloem. Dit is dan weer net een andere Nachtkoekoeksbloem.

Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanist die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter  beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit (Mill.) en Greuter & Burdet.

De Avondkoekoeksbloem werd al vóór Linnaeus als aparte soort onderscheiden. Michelangelo Tilli weidde in 1723 een lemma aan de soort, met als naam "Lychnis sylvestris alba simplex". Linnaeus vatte die naam echter op als een synoniem van de Dagkoekoeksbloem, door hem Lychnis dioica genoemd. De eerste auteur na Linnaeus die inzag dat Linnaeus twee soorten onder één naam behandelde, was Philip Miller. In 1768 deelde hij Linnaeus' soort op in twee soorten, waarbij hij de Avondkoekoeksbloem de naam Lychnis alba gaf.

Mill. staat voor Philip Miller (1691 - 18 december 1771) was een Britse plantkundige. Van 1722 tot 1770. Hij was Miller hortulanus van de botanische tuin Chelsea Physic Garden. Voor botanische namen is hij van groot belang omdat hij overzichtswerken publiceerde, juist in de tijd vlak voor en vlak na het magnum opus van Linnaeus. Daardoor is hij de eerst bekende auteur van een groot aantal botanische namen.

De plant werd in 1789 beschreven als Silene latifolia door de Franse botanicus Jean-Louis Marie Poiret .

Greuter staat voor Werner Greuter (Genua (Italië), 27 februari 1938) is een Zwitserse botanicus. Hij is o.a. (mede)auteur van meer dan 1700 botanische namen.

     

Burdet staat voor Hervé Maurice Burdet , geboren in 1939, is een Zwitserse botanicus die carrière maakte aan het Conservatorium en de Botanische Tuin van Genève . Hij en zijn collega Werner Rodolfo Greuter zijn co-auteurs van vele taxa en auteurs in 1982 van het artikel over Silene latifolia subsp. alba  (de uiteindelijke wetenschappelijke naam voor deze plant) in het wetenschappelijk tijdschrift Willdenowia. Een afbeelding van dit tijdschrift heb ik niet kunnen vinden dus heb ik hiervan geen voorbeeldfoto.

Meer

Zie ook de Nederlandse verklaring

Namen in andere talen

  • Frysk: Juffer lizeblom
  • English: White campion
  • Français: Compagnon blanc, Silène à feuilles larges
  • Deutsch: Weiße lichtnelke
  • Espanõl: Colleja
  • Italiano: Silene alba/bianca
  • Svenska: Vitblära
  • Norsk: Kvit jonsokblom
  • Dansk: Aften-pragtstjerne

Verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam White campion. White betekent natuurlijk "wit". Campion betekent "silene". Het is een witte plant, een Silene uit de Anjerfamilie (Caryophyllaceae).

Voor de verspreiding van Avondkoekoeksbloem in Engeland zie deze kaart.

Er zijn twee Franse namen:

  1. Compagnon blanc. Dit betekent "witte metgezel".
  2. Silène à feuilles larges. Dit betekent Silene met de grote bladeren". Ook hier weer de nadruk dat de plant onderdeel is van de Anjerfamilie. Met De grote bladeren worden hier de iets langere smalle spitse stengelbladeren dan die van Dagkoekoeksbloem bedoeld. 

De Duitse naam is Weiße lichtnelke.Weiße betekent natuurlijk "wit", naar de kleur van de bloemen. Lichtnelke bestaat uit twee delen. Licht betekent natuurlijk "licht/helder" en Melke  betekent "Anjerfamilie". Lichtnelke is echter een basisnaam. Het woord Licht betekent in dit geval "overdag/in het (zon) licht omdat deze (basis) naam geld voor de Dagkoekoeksbloem (Silene dioica), in tegenstelling tot de Avondkoekoeksbloem (Silene latifolia subsp. alba) en de Nachtkoekoeksbloem (Silene noctiflora). De Dagkoekoeksbloem heet ter onderscheid Rote lichtnelke, de Avondkoekoeksbloem Weiße lichtnelke. en de Nachtkoekoeksbloem Acker-lichtnelke

Voor de verspreiding van Silene latifolia subsp. alba in Duitsland zie deze kaart.

De Spaanse naam is Colleja. Er zijn twee mogelijke verklaringen.

  1. Dit is afgeleid van het Latijnse  cauliculus. Dit betekent letterlijk "stam". Waarschijnlijk gaat het hier om de smallere kelkbuis die de Avondkoekoeksbloem heeft t.o.v. bijv. de Blaassilene (Silene vulgaris) of het gaat hier juist om de iets verdikte kelkbuis t.o.v. veel andere planten.
  2. De naam is afgeleid van De Anjerfamilie (Caryophyllaceae). Deze planten lijken enigszins op de Avondkoekoeksbloem maar zijn absoluut geen familie.

In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Italiaanse naam is Silene alba/bianca. Dit is een combinatie van het eerst gedeelte van de wetenschappelijke naam en het woord Alba/Bianca dat "wit" betekent, dus Witte silene.

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Zweedse naam is Vitblära. Dit woord bestaat uit twee delen. Vit betekent "wit". Eigenlijk komt Blära uit het Oudnoorse bladert en betekent "enigszins opgeblazen". Dit woord laat goed zien hoe deze witte Silene er uit zien.

Voor de verspreiding van Avondkoekoeksbloem in Zweden zie deze kaart.

De Noorse naam is Kvit jonsokblom. Deze naam bestaat uit drie delen. Kvit betekent "wit", de kleur van de bloem. Jonsok betekent "mid zomer (feest)". Op deze dagen, 23 en 24 Juni is er in Scandinavië zowel overdag als s'nachts licht (de zon gaat dan niet onder). Dit is ook het hoogtepunt van de bloei van deze plant. En natuurlijk Blom "bloem"

De Deense naam is  Aften-pragtstjerne. Aften betekent "avond". Pragt betekent "glorie/pracht" en Stjerne betekent "ster". Dus Prachtige rode avondster. Een mooie naam voor deze plant.

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Zonnige, soms licht beschaduwde, open plaatsen (pionier) op droge tot vochtige, matig voedselrijke tot zeer voedselrijke, vaak enigszins bemeste, maar humusarme, omgewerkte grond (van zand tot klei en op puin).

Groeiplaats
Ruigten (ruige, grazige begroeiingen), akkers (akkerranden), ruderale plaatsen (o.a. puinhopen), braakliggende grond, hellingen, bermen, langs spoorwegen (spoorbermen en spoordijken), struwelen, houtwallen, heggen, bosranden, onder hakhout en bij molenbelten.

Verspreiding

Nederland
Algemeen, maar vrij zeldzaam in het noordelijk zeekleigebied.

Vlaanderen
Algemeen in de Duinen en de Polders. Elders vrij algemeen.

Wallonië
Plaatselijk vrij algemeen, maar zeldzaam in de Hoge Ardennen.

Wereld
Droge streken in Zuidwest-Azië, het Middellandse-Zeegebied en in West- en Noordwest-Europa. Ingeburgerd in o.a. Noord-Amerika.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding Silene latifolia subsp. alba

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten

Foto's