Torilis japonica

Algemeen

Heggendoornzaad is in Nederland een onopvallend lid van de Schermbloemenfamilie (Apiaceae). Zo onopvallend dat ik hem nog nooit gezien heb. De plant heeft stengelbladeren die iets van varens weg hebben en word niet echt groot, maar 50 á 90 cm. Gek genoeg gedraagt de plant zich hier niet invasief. Wat ik las op de Engelse Wiki-site is precies tegenovergesteld 'De grootste bedreiging van de Japanse hegpeterselie is zijn vermogen om krachtig te groeien en zich snel te verspreiden. Japanse hegpeterselie werd voor het eerst in 1917 in Noord-Amerika geïntroduceerd en wordt sindsdien als invasief beschouwd. De redenen voor de introductie zijn onbekend, maar men neemt aan dat het om medicinale doeleinden ging, omdat de plant niet als sierplant wordt beschouwd. De huidige verspreiding van de plant als invasieve soort is in zuidelijke delen van Canada en in het Middenwesten, het oosten en het zuiden van de VS, en in Oregon. Ook las ik dat Heggendoornzaad vaak gebruikt als medicinale toepassingen. Heggendoornzaad bloeit in Juni tot en met Augustus.

Er komen minstens 3 Haagpeterselie (Torilis) soorten voor in het wild in Nederland:

  • Akkerdoornzaad (Torilis arvensis) - zeer zeldzaam
  • Heggendoornzaad (Torilis japonica) - algemeen
  • Knopig doornzaad (torilis nodosa)  vrij zeldzaam

Verklaring Wetenschappelijke naam

Een wetenschappelijke naam word niet zomaar gegeven. Iedereen (wetenschappers, floristen, liefhebbers etc.) moet tenslotte weten dat het over dezelfde plant gaat. Botanische nomenclatuur is de formele naamgeving van planten. Deze wordt geregeld door de International Code of Nomenclature for algae, fungi, and plants (ICN of ICNafp), een wetboek dat de wetenschappelijke namen van algen, schimmels en planten regelt.

Deze heet zo sinds het Internationaal Botanisch Congres in Melbourne in 2011, dat tot de naamswijziging besloot. Tot die tijd heette dit wetboek de International Code of Botanical Nomenclature (ICBN). In 1905 heeft het Internationaal Botanisch Congres van Wenen besloten om de publicatie van de eerste druk van Species plantarum te kiezen als het beginpunt van de moderne nomenclatuur voor planten. Dat betekent dat alle namen van vóór dit werk van Linnaeus niet meetellen, ook als die namen de vorm van een tweedelige naam hebben. Overige informatie staat op deze Wiki-pagina.

De officiële wetenschappelijke naam is Torilis japonica (Houtt.) DC.

De verklaring voor het woord Torillis is erg onduidelijk. Het enige dat ik heb kunnen vinden is dat het afgeleid is van het Latijnse Torus dat "zwelling/knobbel" betekent en Ill dat "klein" betekent. Maar waar die kleine Knobbel dan zou moeten zitten is mij onbekend.

Japonica is de Gelateiniseerde versie dat "uit Japan komende" betekent, alhoewel dit een versimpelde naam is. Heggendoornzaad komt van van origine voor in Noord-Afrika, in Europa, in Azië, vooral in Japan en in China (daar op hoogtes van 100 tot 3800 meter).

Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter  beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit Houtt. en DC.

Houtt. staat voor Maarten Willem Houttuyn (1720 - 2 mei 1798). Hij was een Nederlandse arts en natuuronderzoeker (plant- en vogelkundige). Tussen 1761 en 1773 verscheen zijn 37-delige werk Natuurlyke Historie of uitvoerige Beschryving der Dieren, Planten en Mineraalen, volgens het Samenstel van den Heer Linnaeus, dit in navolging van Carl Linnaeus. Tussen 1774 en 1786 verscheen deel 2. In 1777 beschreef hij de soort als Caucalis japonica in deel 2 van deze publicatie.

Meer

Zie ook de Nederlandse verklaring

Namen in andere talen

  • Frysk: Stikelsied
  • English: Upright hedge-parsley
  • Français: Torilide du Japon
  • Deutsch: Gewöhnlicher Klettenkerbel
  • Espanõl: ?
  • Italiano: ?
  • Svenska: Rödkörvel
  • Norsk: Rødkjeks
  • Dansk: Hvas Randfrø

Verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam is Upright hedge-parsley. Dit betekent  "rechtopstaande hegpeterselie". Dit moet letterlijk gezien worden. Akkerdoornzaad (Torillis arvensis) heet dan ook Spreading hedge-parsley. Zoals ik al zij bij de verklaring Nederlandse naam. Het woord Heg is mij onbekend. De bladeren van deze plant lijken een beetje op die van Peterselie (maar zijn zeker geen vervanging).

Voor de verspreiding van Heggendoornzaad in Engeland zie deze kaart.

De Franse naam is Torilide du Japon. Dit is de Franse benaming voor de volledige wetenschappelijke naam.

De Duitse naam is Gewöhnlicher Klettenkerbel. Dit betekent "gewone klittenkervel".

Veel plantensoorten beginnen met de naam Gewoon/Gewone. Hiermee word vaak bedoelde 'de meest voorkomende'. Het betekent niet dat deze soort niet zeldzaam is. Dit is afhankelijk van de soort.  Ook vaak word met het woord Gewoon/Gewone onderscheid gemaakt tussen soorten uit het zelfde geslacht. Bijv. harige/glanzende/grote etc. Dit alles geldt ook voor het woord Vulgaris/Vulgare dat vaak aan het eind van een wetenschappelijke naam staat.

Die doornige zaden vallen op dus ook in de Duitse naam. Het grappige is dat deze plant in Engeland Hedge-parsley en in Duitsland Klittenkerbel! Maar de strekking is het zelfde. De stengelbladeren van Heggendoornzaad lijken en/of Peterselie/Kervel.

Voor de verspreiding van Heggendoornzaad in Duitsland zie deze kaart.

De Spaanse en Italiaanse naam is mij onbekend.

De Zweedse naam is Rödkörvel. Dit betekent "roodkervel". De zaden van Heggendoornzaad zijn roze/rood en de stengelbladeren lijken op die van Kervel.

De Noorse naam is Rødkjeks. Dit betekent "rode koekjes". De verklaring voor het woord Rood staat al bij de Zweedse naam. Het woord Koekjes wordt vaak in Noorwegen gebruikt (zie bijv. Fluitenkruid (Anthriscus sylvestris)) bij Schermbloemigen.

De Deense naam is

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem


Groeiplaats
Bossen (langs boswegen), heggen, bosranden (voedselrijke zomen), kapvlakten, struwelen (o.a. op dijken), droge ruigten, langs spoorwegen (spoorwegbermen en spoorwegtaluds), zeeduinen, grasland (weiland en droge greppels), bermen, braakliggende grond en afgravingen.

Verspreiding

Nederland
Plaatselijk algemeen in Zeeland en in de Hollandse en Zeeuwse duinen en vrij algemeen in het rivierengebied, in het oosten van het land en in Zuid-Limburg. Elders vrij zeldzaam, maar zeer zeldzaam in het Waddengebied.

Vlaanderen
Algemeen, maar zeldzaam in de Kempen.

Wallonië
Algemeen.

Wereld
Europa, behalve in de meest noordelijke delen. Ook in de Kaukasus, aan de zuidkant van de Himalaya en in Oost-Azië. Ingeburgerd in Noord-Amerika.

Copyright

Verspreiding Heggendoornzaad

Verspreiding Heggendoornzaad

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten