Algemeen
Als je deze plant voor het eerst ziet heb je misschien niet eens in de gaten dat het hier om een iets zeldzamere Morgenster gaat. Hij ziet er niet zo florisant uit, vandaar ook de naam bleke, en dan denk je al snel aan een niet gezond exemplaar van de "gewone" Gele morgenster (Tragopogon pratensis subsp. pratensis). Maar niets is minder waar! Er zijn wel degelijk andere kenmerken behalve de kleur. Al die kenmerken heeft Floron op de verspreidingsatlas handig op een rijtje gezet in deze determinatietabel. Bleke morgenster bloeit in Mei tot en met Juli.
Er komen minstens 5 Morgenster (Tragopogon) soorten in het wild voor in Nederland:
- Bleke morgenster (Tragopogon dubius) - zeldzaam
- Gele morgenster (Tragopogon pratensis subsp. pratensis) - algemeen
- Kleine morgenster (Tragopogon pratensis subsp. minor) - zeldzaam
- Oosterse morgenster (Tragopogon pratensis subsp. orientalis) - zeldzaam/ingezaaid/wel inheems
- Paarse morgenster (Tragopogon porrifolius) - vrij zeldzaam/ingezaaid
Verklaring Wetenschappelijke naam
De officiële wetenschappelijke naam is Tragopogon dubius Scop.
Tragopodon is afkomstig van Tragos (Grieks) en betekent "bok", en van Pogon (Grieks) en betekent "baard". Dit omdat het zaadpluis er baardachtig uit ziet (als dat van een bok).
Dubius betekent "twijfelachtig", doelend op de net niet helder gele kleur van de bloem.
Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit Scop.
Scop. staat voor Giovanni Antonio Scopoli (3 juni 1723 – 8 mei 1788) was een Italiaanse arts en natuuronderzoeker. In 1771 beschreef hij Tragopogon dubius voor het eerst in zijn publicatie Flora Carniolica
Meer
Zie ook de Nederlandse verklaring
Namen in andere talen
- Frysk: Bleke moarnsstjer
- English: ?
- Français: Salsifis douteux
- Deutsch: Großer Bocksbart
- Espanõl: ?
- Italiano: Barba di becco a tromba
- Svenska: Stor haverrot
- Norsk: Klubbegeitskjegg
- Dansk: Stor gedeskæg
Verklaring Buitenlandse namen
De Engelse naam is mij onbekend. Er zijn ook geen waarnemingen in Engeland.
De Franse naam is Salsifis betekent Schorseneer. Salsifis is de Franse benaming voor Salsefica. Dit is de wetenschappelijke naam voor Schorseneer. De Paarse morgenster (Tragopogon porrifolius) werd voor de 17e eeuw verbouwd als schorseneren, een groente die vroeger vaak werd gegeten. Vandaar dat het woord schorseneer nog terug komt want Paarse morgenster is een plant uit het zelfde geslacht. Van origine kwam de plant uit het Middellandse zeegebied. Later is hij vervangen door "lekkerdere" groenten. Douteux betekent "twijfelachtig". Dus niet helder geel maar bleek geel net zoals de wetenschappelijke naam.
De Duitse naam is Großer Bocksbart. Dit betekent "grote boksbaard". Het woord 'grote' is meer ter onderscheid. Bleke morgenster is bepaald niet groter dan andere soorten Morgensterren. Met Boksbaard wordt de sik van een bok/geit bedoeld.
Voor de verspreiding van Bleke morgenster in Duitsland zie deze kaart.
De Spaanse naam is mij onbekend
De Italiaanse naam is Barba di becco a tromba. Barba di becco betekent "baard van een bok". Tromba betekent "trompet/bazuin/hoorn". Ik neem aan dat hiermee de vorm van de nog niet bloeiende diamantvormige vrucht wordt bedoeld. Maar aangezien alle Morgensterren deze vruchtvorm hebben weet ik niet waarom deze plant specifiek zo heet.
Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
De Zweedse naam is Stor haverrot. Dit betekent Dit betekent "grote haverwortel. Het woord Stor (groot) dient alleen maar ter onderscheid van andere soorten Morgenster. Gele morgenster kwam nog wel eens tussen de haver voor en de wortels ervan werden soms gegeten. Of dit voor Bleke morgenster ook geldt is mij onbekend.
Voor de verspreiding van Bleke morgenster in Zweden zie deze kaart.
De Noorse naam is Klubbegeitskjegg. Dit betekent "knuppel geitenbaard". Ik neem aan dat hiermee de vorm van de nog niet bloeiende diamantvormige vrucht wordt bedoeld. Maar aangezien alle Morgensterren deze vruchtvorm hebben weet ik niet waarom deze plant specifiek zo heet.
De Deense naam is Stor gedeskæg. Dit betekent "grote geitenbaard", net als de Duitse en Italiaanse naam.
Ecologie & Verspreiding
Ecologie
Bodem
Zonnige, warme, open plaatsen (pionier) op matig droge, matig voedselrijke tot voedselrijke, kalkrijke grond (zand en stenige plaatsen).
Groeiplaats
Langs spoorwegen (spoordijken), industrieterreinen, voedselrijke ruigten, bermen, zeeduinen (stuivende helmduinen), bosranden en struwelen.
Verspreiding
Nederland
Zeldzaam ingeburgerd, voornamelijk in stedelijke gebieden in het westen van het land.
Vlaanderen
Zeldzaam ingeburgerd. Het meest in het kustgebied. Voor het eerst gevonden in 1986.
Wallonië
Niet in Wallonië.
Wereld
Oorspronkelijk uit Zuidwest-Azië en Midden- en Zuid-Europa. Ook in Noord-Amerika. De soort breidt zich uit naar het noordwesten.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreiding
FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten