Algemeen
Blaasjeskruid is een vleesetende plant. Dit klinkt indrukwekkender dan het daadwerkelijk is, maar hij is afhankelijk van voedingsstoffen van gevangen waterinsecten. De plant is in staat om waterinsecten te vangen met zogenaamde vangblaasjes op de stengels. Uit deze blaasjes wordt eerst al het water naar buiten gepompt, zodat er een soort vacuüm ontstaat. Als er vervolgens een insect voorbij zwemt dat een haartje op een van de blaasjes aanraakt, springt deze open en wordt het diertje naar binnen gezogen. Dit gebeurt in 0,001 sec. Zeer snel dus en ruim honderd keer sneller dan de bijv. overbekende Venus vliegenval.
Loos blaasjeskruid is het veel zeldzamere broertje/zusje van Groot blaasjeskruid (Utricularia vulgaris). De verschillen zijn zo klein dat hier een echt goede flora nodig is. Ook handig is deze tabel van het forum van Waarnemingen.nl Hier staan de verschillen/overeenkomsten op een rij. Loos blaasjeskruid bloeit in Juni, Juli en Augustus.
Op de website van Flora van Nederland is een Videodeterminatie van deze plant te zien.
Er komen in Nederland minstens 4 soorten Blaasjeskruid (Utricularia) voor:
- Groot blaasjeskruid (Utricularia vulgaris) - algemeen
- Loos blaasjeskruid (Utricularia australis/Utricularia japonica) - vrij zeldzaam
- Plat blaasjeskruid (Utricularia intermedia) - zeer zeldzaam
- Klein blaasjeskruid (Utricularia minor) - vrij zeldzaam
Verklaring Wetenschappelijke naam
De officiële wetenschappelijke naam is Utricularia australis R. Br.
Utricularis is afgeleid van Utriclus (Latijn) wat baarmoeder betekent. Dit slaat op de vorm van de blaasjes die de bloeiende plant laat zien.
Australis is Latijn en betekend "zuidelijk" dus niet "Austalië" want dat zou heel verwarrend zijn. Japonica is ook Latijn en betekent wel "Japans". De plant komt van nature voor in Zuid-Europa en de gematigde gebieden van Azië dus ook Japan.
Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit R. Br. Dit staat voor Robert Brown (21 december 1773 - 10 juni 1858). Hij was een Schotse botanicus en paleobotanicus die een belangrijke bijdrage leverde aan de botanie, grotendeels door zijn baanbrekende gebruik van de microscoop. Zijn bijdragen omvatten een van de vroegste gedetailleerde beschrijvingen van de celkern en cytoplasmastroming ; de waarneming van de Brownse beweging. In 1810 beschreef hij Utricularia australis in de publicatie Prodromus Florae Novae Hollandiae et Insulae van-Diemen.
Meer
Zie ook de Nederlandse verklaring
Namen in andere talen
- Frysk: Fergetten fûkjeplant
- English: Bladderwort
- Français: Utriculaire citrine
- Deutsch: Südlicher Wasserschlauch
- Espanõl: Lentibularia
- Italiano: Erba-vescica delle risaie
- Svenska: Sydbläddra
- Norsk: Vrangblærerot
- Dansk: Slank Blærerod
Verklaring Buitenlandse namen
De Engelse naam is Bladderwort. Dit betekent "blaasjeskruid. In Engeland komen verscheidenen soorten Blaasjeskruid voor waarvan dit er één is. De naam is puur ter onderscheid. De andere soorten hebben een iets andere naam, lesser, small, intermediate etc.
De Franse naam is Utriculaire citrine. Utriculaire is de Franse benaming voor het eerste gedeelte van de wetenschappelijke naam. Citrine betekent "citroengeel kleurig", de kleur van de plant volgens de naamgever.
De Duitse naam is Südlicher Wasserschlauch. Dit betekent "zuidelijke waterslang". Dit is de Duitse benaming van de volledige eerste wetenschappelijke naam. De uitleg hiervoor staat o.a bij het algemene verhaal.
De Spaanse naam is Lentibularia. Dit is een algemene naam voor een Blaasjeskruid-soort in Spanje. De exacte naam ken ik niet. De betekenis van Lentibularia is mij onbekend.
In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
De Italiaanse naam is Erba-vescica delle risaie. Erba betekent "kruid". Vescica betekent "blaas". Delle risaie betekent "van de rijstvelden". In Italië komt Loos blaasjeskruid (Erba-vescica delle risaie) redelijk vaak voor. De vrucht van het Loos blaasjeskruid wordt alleen maar in China en Japan gevormd. Dit verklaart de verwarrende wetenschappelijke naam Utricularia australis een beetje. Gelukkig is er de synoniem Utricularia japonica. Alleen bij de Italiaanse naam ben ik deze logische verklaring tegengekomen.
Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.
De Zweedse naam is Sydbläddra. Dit betekent "zuidelijke waterbladeren/blaas". Het woord zuidelijke wordt bij de Italiaanse naam uitgelegd. Bläddra is de Zweedse benaming voor een Blaasjeskruid-soort.
De Noorse naam is Vrangblærerot. Dit betekent "binnenste buiten blaasjeswortel". Voor het woord Binnenste buiten heb ik nog geen verklaring. Blaasjeswortel geeft duidelijk aan dat het bijzondere blaasjes systeem onder water zit, bij de wortel. Blærerot is de Norse benaming voor een Blaasjeskruid-soort.
De Deense naam is Slank Blærerod. Dit betekent "slanke blaasjeswortel". Het woord Slank geeft de suggestie dat deze plant slanker is t.o.v. andere Blaasjeskruid-soorten. In de praktijk is dit woord puur ter onderscheid. Groot blaasjeskruid (Utricularia vulgaris) is bijv.net zo "slank". Blaasjeswortel geeft duidelijk aan dat het bijzondere blaasjes systeem onder water zit, bij de wortel. Blærerot is de ook de Deense benaming voor een Blaasjeskruid-soort.
Ecologie & Verspreiding
Ecologie
Bodem
Zonnige, warme plaatsen in ondiep, matig voedselarm tot matig voedselrijk, zwak zuur, stilstaand, beschut, zoet of iets ziltig water met een bodem van venig zand.
Groeiplaats
Water (kanalen, open plekken aan oevers of in verlandingsvegetaties, kleine plassen, veenwijken, heidevennen, zandputten, leemputten, duinplassen en bermsloten).
Verspreiding
Nederland
Zeldzaam in het oosten en midden van het land en zeer zeldzaam in het rivierengebied, in laagveengebieden en op de Waddeneilanden.
Vlaanderen
Zeldzaam in de Kempen. Elders zeer zeldzaam.
Wallonië
Zeer zeldzaam.
Wereld
In Midden-Europa van Noord-Italië tot in Midden-Engeland en in het Oostzeegebied. Ook in Noordwest-Afrika, op een paar plekken in Centraal-Azië, in enkele delen van tropisch Afrika, in Sri Lanka, in oostelijk Australië en in Nieuw-Zeeland.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreiding Utricularia australis/Utricularia japonica
FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten