Valerianella locusta

Algemeen

Gewone veldsla is een algemene plant. Toch heb ik hem als eerste gezien in de Hortus Leiden, wel als stoepplantje dus niet speciaal gekweekt. Op een paar heel zeldzame soorten na is dit de enige locusta-soort in Nederland. Voor de floristische freaks onder ons, dit zijn de drie andere Valerianella-varianten: Gegroefde veldsla (Valerianella carinata), Geoorde veldsla (Valerianella) en Getande veldsla (Valerianella dentata). Gewone veldsla bloeit al in April en Mei.

Op de website van Flora van Nederland is een Videodeterminatie van deze plant te zien.

Verklaring Wetenschappelijke naam

De officiële wetenschappelijke naam is Valerianella locusta (L.) Laterrade

Valerianella geeft het aan dat de plant tot dezelfde familie behoort als het Valeriaangeslacht (De kamperfoeliefamilie (Caprifoliaceae)) behoort. 

Locusta betekent "sprinkhaan". Dit vanwege de gelijkenis met de vorm van het stengelblad van de plant en die van een sprinkhaan (het lijf dan).

Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper/botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt/verzameld en tot details heeft beschreven. Soms staat er een tweede afkorting. Dan heeft een andere wetenschapper/botanist de plant nog beter  beschreven en iets gewijzigd. De eerste naam komt dan tussen haakjes te staan. In dit geval is dit L.) Laterrade

L. staat voor Carl Linnaeus. In 1753 beschreef de soort als Valeriana locusta in de publicatie Species Plantarum.

          

Laterrade staat voor Jean-François Laterrade (23 januari 1784 - 30 oktober 1858) was een Franse botanicus geboren in Bordeaux. Hij was een van de oprichters van de Linnean Society van Bordeaux en was directeur van de botanische tuin van Bordeaux. In 1821 herschreef hij de soort als Valerianella locusta in de publicatie Flore Bordelaise.

         

Meer

Zie ook de Nederlandse verklaring

Namen in andere talen

  • Frysk: Bledsjeslaad
  • English: Common cornsalad
  • Français: Valérianelle potagère
  • Deutsch: Gewöhnliches Rapünzchen
  • Espanõl: Canónigos
  • Italiano: Agnellino
  • Svenska: Vårklynne
  • Norsk: Vårsalat
  • Dansk: Tandfri vårsalat

Verklaring Buitenlandse namen

De Engelse naam is Common cornsalad. Dit betekent "gewone (koren) veldsla, dus net als de Nederlandse naam.

Voor de verspreiding van Gewone veldsla in Engeland zie deze kaart.

De Franse naam is Valérianelle potagère. Valérianelle is de Franse benaming van het eerste gedeelte van wetenschappelijke naam. Potagère van de moestuin.

De Duitse naam is Gewöhnliche Feldsalat. Dit betekent "gewone veldsla".

Voor de verspreiding van Gewone veldsla in Duitsland zie deze kaart.

De Spaanse naam is Canónigos. Dit betekent kanunnik. Dit is iemand die deel uit maakt van een kloostergemeenschap. Veldsla was vroeger een typisch kloostergewas.

In Spanje kent men minstens vier namen voor elke plant. De algemene volksnaam, de Catalaanse naam (Provincie in Noord+Oost Spanje tegen de Pyreneeën aan), de Gallische naam (provincie in Noord-West-Spanje) en de Baskische naam (provincie in West-Spanje tegen de Pyreneeën aan). Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Italiaanse naam is Agnellino. Dit betekent "lammetje". Een andere Engelse naam voor deze plant is ook lamb's lettuce. Lammetjes sla dus, sla die al bloeit als de eerste lammetjes in de wei lopen.

Er is niet één specifieke Italiaanse naam voor een plant, dit verschilt per regio. Er is een algemene volksnaam en ook nog een variatie of een volledige andere naam in een van de 17 provincies. Ik heb de meest voorkomende algemene naam gebruikt.

De Zweedse naam is Vårklynne. Vår betekent "voorjaar". De plant bloeit al in April en Mei.

Voor de verspreiding van Gewone veldsla in Zweden zie deze kaart.

De Noorse naam is Vårsalat. Deze naam is gelijk aan de Deense naam.

De Deense naam is tandfri vårsalat. Dit betekent "tandvrij voorjaarssalade". Deze plant heeft geen gezaagd stengelblad. De versie met "tanden" is niet zo geschikt voor teelt (Getande veldsla (Valerianella dentata)).

Ecologie & Verspreiding

Ecologie

Bodem
Zonnige, open plaatsen (pionier) op vochtige tot matig droge, matig voedselrijke tot voedselrijke, verstoorde, enigszins humeuze, vaak enigszins kalkhoudende grond (zand, duinzand, leem, löss, zavel, mergel en stenige plaatsen).

Groeiplaats
Zeeduinen, akkers (akkerranden), tuinen, omgewerkte grond, braakliggende grond, ruderale plaatsen, klippen, bermen, langs spoorwegen (spoordijken en spoorbermen), rivierdijken en puinkegels aan de voet van hellingen.

Verspreiding

Nederland
Plaatselijk vrij algemeen in Zuid-Limburg, in het rivierengebied, in het westen van het land en in de Zeeuwse en Hollandse duinen, noordelijk tot op Texel. Zeldzaam langs het IJsselmeer en in Fryslân en Groningen. Elders zeer zeldzaam.

Vlaanderen
Plaatselijk vrij algemeen. Het meest in de duinen en langs de Maas. Zeer zeldzaam in de Kempen.

Wallonië
Plaatselijk vrij algemeen, maar zeldzaam in de Ardennen. Het meest in het Maasdistrict en in Lotharingen.

Wereld
Gematigde streken in Europa. Niet in het hoge noorden. Ook in Zuidwest-Azië en Noordwest-Afrika (Atlasgebergte). Ingeburgerd in o.a. Noord- en Zuid-Amerika en Nieuw-Zeeland.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding

Verspreiding Gewone veldsla

FLORON Verspreidingsatlas vaatplanten

Foto's